Beco

Question 1

Globalisering

Answer 1

Verdwijnen van nationale grenzen, spreiding van productie over de hele wereld.

Question 2

Grondstoffen

Answer 2

Ruwe materialen waar nog goederen van gemaakt moeten worden

Question 3

Maatschappelijke verantwoord ondernemen

Answer 3

Vorm van ondernemen met respect voor economische prestaties, de sociale kant en de ecologische randvoorwaarden

Question 4

Fossiele energiedragers

Answer 4

Niet-duurzame brandstof ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven.

Question 5

Industrialisatie

Answer 5

Periode waarin productieprocessen veranderden door mechanisatie

Question 6

Circulaire economie

Answer 6

Kringloopeconomie, waarbij afval wordt geminimaliseerd en hergebruik van grondstoffen gemaximaliseerd.

Question 7

Traditionele economie

Answer 7

Het take-make-use-waste model. Oftewel:

grondstoffen worden gewonnen- er wordt iets nieuws van gemaakt door de producent- als de gebruiker vind dat het goed niet meer bruikbaar is- wordt het afval

Question 8

Verbruiksgoederen

Answer 8

Niet-duurzame consumptiegoederen.

Question 9

Gebruiksgoederen

Answer 9

Duurzame consumptiegoederen

Question 10

Product-dienstmodel

Answer 10

De producent verkoopt geen goederen meer, maar diensten.

Question 11

startup

Answer 11

beginnend bedrijf

Question 12

co-creatie

Answer 12

samenwerking tussen meerdere kleine (startende) bedrijven

Question 13

onderhandse investering

Answer 13

investering waarbij twee pertijen de afspraken maken

Question 14

durfkaptiaal

Answer 14

een investering in een onderneming zonder trackrecord

Question 15

crowdfunding

Answer 15

publieksfinanciering, geldbedrag wordt in kleine stukjes bij particulieren uitgeleend.

Question 16

downcycling

Answer 16

de grondstof is van mindere kwaliteit bij hergebruik

Question 17

afschrijven

Answer 17

het rekening houden in de boekhouding met de waardeverminderingen van vaste activa in de loop van de tijd.

Question 18

accijns

Answer 18

(kost)prijsverhogende belasting om gebruik/verbruik te verminderen

Question 19

internationale concurrentiepositie

Answer 19

positie van een onderneming ten opzichte van andere ondernemingen wereldwijd

Question 20

verwijderingsbijdrage

Answer 20

bijdrage om de recycling van een apparaat te bekostigen

Question 21

Hernieuwbare grondstoffen

Answer 21

onuitputtelijke energiebronnen die telkens opnieuw gebruikt kunnen worden.

Question 22

Recycling

Answer 22

(her)winnen van oud materiaal om er nieuwe goederen mee te maken.

Question 23

upcycling

Answer 23

de grondstof is van betere kwaliteit bij hergebruik

Question 24

hemline indicator

Answer 24

theorie van George Taylor waarbij de roklengte aan de stand van de economie wordt gekoppeld.

Question 25

leasen

Answer 25

het huren van productiemiddelen voor een bepaalde tijd, met als groot voordeel dat een bedrijf geen geld hoeft te investeren in zo’n productiemiddel.

Question 26

Buisiness-to-business

Answer 26

ondernemingen die aan ondernemingen leveren

Question 27

Europese aanbesteding

Answer 27

een opdrachtomschrijving volgens Europese richtlijnen waarop bedrijven kunnen inschrijven met een offerte.

Question 28

remontabele goederen

Answer 28

onderdelen van goederen zijn los te halen en vervolgens te hergebruiken

Question 29

Levensduurverlenging

Answer 29

het verlengen van een productenlevenscyclus.

Question 30

Productielevenscyclus

Answer 30

Theorie gebruikt door Theodore Levitt die de verschillende fases van een product omschrijft

Question 31

Refurbishen

Answer 31

Een tweedehands product opknappen, eventueel voorzien van nieuwe of nog goede onderdelen, testen en controleren

Question 32

Refurbishen

Answer 32

Een tweedehands product opknappen, eventueel voorzien van nieuwe of nog goede onderdelen, testen en controleren

Question 33

Modulair

Answer 33

Gemaakt van vervangbare onderdelen

Question 34

Keurmerk

Answer 34

Een certificering door onafhankelijke partij, die geregistreerd staat bij de Raad van Accreditatie.

Question 35

Bedrijfskeurmerk

Answer 35

Certificering opgezet door eigen organisatie, die niet gecontroleerd wordt door een onafhankelijke partij.

Question 36

Beeldmerk

Answer 36

Herkenningsteken van een organisatie (logo)

Question 37

Vier P’s

Answer 37

Marketing mix van product, prijs, promotie en plaats.