H11 Flashcards

1
Q

Binnen bedrijven onderscheiden we drie vormen van vertrouwen.

A

dispositioneel: vertrouwen variatie op basis van persoonlijkheidsverschillen. De ene persoon vertrouwd eerder.
cognitie: gebaseerd op informatie dat iemand te vertrouwen is.
gevoelens: gebaseerd op perifiere gevoelens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie factoren zijn sterk verbonden met goed vertrouwen van medewerkers in hun leidinggevende? Welke drie factoren iets minder sterk?

A

werk tevredenheid, betrokkenheid en minder verloop.

Commitment aan de besluiten van de leidinggevende, altruisme, prestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mcallister richte zich op de invloed van vertrouwen in medewerkers door leidinggevende. Wat houdt dit model in?

A

vertrouwen in medewerkers verhoogt altruisme van leidinggevende richting medewerkers. (aan altruistisch gedrag moet je denken aan rekening houden met gevoelens van medewerkers) Het gevolg is dat zowel de manager als de medewerkers beter gaan presteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat kan een nadelig gevolg zijn van te veel vertrouwen (bijvoorbeeld in zelfsturende teams)

A

Veel vertrouwen leidt tot minder montitoren/controleren. Er is hierdoor geen controle meer op de kwaliteit van het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Conflicten hoeven niet altijd slecht te zijn. Dit vak maakt onderscheidt tussen twee vormen van conflicten. Functionele en disfunctionele conflicten. Wat is het verschil?

A

functioneel: productieve en gezonde verschillen tussen individuen of groepen
disfunctioneel: geschillen en meningsverschillen die negatieve gevolgen hebben voor individuen of groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een onderwerp waar mensen conflicten over kunnen hebben is over de taak. Wat houdt dit in? Welke oorzaken heeft het? Is het per definitie suboptimaal?

A

taak conflict: botsing tussen individuen over richting, inhoud of doelen van een werkopdracht.

oorzaken:

  • afhankelijkheid
  • overlappende autoriteit.

een beetje conflict leidt tot betere prestatie. er is sprake van een boog grafiek tussen level of conflict en prestatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een relatie conflict? Wat is het verschil in functie tussen taak en relatie conflicten?

A

persoonlijkheidsconflict tussen twee of meer personen op de werkplek.

oorzaken:

  • andere inzichten
  • status of erkenning

Is in definitie altijd slecht en taak niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een proces conflict? Wat is het verschil tussen proces en taak conflict?

A

Een botsing van standpunten over hoe het werk moet worden uitgevoerd. Is gerelateerd, maar de manier hoe een taak wordt gedaan wijst op proces conflicten en welke doelen wijst op taak conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de relatie tussen taak, proces en relatie conflicten?

A

taak en procesconflicten leiden vaak tot relatie conflicten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door welke vier fases loopt een conflict gewoonlijk.

A
  1. conflict antecedent: iemand komt met een idee om het anders te doen
  2. waargenomen conflict: persoon neemt waar dat zijn idee niet goed ontvangen wordt.
  3. manifest conflict: Hoe gaan de medewerkers om met het conflict
  4. conflict uitkomst: functioneel of disfunctioneel. afhankelijk van manifest.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

taak en proces conflicten kun je oplossen door te onderhandelen. Welke twee vormen zijn er van onderhandelen?

A

distributief: gaat uit van fixed pie (totaal staat vast) meer voor jou is minder voor mij.
integratief: op zoek naar een win/win oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Op basis van wat kies je een onderhandelingsstrategie voor het oplossen van een taak of proces conflict?

A

Hangt af van belang van jezelf en van de ander

beide geen belang—>vermijden

jij veel belang, ander ook—>competitie

beide in het midden uitkomen–>compromis

jij weinig belang, ander veel–>aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de rol van de expressie van boosheid tijdens een onderhandeling volgens Van Kleef et all?

A

Boosheid zorgt voor betere uitkomsten voor jezelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke invloed heeft macht op onderhandelingen volgens Magee, et all?

A

machtige mensen nemen meer initiatief–>eerder onderhandelen–>betere uitkomsten voor jezelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vier positieve uitkomsten voor de organisatie zijn gerelateerd aan goede vertrouwensrelaties binnen de organisatie?

A

meer risk taking, betere performance, citizenship behavior en minder counter productief gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de verschillen tussen een mediator, arbitrator en conciliator?

A

Een mediator heeft geen oordeel of eigen inbreng op het probleem een arbitrator wel. Een conciliator is informeel aangesteld en mag zijn mening geven echter is dit een informele mening en heeft in tegenstelling tot een arbitrator geen wettelijk overwicht.

17
Q

Wat is de ZOPA? geef een voorbeeld.

A

Zone of possible agreement. VB: stel dat de werkgever tussen 0-3000 euro loon wil spenderen en de medewerker wilt tussen de 2500-4000 hebben dan is tussen 2500-3000 de ZOPA.

18
Q

Wat is de BATNA?

A

Best alternative to negotiable agreement. De naam zegt het al de best mogelijke oplossing als een onderhandeling faalt.