Group 7 Flashcards

1
Q

Betalen

A

betaalde betaalden heeft betaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vormen

A

vormde vormden heeft gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kopen

A

kocht kochten heeft gekocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tellen

A

telde telden heeft geteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zorgen

A

zorgde zorgden heeft gezorgd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bieden

A

bood boden heeft geboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verkopen

A

verkocht verkochten heeft verkocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Volgen

A

volgde volgden heeft gevolgd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Trekken

A

trok trokken heeft getrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bepalen

A

bepaalde bepaalden heeft bepaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly