GS begrippen hfst 1 Flashcards
kalender
Lijst met daarin de dagen, weken en maanden van een jaar
kunstenaar
Iemand die zijn creativiteit gebruikt om iets moois te maken
maanmaand
De tijd waarin de maan eenmaal om de aarde draait (ruim 29 dagen)
mechanisch
Werkend met een machine (complex werktuig)
ondernemer
Iemand met een bedrijf (onderneming)
tijd van ontdekkers en hervormers
Vijfde tijdvak (1500-1600)
vroeg moderne tijd
Vierde periode (1500-1800)
zonnejaar
De tijd waarin de aarde eenmaal om de zon draait (365 dagen)
humanist
Geleerde die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten bestudeerde
mens- en wereldbeeld
Kijk op het leven van mensen en de wereld om hen heen
mentaliteit
Manier van denken en voelen
nieuwe testament
Tweede deel van de Bijbel dat gaat over het leven van Jezus en over de begintijd van het christendom
oude testament
Eerste deel van de Bijbel dat gaat over de vroege geschiedenis van de joden en het jodendom
renaissance
(wedergeboorte) vernieuwing van de Europese cultuur vanaf omstreeks 1500 met een herboren belangstelling voor de klassieke cultuur
calvinisme
Protestants geloof volgens de opvattingen van Calvijn
dominee (predikant)
Leider van een protestantse kerkdienst
hervorming (Reformatie)
Verandering waarbij christenen de katholieke kerk wilden veranderen en zich afsplitsen van deze kerk
katholiek
Rooms-katholiek
protestants
Christen die zich baseert op de ideeën van de Hervorming
vervolgen
Opsporen en gevangen nemen
beeldenstorm
Vernielingen in Katholieke kerken door Nederlandse protestanten in 1566
front
Plaats waar gevochten wordt tijdens een oorlog
geus
Calvinistische opstandeling in de Nederlanden tegen Filips II
landvoogd(es)
Plaatsvervang(st)ers van een vorst