Gastcollege: Het veranderingsproces na ingrijpende gebeurtenissen Flashcards

1
Q

Wat is een traumatogene gebeurtenis? waar moet deze aan voldoen?

A
  1. Is éénmalig, plots, onverwacht, buitengewoon.
  2. Confronteert je op objectieve of subjectieve wijze met de dood of de bedreiging van de fysieke of psychische integriteit van jezelf of iemand anders.
  3. Gaat gepaard met een initiële reactie van verschrikking, gevolgd door intense gevoelens van machteloosheid, woede, angst, ontreddering en/of verlating.
  4. Verstoort de basisverwachtingen en –zekerheden omtrent het leven (veiligheid, voorspelbaarheid, vertrouwen, eerlijkheid, samenhang, zinvolheid, controle, etc.).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de impact van een traumatische gebeurtenis?

A
  • Op cognitief niveau:
    Het kan impact hebben op je beoordeling van een situatie. Dit proces wordt gestuurd door overleving.
  • Op lichamelijk niveau:
    Het kan energie (adrenaline) vrijmaken. Dit is een automatisch proces om de overleving te bevorderen.
  • Op gedragsmatig niveau:
    Initiatie van de fight, flight of freeze reactie. Deze is ook gestuurd door overleving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Acute stressreacties op een traumatische gebeurtenis. Op korte termijn.

A

Lichamelijke reacties: Zweten, trillen, hoofdpijn, …

Emotionele reacties: Woede, angst, machteloosheid, …

Gedragsmatige reacties: Huilen, roken, zich afzonderen, …

Cognitieve reacties: Ontkenning, ongeloof, verwarring, concentratieproblemen, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Impact van een traumatische gebeurtenis op middellange termijn?

A

Piekeren, triggereffect, flashbacks, nachtmerries, …

Ontwijken van gevoelens, vermijden van plaatsen, personen, geheugenverlies, …

Alertheid en prikkelgevoeligheid, schrikachtig,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Factoren die invloed hebben op het helingsproces van de persoon.

A

Beïnvloedende factoren:
- Persoon, coping
De coping strategieën die door de persoon zelf worden gebruikt. Probleemgerichte coping (situatie verdraaglijk maken), emotiegerichte coping (emoties verdraaglijk maken) en vermijdingsgerichte coping (gezelschap en afleiding opzoeken).

  • Persoon, draagkracht
    Driehoek van impact komt hierbij kijken, hierin staan 3 factoren. Betrokkene, eigen levenservaring en slachtoffer/gebeurtenis. Dit is om te zien hoe dichtbij een traumatische omgeving bij de persoon komt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beïnvloedende factor: de gebeurtenis

A

Uiteraard is de gebeurtenis van grote invloed op het helingsproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beïnvloedende factor: de omgeving

A

Hoe reageer je omgeving op de traumatische ervaring?
- Wat is je eigen verwachting?
- Daadwerkelijke reacties
–> levert erkenning op.
- Lotgenoten
- Steun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Behoeften van het slachtoffer na de traumatische gebeurtenis.

A
  • Veiligheid
    Beschermd worden tegen het gevaar, verzekerd worden dat er geen gevaar (meer) is.
    In een veilige omgeving zitten om te kunnen praten, de hulpverlener kunnen vertrouwen.
    Zich vrij kunnen uitdrukken.
    DON’T: vragen om details.
  • Emotionele steun
    Luisterend oor, Empathie.
    Beschikbaarheid, Opvang, steun, hulp.
    Erkenning van de victimisatie.
    Tolerantie ten aanzien van posttraumatische reacties.

DON’T: oordelen

  • Informatie
    Begrijpen wat er echt gebeurd is, bevestiging krijgen dat zijn/haar reacties normaal zijn.
    Weten welke stappen hij/zij moet zetten.
    Weten waar hij/zij indien nodig extra hulp kan vragen.

DON’T: informatie achterhouden

ZIE FIGUUR 12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly