H1 Flashcards

1
Q

Benoem en beschrijf de vier functies van een manager.

A

Planning: doelen stellen, strategieen bepalen
Organizing met middelen zoals mensen de strategie uitzetten
Leading: motiveren
Controlling: monitoren doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een bekwame manager beschikt over de volgende skills: technical, human en conceptual. Beschrijf deze drie skills

A

technical skills: Het vermogen om gespecialiseerde taken toe te passen en uit te voeren.

Human skills: Het vermogen om te kunnen relateren aan andere mensen. Een onderdeel hiervan is emotional intelligence (EI): Het bewust zijn van hoe jouw acties en emoties andere beinvloeden en empathie hebben voor anderen.

Conceptual skills: Het vermogen om de organisatie als geheel te zien en begrijpen hoe ieder onderdeel essentieel is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de drie hoofdaspecten van Human capital die competitive adventage bepalen?

A

Value: de manier hoe medewerkers werken naar strategische doelen
Rareness: specifieke zeldzame vaardigheden die medewerkers bezitten
Inimitability: In hoeverre skills gekopieerd kunnen worden door concurrenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychology, Sociology, Social psychology, Political science en anthropology zijn de disciplines die bijdragen aan Organisational behavior (OB). Beschrijf deze gebieden en hun rol in OB.

A

Psychology: focust zich op het individue binnen de organisatie. Denk aan stress vermindering en welzijn. Echter ontwikkeld dit gebied ook bijvoorbeeld functiewaarderingen.

Sociology: Focust zich op groepsgedrag binnen organisatie. Denk aan hoe medewerkers onderling communiceren, de rol van gezag en groepsdynamiek.

Political science: Focust zich specifiek op de rol van gezag binnen een organisatie.

Anthropology: focust zich op maatschappelijke en culturele invloeden.

Social psychology: mixt concepten van psychology en sociology.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is critical thinking een belangrijke skill voor medewerkers?

A

Omdat organisaties snelle veranderingen ondergaan. Hiervoor hebben ze medewerkers nodig die met frisse nieuwe ideeen komen om de competitie voor te blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de vijf stappen van het toepassen van critical thinking?

A

Observe: herken het gedrag

interpret: snap de oorzaak en het gevolg van het gedrag
analyze: onderzoek de oorzaak en gevolg
evaluate: schat de consequenties van het veranderende gedrag
explain: verantwoord de verandering van gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is contingency thinking?

A

Benadering die ervan uit gaat dat er geen “one size fits all” oplossing is. Het hangt van de context en de aard van de situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een gerelateerd onderwerp aan contingency thinking is evidence-based management. Wat houdt dit laatste begrip in?

A

Manier van managen die gebruik maakt van op onderzoek gebaseerde feiten om beslissingen te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een belangrijke OB onderzoeksbevinding die significant invloed heeft gehad op het gebruik van critical thinking door managers is de open system theory. Wat houdt deze theorie in? Wat is het doel?

A

De aanname dat organisaties systemen zijn die interacteren met de omgeving. input uit externe omgeving–>transformatie binnen organisatie (throughput)—>output naar externe omgeving. wanneer dit proces goed functioneert creeert dit een value chain. Het doel van dit systeem is een balans te vinden tussen de organisatie en de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In het boek worden zeven uitdagingen en kansen omschreven voor organisaties. Deze zijn globalization, economic factors, workforce diversity, customer service, sustainability, innovation and change, people skills. Leg uit waarom dit als een uitdaging/kans wordt omschreven.

A

globalizaton: Globalisatie is niet meer weg te denken. Het is belangrijk dat je goed kunt samenwerken.

economic factors: economische factoren zijn er altijd en kunnen struikelblokken zijn voor een organisatie. Medewerkers dienen behendig (figuurlijk), leergierig en aanpassingsgericht te zijn om deze struikelblokken te overwinnen.

workforce diversity: de gemeenschap wordt steeds diverser. Bias licht hierdoor op de loer.

customer service: de klant is koning.

People skills:

innovation and change: critical thinking is hier erg belangrijk

sustainability:
individuals:
teams: het begrijpen van de dynamiek binnen een team is belangrijk.
organizations: Hoe is het bedrijf intern georganiseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke vier punten focust positive organizational behavior zich op? En wat is het idee van effectief behalen van organisatie doelen binnen deze theorie?

A

de krachten, deugzaamheid, vitaliteit en de weerstand van individuen en organisatie. Het loont meer om te focussen op het koesteren van krachten dan het proberen te fixen van zwaktes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly