Geschiedenis Flashcards

1
Q

wat gebeurt er in 1848

A

REVOLUTIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

handelskapitalisme

A

De winst wordt door middel van handel gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Industrieel kapitalisme

A

-Fabrieken en mijnen worden de belangrijkste bedrijven.
-De productie komt in handen van fabrikanten en grootindustriëlen. Zij werden de belangrijkste werkgevers.
-Vanaf 1870 werden de meeste grote ondernemingen nv’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Liberale markteconomie

A

-Vrijheid van handel, productie en arbeid.
-Een kleine rol voor de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

1832

A

Reform Bill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

1620

A

De Pilgrim Fathers stichten een kolonie op en door godsdienstige inzichten bouwen ze een nieuwe samenleving op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

1776

A

Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zei Montesquieu over de drie machten?

A

Drie machten in één hand veroorzaakt machtsmisbruik!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat waren de drie machten

A

Trias politica: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

jaartal 1585-1900

A

Britse Rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Owen, Robert

A

(1777-1858)

Kocht in 1799 samen met enkele financiële partners een textielfabriek in New Lanark (Schotland), waar hij goed voor zijn arbeiders zorgde. Het karakter van de mens werd volgens hem gevormd worden door de omstandigheden. Door de samenwerking zouden goede omstandigheden en daardoor een ideale maatschappij zonder misdaad of armoede kunnen ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Victoria, koningin/keizerin

A

(1819-1901)

Koningin van G-B. Regeerde in de tijd dat het Britse wereldrijk zijn grootste bloei bereikte. Regeerde langer dan welke Britse vorst ook: ruik 63 jaar. in 1837 werd zij koningin. Was voor een conservatieve politiek en had daardoor vaak conflicten met liberale premiers. Werd in 1877 keizerin van Brits-Indië. De laatste decennia van de 19e eeuw worden ook wel de ‘Victoriaanse tijd’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Abolitionisme

A

De beweging tot de afschaffing van de slavernij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer begint Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving?

A

Rond 1750 in Engeland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Urbanisatie

A

Bevolking van platteland gaat in de stad wonen.
(Verstedelijking van de samenleving)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly