Grammatica Flashcards

1
Q

De/het
Bepalend lidwoord enkelvoud

De bloem

A

A

a bromki

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bepalend lidwoord meervoud

De bloemen

A

Den

den bromki

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Onbepaald lidwoord enkelvoud

Een bloem

A

Wan

wan bronki

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onbepaald lidwoord meervoud

Er zijn geen bloemen meer

A

Net als in NL wordt er geen lidwoord gebruikt

Bromki no de moro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deze / dit

A

Disi

Dati wijst naar iets wat verder weg is dan disi
Altijd achter zelfstandig naamwoord
A lampu disi - deze lamp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Die/dat

A

Dati

Dati wijst naar iets wat verder weg is dan disi
Altijd achter zelfstandig naamwoord
A sani dati - dat ding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zelfstandige naamwoorden in ev en mv

A

Worden niet verbogen

A bromki, den bromki: de bloem, de bloemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Werkwoorden

A

Geen verbuiging bij verleden tijd ed, hiervoor zijn hulpwerkwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onvoltooid tegenwoordige tijd ww

Ik loop

A

Mi e waka

Denk ook aan EN (I am walking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voltooid verleden tijd
Ik liep
Onvoltooid verleden tijd
Ik heb gelopen

A

VOT
Mi ben waka; mi waka

OVT
Mi ben e waka

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ww toekomende tijd

Ik ga lopen

A

Mi sa waka; mi o waka; mi e go waka

Nauwelijks verschil aan te wijzen. Voorkeur spreker. E go is meest populair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hulpwerkwoorden

A

Kan in theorie maar in praktijk nauwelijks (mi ben a waka, ik was aan het lopen)
Wel: mi ben sa waka, ik zou lopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Combinatie a e

Als in a e waka

A

“Ay waka” wordt gebruikelijk geschreven al a-e waka

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

‘de’ en ‘na’

A

De: aanwezig zijn. Lespeki no de moro, er is geen respect meer
Na: drukt gelijkheid uit. Mi sisa na seri-uma, mijn zus is verkoopster.
Voor ‘no’ -> a. A no mi sisa, ze is niet mn zus.
Ook woord benadrukken. Dan voor in zin. Als ww nog herhaling. Na wroko a lantiman disi e wroko, deze ambtenaar wérkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bijvoegelijk naamwoord

A

Als bepaling bij zelfst. nmwrd: tussen eventuele lidwoord & zelfs. nmwrd
Maar in alg niet predictief.
Bijv nmwrd doen ook dienst als werkwoord (a blaka, hij is zwart/hij is zwart geworden/hij is zwart gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Persoonlijke vnw

Ik

A

Mi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Persoonlijke vnw

Jij

A

Yu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Persoonlijke vnw

Hij, zij, het

A

A
En als lijdend voorwerp
A naki en, hij sloeg hem

Ook als voorzetsel (naar, vanaf) voorkomt
Mi e go na en, ik ga naar hem (of haar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Persoonlijke vnw

Wij

A

Wi, unu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Persoonlijke vnw

Jullie

A

Yu, ook wel unu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Persoonlijke vnw

Zij

A

Den

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Bezittelijke voornaamwoorden

A

Zelfde als Persoonlijke vnw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Vragende voornaamwoorden

Wat?

A

San?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Vragende voornaamwoorden

Wie?

A

Suma?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Vragende voornaamwoorden | Waar?
Ope?, pe?
26
Vragende voornaamwoorden | Welke
Sortu?
27
Vragende voornaamwoorden | Wanneer?
Oten? Eigenlijk combi o ten, hoe tijd)
28
Vragende voornaamwoorden | Hoe?
Fa? (Bij ww: fa yu e go na foto, hoe ga je naar de stad?; fa a-e go?, hoe gaat het ermee? "Faygo" O? (Bij bijv nw: O lati yu e kon? Hoe laat kom je?) zo zijn combis temaken o langa, hoe lang.
29
Vragende voornaamwoorden | Hoeveel
Omeni? Eigenlijk combi O mani, hoe veel
30
Vragende voornaamwoorden | Waarom?
Fu san ede? | "Fsayde"
31
Geen hulpwerkwoord voor welke ww?
de, wani, abi, sabi, lobi, nen, man, kan, kaba, musu, | zijn, willen, hebben, weten, liefhebben, heten, mag (kunnen, in staat zijn), kunnen, klaar zijn / ophouden, moeten,
32
Het woordje 'e'
(Onvoltooid, dus geen hulpww) Geen NL equivalent. Het geeft een handeling aan die nog niet voltooid is, vergelijkbaar met de EN 'am/are/is + werkwoord + ing'
33
Het woord 'ben'
Verleden tijd (denk aan been EN)
34
In
Ini
35
Door
Doro
36
Voor
Fesi
37
Naast / tegen
Sey
38
Tot
Te
39
Naar / aan / bij / op / te
Na
40
Achter
Baka
41
Op
Tapu
42
Onder
Ondro
43
Waarin
Na ini san
44
Waarachter
Na baka san
45
Waaronder
Na ondro san
46
Waarop
Na tapu san
47
Mezelf
Misrefi
48
Jezelf
Yusrefi
49
Zichzelf
Ensrefi
50
Onszelf
Wisrefi, ook wel unsrefi
51
Jezelf mv
Unsrefi
52
Zichzelf mv
Densrefi
53
``` Wederkerend werkwoord Ik schaam me Jij / jullie schaamt / schamen je Hij / zij schamen zich Zij schamen zich ```
``` Mi e syen Yu e syen A e syen Wi e syen Den e syen ```
54
Hulpwerkwoorden | Worden
Kon en tron
55
Hulpwerkwoorden | Doen
Du en meki
56
Hulpwerkwoorden | Kunnen
Kan en man
57
Hulpwerkwoorden | Kunnen en weten / kennen
Sabi
58
Hulpwerkwoorden | Laten
Meki en seni
59
Vergrotende trap en overtreffende trap
Vergrotende trap: moro Moro diri (duurder) Overtreffende trap: moro wan A moro diri wan (duurst)
60
Voegwoorden | Zodat
Someki
61
Voegwoorden | Toen
Di
62
Voegwoorden | Doordat
Fu di
63
Voegwoorden | Voor / voordat
Bifosi / fosi / bifo
64
Voegwoorden | Omdat
Bikasi
65
Voegwoorden | Vanwege
Fu di
66
Voegwoorden | Nadat
Baka di
67
Voegwoorden | Zonder te
Sondro fu
68
Voegwoorden | Behalve
Boiti dati
69
Voegwoorden | Zoals
Neleki fa
70
Voegwoorden | Als
Leki
71
Voegwoorden | Nauwelijks
Fa
72
Fu di
Doordat | Vanwege
73
Na
Ww zijn (overeenkomst) Nadruk leggen Naar/aan/bij/op/te