gb tijd Flashcards
tijd
time
hoe laat is het?
what time is it?
klok
clock
een uur
an hour
een half uur
half an hour
minuut
minute
seconde
second
acht uur
eight o’clock
vijf over acht
five past eight
kwart over acht
a quarter past eight
tien voor half negen
twenty past eight
half negen
half past eight
vijf over half negen
twenty-five to nine
kwart voor negen
a quarter to nine
tien voor negen
ten to nine
maandag
Monday
dinsdag
Tuesday
woensdag
Wednesday
donderdag
Thursday
vrijdag
Friday
zaterdag
Saturday
zondag
Sunday
weekend
weekend
in het weekend
at the weekend
wekelijks
weekly
dagelijks
daily
seizoen
season
zomer
summer
winter
winter
lente
spring
herfst
autumn - fall
maand
month
januari
January
februari
February
maart
March
april
April
mei
May
juni
June
juli
July
augustus
August
september
September
oktober
October
november
November
december
December
jaar
year
verjaardag
birthday
zij is elf jaar oud
she is eleven years old
een meisje van elf
an eleven-year-old girl
ik ben geboren in …
I was born in … (niet I am born in …)
vandaag
today
gisteren
yesterday
morgen
tomorrow
volgende week
next week
vorige week
last week
… geleden
… ago
verleden
past
toekomst
future
nu
now
op dit moment
at the moment
ooit
ever
nooit
never
soms
sometimes
vaak
often