H2.1 De totstandkoming van overeenkomsten Flashcards

1
Q

Leg uit wat contractsvrijheid inhoudt

A

Contractsvrijheid (ongeschreven recht): partijen hebben de vrijheid om een contract te sluiten met wie zij willen, over welke onderwerpen zij dat willen en op welk moment zij dat willen (afgeleid van autonomiebeginsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef 2 gronden om de contractsvrijheid te beperken

A

Beperken van contractsvrijheid:
1) Je bent vrij om overeen te komen wat je wilt, tenzij dit in strijd is met de wet, goede zeden of openbare orde (art. 3:40 BW)

2) Redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) kunnen zorgen voor het aanpassen van een overeenkomst. Zo wordt beschermd tegen onredelijke/onbillijke gevolgen, maar brengt wel een beperking van de contractsvrijheid met zich mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de 4 leidende beginselen voor de totstandkoming van een overeenkomst

A

Leidende beginselen voor totstandkoming overeenkomst:
1) Contractsvrijheid (uitzondering: dwingend recht)

2) Vormvrijheid: verklaringen kunnen in iedere vorm geschieden (tenzij anders bepaald) (art. 3:37 lid 1 BW)

3) Pacta sunt servanda

4) Relativiteitsbeginsel: gemaakte afspraken gelden in beginsel alleen tussen partijen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit hoe een rechtsgeldige overeenkomst in de zin van art. 6:217 BW tot stand komt

A

Een rechtsgeldige overeenkomst in de zin van art. 6:217 BW komt tot stand door een rechtsgeldig aanbod en een rechtsgeldige aanvaarding daarvan (= twee overeenstemmende wilsverklaringen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de eisen waar een rechtsgeldig aanbod aan moet voldoen

A

Eisen van rechtsgeldig aanbod:
1) Aanbod moet de essentiële elementen (soort, hoeveelheid en prijs) bevatten, zodat een ‘eenvoudige ja’ van de wederpartij voldoende is om de overeenkomst tot stand te doen laten komen

2) Verbintenissen die een partij aangaan (de overeenkomst) moeten voldoende bepaalbaar zijn (art. 6:227 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kan een aanbod ook openbaar en rechtsgeldig zijn? Leg uit

A

Ja, een openbaar aanbod (reclameborden, etc.) kan ook rechtsgeldig zijn. Een openbaar aanbod moet aan dezelfde eisen voldoen als die van een rechtsgeldig aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar of niet waar: elk aanbod is een aanbod in de zin van art. 6:217 BW

A

Niet waar: niet elk aanbod is een aanbod in de zin van art. 6:217 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Noem 3 manieren, inclusief artikel, waardoor er problematisering van het aanvaarden van het aanbod kan optreden

A

Problematisering aanvaarden aanbod:
Uitgangspunt: herroepelijk aanbod;
1) Herroepelijk aanbod (art. 6:219 lid 1 BW)

2) Onherroepelijk aanbod (, tenzij…”) (art. 6:219 lid 1 BW)

3) Vrijblijvend aanbod (art. 6:219 lid 2 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 manieren waarop een aanbod kan vervallen

A

Vervallen van aanbod:
1) Mondeling aanbod indien niet direct aanvaard (art. 6:221 lid 1 BW)

2) Schriftelijk aanbod indien het niet binnen redelijke termijn is aanvaard (art. 6:221 lid 1 BW)

3) Verwerpen van aanbod (art. 6:221 lid 2 BW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen ‘herroepen’ en ‘intrekken’?

A

1) Herroepen: aanbod is nog niet aanvaard, maar heeft geadresseerde wel al bereikt. Er is nog geen mededeling met de aanvaarding verzonden. De werking van het aanbod wordt ontnomen

2) Intrekken: aanbod heeft geadresseerde nog niet bereikt. Het aanbod heeft nog geen werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly