G Antibiotica Flashcards
Welke antibiotica remmen de synthese van essentiële metabolieten?
Sulfonamiden, trimethoprim
Welke antibiotica remmen de DNA-replicatie en transcriptie?
Chinolonen, rifampicine
Welke antibiotica remmen de eiwitsynthese?
Macroliden, aminoglycosiden, tetracyclinen
Welke antibiotica remmen de celwandsynthese
Bètalactamantibiotica, vancomycine
Wat is het kenmerk van grampositieve bacteriën
Dikke celwand van peptidoglycanen
Wat is het kenmerk van gramnegatieve bacteriën
Dunne celwand, met daaromheen extra buitenmembraan van lipopolysacchariden (LPS)
Welke twee bijwerkingen hebben alle antibiotica?
- Alle ABs gastrointestinale bijwerkingen vanwege effect op darmflora
- Alle antibiotica hebben een versterkend effect op coumarines (koortsperiode geeft verhoogde afbraak van stollingsfactoren): INR omhoog. Indien antibiotica wordt gestart in combinatie met coumarines, moet contact op worden genomen met de trombosedienst.
Hoe worden de meeste antibiotica geklaard? Wat is het gevolg hiervan?
De meeste antibiotica worden renaal geklaard. Hierdoor moet de dosis worden aangepast bij een verminderde nierfunctie.
Welke groepen vallen onder de bètalactamantibiotica?
- Penicillinen
- Cefalosporinen
- Carbapenems
Wat is het werkingsmechanisme van bètalactamantibiotica?
Bètalactamantibiotica remmen de synthese van de bacteriële celwand. Hiervoor is de bètalactamring essentieel. Als deze doorbroken wordt verliezen bètalactamantibiotica hun functie.
–> Door bètalactamasen kan resistentie optreden.
Werken bètalactamantibiotica bactericide of bacteriostatisch?
Bètalactamantibiotica werken bactericide bij snelgroeiende bacteriën. Hebben minder effect bij verwekkers van chronische processen.
Door welke middelen wordt de werking van Bètalactamantibiotica tegengegaan?
Door combinatie met bacteriostatische middelen.
Wat zijn voorbeelden van penicillinen en wat zijn de werkingsspectra van deze?
- Benzylperoxide: smalspectrum (vooral grampositieven)
- Flucloxacilline: smalspectrum (vooral grampositieven), bètalactamaseongevoelig!
- Amoxicilline: breedspectrum: grampositieven en gramnegatieven.
- Amoxicilline + clavulaanzuur: bètalactamaseongevoelig.
Wat zijn de bijwerkingen van Bètalactamantibiotica?
- Gastro-intestinale reacties (diarree)
- Allergie of anafylaxie (0,01-0,04%)
- Huidreacties, vooral amoxicilline (niet immuungemedieerd)
Bij welke aandoeningen zorgt amoxicilline in 90% van de gevallen voor een huidreactie?
EBV en lymfatische leukemie
Met welke middelen hebben penicillinen kruisovergevoeligheid?
- Kruisreacties tussen penicillinen
- 5% kruisreacties met cefalosporinen
Waardoor kan ernstige diarree bij Bètalactamantibiotica worden veroorzaakt? Welke behandeling is dan aangewezen?
Clostridium difficile kan een pseudomembraneuze colitis geven. Dan moet direct worden gestopt met de behandeling en worden gestart met metronidazol.
Welke middelen horen bij de cefalosporinen en wat zijn hun werkingsspectra?
1e generatie: Smalspectrum: vooral grampositief
2e generatie: Iets breder spectrum: iets meer ook gramnegatieve verwekkers. Ook bètalactamaseongevoelig.
3e generatie (ceftriaxon): breedspectrum: positief en vooral negatief.
Hoe moeten 3e generatie cefalosporinen worden toegediend?
Parenteraal.
Wat is het werkingsspectrum van carbapenems?
Zeer breed werkingsmechanisme: bijna alle soorten grampositieve, gramnegatieve en anaerobe bacteriën.
Wat is de indicatie van carbapenems?
Dit zijn reservemiddelen.
Wat zijn middelen die horen bij de tetracyclinen?
Doxycycline, tetracycline
Wat is het werkingsmechanisme van tetracyclinen? Werken ze bactericide of bacteriostatisch?
Remmen eiwitsynthese. Werken bacteriostatisch.
Wat zijn mogelijke bijwerkingen van tetracyclinen?
- Schadelijke werking op bot- en tandweefsel: verkleuring en hypoplasie van tanden. Schadelijke effecten voor botgroei.
- Fotosensibilisatie: blootstelling aan zonlicht afraden tijdens de kuur.
Wat zijn contraindicaties voor tetracyclinen?
Zwangerschap en kinderen onder 8 jaar.
Met welke middelen hebben tetracyclinen interacties?
- Preparaten met aluminium, magnesium, ijzer en calcium (waaronder ijzerpreparaten, melk en antacida): vormen onoplosbare complexen in de darm, waardoor de tetracyclinen niet goed worden opgenomen.
Wat zijn adviezen voor tetracyclinen als een persoon aluminium, magnesium, ijzer of calciumpreparaten gebruikt?
- Ander antibioticum overwegen
- Indien combinatie nodig is: AB toedienen tot 3 uur voor of vanaf 2 uur na het preparaat.
- I.c.m. ferrofumaraat: niet mogelijk. ferro tijdelijk staken of alternatief.
Wat zijn voorbeelden van aminoglycosiden?
Tobramycine, gentamycine.
Wat is het werkingsmechanisme van aminoglycosiden? Bactericide of bacteriostatisch?
Interfereren met eiwitsynthese. Bactericide werking.
Wat is het werkingsspectrum van aminoglycosiden
Vooral gramnegatieve (staven)
Wat is, los van de bijwerkingen een nadeel van aminoglycosiden.
Kunnen alleen parenteraal worden toegediend.
Wat zijn bijwerkingen van aminoglycosiden?
Smalle therapeutische breedte:
- Nefrotoxiciteit, meestal reversibel. Kan echter leiden tot een vicieuze cirkel van accumulatie.
- Irreversibele ototoxiciteit.
Wat voor controles zijn nodig bij aminoglycosiden?
Toediening op basis van spiegelbepaling in serum.
Wat zijn voorbeelden van macroliden?
Erytromycine, claritromycine, aritromycine.
Wat is het werkingsmechanisme van macroliden? Bacteriocide of bacteriostatisch?
Remming eiwitsynthese. Bacteriostatische werking.
Wat is het werkingsspectrum van macroliden?
Vooral grampositieve en atypische verwekkers (intracellulair: Chlamydia, Legionella, Mycobacteria)
Met welke middelen hebben macroliden interacties
- Macroliden (alleen erytromycine en claritromycine) zijn CYP3A4 remmers, waardoor ze de werking van substraten daarvan verhogen. O.a. van statinen: risico op rhabdomyolyse.
- Erytromycine en claritromycine zijn substraten van CYP3A4.
- QTc-verlengers: verhoogd risico op torsades de pointes.
Wat zijn voorbeelden van sulfonamiden?
- Sulfonamiden
- Trimethoprim
- Cotrimoxazol
Wat is het werkingsmechanisme van sulfonamiden? Bacteriostatisch of bactericide?
Sulfonamiden remmen de synthese van dihydrofoliumzuur. Trimethoprim remt de omzetting van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur via enzym dihydrofoliumzuurreductase.
Sulfonamiden: bacteriostatisch
Trimethoprim: bacteriostatisch
Cotrimoxazol: synergie: 5-10x werkzamer: bactericide, minder kans op resistentie.
Welke interacties hebben sulfonamiden?
- Methotrexaat: remt ook dihydrofoliumzuurreductase: risico op beenmergsuppressie met megaloblastaire anemie en mondulcera
- Vitamine K antagonisten: Cotrimoxazol versterkt effect: INR verhoogd
Welke werkingsmechanismen zorgen dat cotrimoxazol de werking van vitamine K-antagonisten verhoogt:
- Bij koorts is CYP2C9 enzym minder in werking
- Cotrimoxazol remt CYP2C9
- Cotrimoxazol verdringt coumarines van transporteiwitten waardoor grotere vrije fractie.
CYP2C9 breekt coumarines af.
Wat zijn voorbeelden van chinolonen?
Ciprofloxacine
Wat zijn de werkingsmechanismen van chinolonen? Bactericide of bacteriostatisch?
Remmen DNA-synthese door remming DNA-gyrase.
Bactericide werking.
Wat is het werkingsspectrum van chinolonen?
Gramnegatieven.
Wat zijn interacties van chinolonen?
- Binden in maagdarmkanaal aan preparaten met aluminium, ijzer, calcium en magnesium. Vormen onoplosbare complexen waardoor verminderde opname.
- QTc verlengers
Wat zijn middelen bij ongecompliceerde UWI’s? Wat is het kenmerk van deze middelen?
Nitrofurantoïne, fosfomycine.
Hoge concentraties in urine, lage concentraties in bloed.
Welke middelen worden voorgeschreven bij gecompliceerde urineweginfecties (weefselinvasie: o.a. prostatitis, pyelonefritis.)
Trimethoprim, cotrimoxazol.
Welk middel wordt voorgeschreven tegen anaerobe infecties?
Metronidazol
Wat zijn voorbeelden van anaerobe verwekkers?
Clostridium difficile, clostridium perfringens, bacteroides fragilis.
Wat zijn interacties van metronidazol?
- Coumarines (versterkte werking)
- Alcohol: metronidazol remt enzym aldehydedehydrogenase, waardoor in combinatie met alcohol een verhoogde concentratie acetaldehyde: misselijkheid, braken, rood gelaat en hoofdpijn.
> Alcohol afgeraden tot 48 uur na staken metronidazol.
Wat zijn drie aanwijzingen voor antibioticagebruik?
- Smalspectrum heeft de voorkeur boven breedspectrum zodra verwekker en gevoeligheidsspectra bekend zijn. Dit gaat resistentie tegen.
- In principe slechts enkele dagen (3-4) iv behandeling bij zeer ernstige infecties. Zo snel mogelijk overstappen op orale therapie.
- Meestal binnen 1-3 dagen gunstige reactie op ingestelde therapie.
Wat kunnen redenen zijn dat ABtherapie onvoldoende aanslaat?
- Andere verwekker
- resistente verwekker
- Niet-infectieuze koortsende ziekte: maligniteiten, auto-immuun, reactie op medicatie.
- Infectiehaard moeilijk te bereiken
> Abces of empyeem
> Corpus alienum
> Moeilijk bereikbaar compartiment (hartklep, meningen, bot, gewrichten).