H19 genetische code en eiwitsynthese Flashcards
Slide 6 H19 voor experiment Beadle & Tatum
Zal ik checken
Slide 9 H19 voor experiment Pauling % Ingram & Yanofsky
Jippie
Definitie gen in 2024
Gen is een functionele DNA eenheid dat codeert voor 1 of meerdere polypeptiden en/of functionele niet-coderende RNAs
Slide 13 H19 voor experiment Crick & Brenner
Nog meer?
Overlapping in genen
-Genetische code is niet overlappend
-Genen kunnen wel overlappen -> ontdekt bij bepaalde virussen en bacteriën, ook aanwezig in humaan genoom
Cel-vrij systeem
Plasmamembraan is vernietigd en alle componenten belangrijk voor eiwitsynthese zijn eruit gehaald
Polynucleotide fosforylase
In staat om RNA te synthetiseren zonder een template
Slide 19 H19 voor bepaalde polymeren begrippen
Zal ernaar kijken
Eigenschappen genetische code
-Gedegenereerd, maar met bevooroordeeld codongebruik (‘codon usage bias’)
-Is niet overlappend
-Is éénduidig
-Is universeel met enkele uitzonderingen
(bv. in mitochondriën worden UGA (stop) tryptofaan)
Locatie ribosomen
-Vrij in cytosol
-Gebonden aan membraan van ER en buitenste membraan celkern
Opbouw ribosoom
-50S subeenheid: E (exit) site, P (peptidyl) site, A (aminoacyl) site
-30S subeenheid: mRNA binding site
Aminoacyl-tRNA
= geactiveerd aminozuur = geladen tRNA
-Esterbinding tussen de carboxylgroep van het aminozuur en 2’ of 3’ hydroxylgroep van ribose van de adenosine gelegen aan het 3’ uiteinde van het tRNA
-3’ uiteinde van tRNA: -CCA sequentie
-Hoog energetische esterbinding
Anticodon
Herkenningspunt in tRNA waaraan het mRNA bindt, het bindt dus niet aan het aminozuur direct.
3D vorm tRNA
Meer een L dan een jezus kruis
Codon-anticodon
-De anticodons van aminoacyl-tRNAs herkennen het codon van het mRNA door complementaire basenparing
-Codon: bv. AGA = 5’-AGA-3’
-Anticodon: bv. UCU = 3’-UCU-5’
-61 codons - ca. 35 tRNA
Wobble basenparing
-Alternatieve basenparing op de derde positie van het codon
-Sommige tRNAs herkennen daardoor meerdere codons die voor hetzelfde aminozuur coderen
Ken je de tabel op slide 34 H19 al uit je hoofd
Helaas niet, maar ik ga hem speciaal voor jou wel leren
Aminoacyl-tRNA synthetase
-Verbindt aminozuur met corresponderend tRNA
-Katalyseert de vorming van de esterbinding = hoge energetische binding
-Twee stappen: aminozuur activatie en aminozuur transfer
-22 verschillende corresponderend me de aminozuren plus de situationele
Activatie site
Plaats waar de esterbinding gevormd wordt op aminoacyl-tRNA synthetase, eerste zeef
(slide 41 H19)
Editing site
Plaats waar de esterbinding verbroken kan worden door hydrolyse op aminoacyl-tRNA synthetase, tweede zeef
(slide 41 H19)
Startcodon
AUG (methionine)
Monocistronisch mRNA
1 mRNA codeert voor 1 polypeptide
Polycistronisch mRNA
-1 mRNA codeert voor verschillende polypeptiden met vergelijkbare functies
-De transcriptionele eenheid wordt dan een operon genoemd
Overzicht translatie
- Initiatie
- Elongatie
- Terminatie
2 verschillende tRNAmet coderende genen
-Zowel bij Prok als bij Euk
-Initiator tRNA en elongator tRNA
-Verschil zit in de toegevoegde N-formyl groep aan de initiator bij de N-terminus
Initiatie stap 1 bij bacteriën
-3 initiatiefactoren (IF) binden aan de kleine ribosomale eenheid (30S)
-GTP is gebonden op IF2 en gaat vervolgens verder op de ribosomale subeenheid
Initiatie stap 2 bacteriën
mRNA en methionyl-tRNAfmet binden op 30S subeenheid
Shine-Dalgarno seq.
-Ligt stroomopwaarts van het AUG in mRNA
-Is complementair aan een regio in het 3’ van 16S rRNA
-Bindingsplaats voor het ribosoom op de P-site
Initiatie stap 3 bacteriën
-Nadat IF3 is vrijgekomen: 50S bindt op de 30S initiatie complex ter vorming van het 70S initiatie complex
-Binding van de 50S subeenheid stimuleert de hydrolyse van GTP gebonden op IF2
-IF2 en IF1 komen los van het complex
Initiatie translatie Euk
-12 eukaryotische eIF: bv. eIF1
-Vorming van 43S preinitiatie complex (PIC): zonder mRNA -> eIF2*GTP bindt eerst initiator methionyl-tRNAmet, daaropvolgend binding op 40S ribosomale subeenheid
-Binding van eIFs op mRNA: eIF4E bindt op 5’ cap en recruteert eIF4G en vervolgens eIF4A (=helicase activiteit) en eIF4B
-Binding van 43S PIC op mRNA: eIF4G bindt eIF3, 40S interageert met het mRNA
Initiatie translatie Euk na binding PIC
-eIF2GTP hydrolyseert GTP: eIF 1/4B/5 en eIF2-GDP komen vrij
-eIF5BGTP bindt
-40S scant mRNA tot AUG! Methionyl-tRNAiMet bindt AUG
-60S bindt, eIF5B*GTP hydrolyseert GTP, eIF5B-GDP en eIF1A dissociëren
(slide 56)