H16: Cardiovascular Regulation and Integration Flashcards
Zet de transmissie van de elektrische conductie van het hart op volgorde:
- AV bundel (bundel van His)
- Ventrikels
- Atria
- AV knop
- SA knop
- Purkinje vezels
SA knop > Atria > AV knop > AV bundel (bundel van His) > Purkinje vezels > Ventrikels
Wat houdt de excentrieke controle in van het hart?
Stimulatie van zenuwen en de aanwezigheid van chemische messengers die leiden tot veranderingen in de hartslag.
Wat is het belangrijkste neurale centrum voor de regulatie van het hart?
De ventrolaterale medulla
Wat is het gevolg van sympatische ‘cardioaccelerator’ zenuwstimulering?
Het vrijkomen van catecholamines norepinefrine en epinefrine. Hierdoor wordt depolarizatie van de SA-knop gestimuleerd, waardoor het hart sneller gaat kloppen (chronotropisch effect) en de contractiliteit van het hart wordt versneld (inotropisch effect).
Wat zijn adrenerge vezels (adrenergic fibers)?
Sympatische neuronen die norepinefrine afgeven waardoor vasoconstrictie ontstaat.
Wat is vasomotor tonus?
Het beschrijft de continue contractie van bloedvaten (specifiek de arteriën en arteriolen) door de constante activiteit van het sympatische zenuwstelsel.
Hoe kan vasodilatatie onder adrenerge invloed ontstaan?
Sommige adrenerge zenuwen worden dus constant geïnnerveerd door het sympatische zenuwstelsel en vertonen sommige bloedvaten dus constante vasomotor tonus.
Vasodilatatie onder adrenerge invloed ontstaat dan door een verminderde vasomotor tonus en daarmee verminderde adrenerge stimulatie. Dit proces heeft minder te maken met cholinerge sympatische of parasympatische vasodilatatie. Daarbij kan vasodilatatie ontstaan door sterke stimulatie van locale metabole producten (de invloed van deze producten is sterker (i.e. overrides) dan sympathische vasoconstrictie).
Wat is het gevolg van parasympatische zenuwstimulatie op het hart? En welke hoofdzenuw is hiervoor belangrijk?
Het vrijkomen van acetylcholine en daarmee het vertragen van de hartslag. De nervus vagus wordt hiervoor gestimuleerd.
Heeft stimulatie van de nervus vagus invloed op de contractiliteit van het hart?
Nee.
Beschrijf de (mate van) invloed/activatie van het parasympatische en sympatische zenuwstelsel tijdens:
- de start van inspanning en tijdens laag-gemiddelde inspanning
- langdurige inspanning
- de start van inspanning en tijdens laag-gemiddelde inspanning > inhibitie van parasympatisch zenuwstelsel en (nog) geen activatie van sympatisch zenuwstelsel
- langdurige inspanning > meer inhibitie van parasympatisch zenuwstelsel en activatie van sympatisch zenuwstelsel
Welke rol heeft de ‘somatomotor central command center’ in het reguleren van cardiovasculaire activiteit voorgaande en tijdens inspanning?
Dit regelcentrum (onderdeel van de motor cortex) moduleert de activiteit van de medulla. Deze neurale input beïnvloedt de werking van het hart en bloedvaten om zo perfusie te optimaliseren en de bloeddruk in evenwicht te houden. Hierbij geldt dat de modulatie van de medulla via de motor cortex toeneemt wanneer de mate van spieractiviteit ook toeneemt.
Het hart slaat aan tijdens fysieke activiteit door het verminderen van de inhibitoire werking van het parasympatische zenuwstelsel en het activeren van de stimulerende werking van de ‘central command’ van de hersenen.
Wat is hierbij de invloed van receptoren in de actieve spieren en de invloed van het sympatische zenuwstelsel?
- Fysieke inspanning zorgt ervoor dat de receptoren in pezen en spieren worden geactiveerd, wat bijdraagt aan het ‘activeren van het hart’.
- Echter, het sympatische zenuwstelsel is veel ‘trager’ en de invloed hiervan komt pas op wanneer een gemiddelde intensiteit inspanning wordt bereikt.
Tijdens fysieke inspanning blijft de bloeddruk effectief gereguleerd (maar dan bij een net wat hogere bloeddruk). Welk proces is hiervoor verantwoordelijk?
Het ‘arteriële baroreflex feedback mechanisme’ is hier verantwoordelijk voor. Wanneer deze baroreceptoren een verhoging in bloeddruk meten, zullen ze de mate van sympatische activatie verminderen en daarmee voorkomen dat de bloeddruk abnormaal stijgt.
Regelmatige fysieke inspanning verbeterd dan ook dit ‘baroreflex’ en de regulatie van de bloeddruk.
Tijdens inspanning wordt de bloedstroom bevorderd richting de actieve spieren. Hiermee wordt bloedstroom naar andere organen/delen beperkt. Welke organen staan bekend om minder bloedstroom te krijgen tijdens fysieke inspanning (hiermee neemt bloedstroom voor deze organen proportioneel af met het toenemen van de intensiteit van inspanning)?
De milt en de nieren (verder de lever, pancreas en GI-tract).
In rust is er ongeveer 1 van de 30-40 capillairen rondom spierweefsel geopend. Noem drie redenen/functies voor het openen van ‘dormant’ capillairen tijdens fysieke activiteit.
- het vergroten van de totale bloedstroom voor de spier
- een groter bloedvolume aanleveren zonder de bloedstroom snelheid hiervoor te hoeven vergroten
- het vergroten van het oppervlakte voor stofuitwisseling tussen spierweefsel en bloed