H2.2 De totstandkoming van overeenkomsten Flashcards

1
Q

Leg uit wanneer een aanvaarding rechtsgeldig is

A

Een aanvaarding is rechtsgeldig als de inhoud overeenkomt met het aanbod (art. 6:225 BW), waarbij de aanvaarding moet worden gedaan op het moment dat het aanbod nog geldig was (art. 6:221 BW). Een verklaring kan in iedere vorm geschieden (art. 3:37 lid 1 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stelt de ontvangsttheorie?

A

Ontvangsttheorie: een verklaring heeft pas werking indien deze de persoon heeft bereikt tot wie het aanbod is gericht (art. 6:224 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat stelt art. 6:224 BW?

A

Art. 6:224 BW: als door een storende omstandigheid het aanbod de aanbieder niet of niet tijdig bereikt door een omstandigheid, dan wordt de overeenkomst geacht tot stand te zijn gekomen op het tijdstip waarop zonder de storende omstandigheid de verklaring zou zijn ontvangen (Let op: dan moet het aanbod alsnog geldig zijn (art. 6:221 BW) en moet de inhoudt overeenkomen met het aanbod (art. 6:225 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de vereisten voor een rechtsgeldige handeling

A

Vereisten rechtsgeldige handeling:
1) Bepaalde vorm (art. 3:37 lid 1 BW)

2) Uitgevoerd door bekwaam persoon (art. 3:32 BW)

3) Vereist een gerichte middels een geopenbaarde verklaring (art. 3:33 BW)

4) Inhoud van handeling moet niet in strijd zijn (art. 3:40 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie zijn handelingsonbekwaam volgens de wet?

A

Handelingsonbekwamen:
1) Minderjarigen (art. 1:234 BW)

2) Personen onder curatele (art. 1:381 BW)

Let op: in deze gevallen geldt een vertrouwensregel (art. 3:35 BW) niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt feitelijke onbekwaamheid in?

A

Feitelijke onbekwaamheid: situaties waarin personen door een geestelijke stoornis niet in staat zijn hun wil te vormen (art. 3:34 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt wilsontbreken in?

A

Wilsontbreken: wil en verklaring komen niet met elkaar overeen. Er ontstaat geen overeenkomst (art. 3:33 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 2 vormen van wilsontbreken

A

Vormen wilsontbreken:
1) Oneigenlijke dwaling: verklaring van iets wat je eigenlijk niet wilt (typefout, verschrijving, etc.) (Hof Otto)

2) Gestoorde vermogens: geestelijke stoornis (art. 3:34 BW) (HR Eelman/Hin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit wat gerechtvaardigd vertrouwen inhoudt

A

Gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW) houdt in dat als een wederpartij redelijkerwijs ter goede trouw (art. 3:11 BW) was dat de wil van de partij overeenkomt met diens verklaring, de partij zich niet kan beroepen op wilsontbreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly