Ak hfst 7 Flashcards

1
Q

actieve balans

A

Balans waarin de inkomsten groter zijn dan de uitgaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

arbeidsintensief

A

Bedrijf dat veel arbeiders nodig heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

arbeidsmigrant

A

Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied. Heet ook economische migrant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bevolkingsdiagram

A

Staafdiagram met de leeftijdsopbouw van de bevolking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bevolkingskenmerk

A

Kenmerk van de bevolking van een gebied. Er zijn 4 groepen: demografische, economische, culturele en politieke kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bnp per inwoner

A

Het gemiddelde inkomen per jaar. Je berekent het door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

bondsstaat

A

Een land met één centrale regering met daarnaast in elke deelstaat een eigen regering. Heet ook federatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

cheabol

A

Groot Koreaans familiebedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

communistisch land

A

Land waar één partij de macht heeft en waar de productie centraal wordt geleid door de staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

consumptiegoederen

A

Goederen die direct kunnen worden gebruikt, zoals voedsel, kleding en huishoudelijke apparaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly