H15: The Cardiovascular System (tot blz. 338) Flashcards

1
Q

Welke twee functies worden vervuld door de rechterharthelft?

A
  1. Ontvangt zuurstofarm bloed dat terugkomt van de rest van het lichaam
  2. Pompt bloed richting de longen (pulmonary circulation)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee functies worden vervuld door de linkerharthelft?

A
  1. Ontvangt zuurstofrijk bloed dat terugkomt vanuit de longen.
  2. Pompt het bloed naar de aorta waar het bloed in de systemische circulatie terecht komt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de locatie en functie van de volgende hartkleppen:
- Mitraalklep
- Tricuspidalisklep
- Halvemaanvormige kleppen

A
  • Mitraalklep, bevindt zich tussen het linker atrium en linker ventrikel (AV-klep) en zorgt ervoor dat bloed vanuit het linkeratrium naar het linker ventrikel stroomt en voorkomt dat bloed terugstroomt naar het atrium wanneer de ventrikel samentrekt.
  • Tricuspidalisklep, bevindt zich tussen het rechter atrium en rechter ventrikel. Deze klep zorgt ervoor dat bloed van het atrium naar het ventrikel stroomt en voorkomt dat bloed terugstroomt naar het atrium wanneer de ventrikel samentrekt.
  • Halvemaanvormige kleppen, omvatten de aortaklep en longklep. Wanneer ventrikels aanspannen openen deze kleppen zich zodat het bloed richting het lichaam en de longen kan stromen. Wanneer de ventrikels ontspannen, sluiten deze kleppen om terugstroom vanuit de grote aders te voorkomen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de isovolumetrische contractie periode van het hart in?

A

Wanneer de ventrikels beginnen samen te trekken, neemt de druk binnen de ventrikels toe waardoor de AV-kleppen sluiten. De isovolumetrische contractie periode van het hart beschrijft dus het moment waarop de druk in de ventrikels oploopt en het volume en de lengte van de spiervezels onveranderd blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen je hartslag en de polsslag?

A

De hartslag beschrijft de snelheid waarmee de hartspieren aanspannen en ontspannen. De polsslag beschrijft de uitzettingen en krimpen van arteriën wanneer bloed door de vaten stroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de systolische bloeddruk?
Wat is de diastolische bloeddruk?

A
  • SBP: De hoogste bloeddruk dat behaald wordt tijdens de contractie van het linker ventrikel (120 mm Hg).
  • DBP: De laagste bloeddruk dat behaald wordt tijdens de ontspanningsfase (60-80 mm Hg).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is de ‘mean arterial pressure (MAP)’ iets lager dan het gemiddelde van de systolische en diastolische bloeddruk?

A

Omdat het hart iets langer in diastole zit dan in systole.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurd er met de weerstand van bloedstroom wanneer fysieke inspanning wordt aangegaan?

A

De weerstand daalt drastisch. Dit terwijl de systolische bloeddruk i.v.t. de diastolische bloeddruk toeneemt en ook de cardiac output stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee factoren triggeren precapillaire sphincters om zich te openen zodat bloedstroom toeneemt?

A
  • Toename in lokale bloeddruk i.c.m. intrinsieke neurale stimulatie.
  • Metabolieten in het bloed (zoals lactaat, H+, CO2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer het bloed aankomt in het veneuze systeem neemt de bloedstroom weer toe. Waardoor komt dit?

A

Omdat het oppervlakte kleiner is dan in capillairen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Maak de zin af:

Tijdens de hartcyclus fluctueert de bloeddruk in rust tussen de …. mm Hg (systolisch) en … (diastolisch) mm Hg in de aorta en grote aderen. De druk neemt hierna direct proportioneel af met de …. die het bloed tegenkomt in de vaten rondom het hart.

A

Tijdens de hartcyclus fluctueert de bloeddruk in rust tussen de 120 mm Hg (systolisch) en 80 (diastolisch) mm Hg in de aorta en grote aderen. De druk neemt hierna direct proportioneel af met de weerstand die het bloed tegenkomt in de vaten rondom het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom hebben de ‘muren’ van venen veel minder spiervezels en zijn ze veel minder stevig/dik?

A

Het veneuze systeem werkt onder veel lagere bloeddruk dan aderen (het veneuze bloed dat aankomt in het rechter atrium heeft een bloeddruk van bijna 0 mm Hg).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wordt er bedoeld met dat venen ‘capaciteit vaten’ zijn?

A

In rust bevatten venen zo’n 65% van het totale volume bloed van het lichaam. De venen zijn dus een reservoir voor ons bloed. (Kanttekening: de gedachte is dat de venen dus als reservoir kunnen fungeren voor het bloed, echter wordt bloed door de venen gepompt tijdens inspanning m.b.v. de spierpomp en door het passieve effect van arteriële vasoconstrictie en niet door oppervlakkige venoconstrictie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom moeten individuen met spataderen ‘statische krachttraining’ vermijden?

A

Tijdens aangehouden niet-ritmische spierbeweging, heeft de spierpomp maar een klein effect op de veneuze return. Daarnaast belemmerd de Valsalva maneuvre (een toename in druk binnen de borst- en buikholte) het transport van bloed binnen de vaten door op de vaten te drukken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly