H18 genexpressie transcriptie Flashcards
Polyribosoom
Bij prokaryoten kunnen ribosomen direct hechten aan het mRNA terwijl het gevormd wordt, en kan daarmee een lange rij vormen
Dd-DP
DNA afhankelijke DNA polymerase
Rd-RP
RNA afhankelijke RNA polymerase
(+) ssRNA
RNA dat klaar is om afgelezen en verwerkt te worden in tegenstelling tot (-)
Telomerase
-Ribonucleoproteïne
-Werkt als een reverse transcriptase bij verlenging van de telomeren (Rd-DP)
-Bij binding van een non-coding RNA werkt telomerase als een Rd-RP, functie gelinkt aan siRNA silencing
-Komt tot expressie in prolifererende cellen
Transcriptie 4 fasen
Binding, initiatie, elongatie, terminatie
Sigmafactor
Factor in RNA polymerase bij prokaryoten dat bindt aan de promotor, er zijn verschillende sigmafactoren
RNA polymerase katalyseert
de vorming van de fosfodiesterbinding bij synthese van mRNA/tRNA/rRNA
Promoter DNA prokaryoten
Vanaf start site naar -10 seq. (Pribnow box) en eindigt bij de -35 seq. met UP elements upstream en discriminator element downstream
TTS
Transcriptionele start site
Binding RNA pol aan promotor en initiatie RNA synthese
-Sigmafactor bindt -10 en -35 seq. en alpha subeenheid bindt UP
-Lokaal ontwinden van dsDNA door helicase activiteit van het RNA pol
-Vorming transcriptiebel
-RNA pol is stationair tijdens de initiatie
-Abortieve initiatie
-DNA scrunching
-Geen primer nodig, de novo synthese
Slide 25 H18
Elongatie RNA streng prokaryoten
-Promotor escape, RNA pol laat sigmafactor los
-RNA pol beweegt van 3’->5’ over de matrijs streng
-Synthetiseert RNA van 5’->3’ complementair aan de matrijs streng
-Vier kanalen/groeven
Slide 26 H18
RNA proeflezing prokaryoten
-NMPn + NTP <-> NMPn+1 + PPi
-RNA backtracking = RNA pol gaat 1 nt terug, gevolgd door hydrolytische afsplitsing van het 3’ eindstandig dinucleotide, het fout geïncorpeerde nucleotide neemt deel aan de katalyse
Terminatie RNA synthese prokaryoten
Terminale signalen met 2 klassen
-Rho factor onafhankelijk: GC-rijk (haarspeld lus) + UUUU
-Rho factor afhankelijk: rho = ATP-afhankelijke helicase, bindt op een specifieke sequentie dicht tegen 3’ uiteinde en RNA: DNA hybride ontwinden
RNA pol I
-Nucleolus
-Precursor voor 28S rRNA, 18S rRNA en 5,8S rRNA
-α-Amanitine resistent
RNA pol II
-Nucleoplasma
-Pre-mRNA, meesst snRNA en microRNA
-Zeer gevoelig voor α-Amanitine
RNA pol III
-Nucleoplasma
-Pre-tRNA, 5S rRNA en andere kleine RNA’s
-Redelijk gevoelig voor α-Amanitine
Mitochondriaal RNA pol
-Mitochondrion
-Mitochondriaal RNA
-α-Amanitine resistent
Chloroplast RNA pol
-Chloroplast
-Chloroplast RNA
-α-Amanitine resistent
α-Amanitine
Cyclische peptide dat RNA pol II inhibeert
Promotor RNA pol I
Kernpromotor met controle element stroomopwaarts
promotor RNA pol II
-TATA-promoters: Inr + TATA met of zonder TFIIB recognition element (BRE)
-DPE-promoterds: Inr + downstream promotor element (DPE), geen TATA en geen BRE
Promotor RNA pol III
-Tee verschullende promotors met dezelfde opbouw in tRNA en 5S rRNA
-Derde soort promotor upstream voor small RNA’s
Preinitiatie complex
Gevormd door RNA pol samen met algemene transcriptiefactoren
Transcriptiefactoren
Factoren die nodig zijn om transcriptie te starten
TFIID
Transcriptiefactor pol II en D is de naam van het eiwitcomplex
Stappenplan preinitatie complex deel 1
-TFIID bindt aan TATA-box
-TFIIA en TFIIB vormen complex met TFIID
-Complex bindt aan RNA pol II met TFIIF
-Preinitiatie complex wordt afgemaakt door toevoeging van TFIIE en TFIIH