fysiologie 1.2 Flashcards
Wat betekent hydrofoob?
Niet in water oplosbaar.
Wat betekent hydrofiel?
Wateroplosbaar
Vetweefsel is een hormoon-actief orgaan. True/false?
True.
Tijdens de groei neemt het aantal vetcellen af. True/false?
False.
Waar wordt CCK geproduceerd?
Het duodenum.
Heeft bruin of wit vet een hoger metabolisme?
Bruin.
Waar wordt gal geproduceerd, opgeslagen en afgegeven?
Geproduceerd in de lever, opgeslagen in de galblaas en afgegeven in de dunne darm.
Welke vitaminen zijn vetoplosbaar?
A, D en E.
Wat is een gezond vetpercentage voor mannen en vrouwen?
Mannen: 15-20%
Vrouwen: 25-30%
Welke vorm van lipase heeft het grootste aandeel in de vetvertering?
Pancreatische lipase (in alvleeskliersap)
Is hydrofoob altijd hetzelfde als lipofiel?
Ja
Hoe hoger de leptinelevels in het bloed, hoe … de opslag van vet in de vetdepots. Groter/kleiner?
Groter
Wat bevatten witte vetcellen en bruine vetcellen?
Witte – grote vetdruppel en nucleus aan de zijkant
Bruine – kleine vetdruppels, nucleus en veel mitochondriën
Welk soort vetweefsel is het meest gelinkt aan gezondheidsrisico’s?
Visceraal
Wat zijn twee soorten vetweefsels?
Visceraal – rondom de buikholte
Subcutaan – onder de huid
Waar wordt gal door afgegeven (hormoon)?
CCK
Waar vindt vetvertering plaats?
Duodenum en jejunum.
Wat zijn twee soorten lipiden?
Vetten (triglyceriden) en vetachtige stoffen (fosfolipiden en sterolen en dergelijken)
Wat zijn de functies van lipiden?
- Brandstof (9 kcal)
- Regulatie van lichaamsprocessen (bijv. hormonen)
- Structuur (bijvoorbeeld fosfolipiden in celmembraan)
Wat is de functie van de vertering van vetten?
Het afbreken van triglyceriden tot monoglyceriden, vetzuren en glycerol
Waar zorgt CCK voor?
De afgifte van gal en alvleeskliersap.
Hoe worden kleine en grote vetverteringsproducten geabsorbeerd?
Kleine: door diffusie opgenomen in bloed
Grote: eerst micellen (geëmulgeerde vetdruppels) gevormd die in de darmcel worden opgenomen. Dan triglyceriden in chylomicronen, dan afgegeven aan lymfe en dan pas aan bloed.
Wat zijn kleine vetverteringsproducten?
Losse glycerolmoleculen en korteketenvetzuren
Wat zijn grote vetverteringsproducten?
Monoglyceriden en lange keten vetzuren.
Wat zijn de 3 functies van fosfolipiden?
o De structuur van het celmembraan o Lipide transport o Emulgator (hydrofiele kop en hydrofobe staart)
Wat zijn de 3 functies van sterolen?
o Ook belangrijke functie in celmembraan o Precursor (=voorloperstof die door lichaam wordt aangemaakt en daarna weer wordt gebruikt voor iets anders) voor steroïdehormonen o Galzuren (bijvoorbeeld cholesterol)
Wat is een ander woord voor vetcellen?
Adipocyten
Wat zijn adipocyten?
Vetcellen.
Wat zijn de twee hormonen die zorgen voor een hongergevoel en verzadigingsgevoel?
Hongerhormoon = ghreline Verzadigingshormoon = leptine
Waar zorgt een stijging in leptinelevels voor?
Onderdrukking van de eetlust en een stijging van energiegebruik uit vetdepots
Hebben mensen met overgewicht leptine aanmaak?
Ja, maar krijgen een soort resistentie.
Wat zijn exogene vetten?
Vetten die je binnenkrijgt uit je dieet.
Wat zijn endogene vetten?
Vetten die je in je lichaam zelf aanmaakt.
Waar worden vetten door getransporteerd?
Lipoproteïnen.
Wat zijn lipoproteïnen?
Vervoerders van vetten die bestaan uit een lipidenkern die voornamelijk bestaat uit triglyceriden en een omhulsel van fosfolipiden met daarin eiwitten en cholesterol.
Wat zijn de vier verschillende lipoproteïnen?
VLDL, LDL, HDL en chylomicronen
Waar worden lipoproteïnen aangemaakt?
In de lever.
Welke lipoproteïnen hebben een rol in de exogene route?
Chylomicronen
Welke lipoproteïnen hebben een rol in de endogene route?
VLDL, LDL en HDL
Waar worden endogene vetten gemaakt?
In de lever.
Waar start de endogene route en hoe loopt deze?
In de levercellen. In het ER worden endogene vetten verpakt in lipoproteïnen en daarna door de grote poriën van de aderen in de levercel opgenomen in het bloed. Door de lever gemaakte triglyceriden worden verpakt in VLDL en vervoert naar de weefsels waar ze worden opgenomen. VLDL verliest triglyceriden, krimpt en er ontstaat Intermideate Density Lipoprotein (IDL) en dat gaat terug naar de lever. Lever krijgt dus ook veel cholesterol en gaat dat ook verpakken in LDL. Het LDL vervoert cholesterol naar cellen die het nodig hebben maar er blijft soms over en dat wordt deels opgeruimd door HDL en teruggebracht naar de lever.
Waar start de exogene route en hoe loopt deze?
In de darmcellen. In ER worden vetten verpakt in chylomicronen. Vervolgens chylomicronen oor golgisysteem verpakt in blaasjes die dan samensmelten met het celmembraan waardoor chylomicronen worden afgegeven buiten de cel. –> te groot om in het bloed opgenomen te worden dus gaan naar de lymfe en later pas bij bovenste holle ader naar het bloed.
Als triglyceriden na de exogene route zijn afgegeven aan bloed, wat gebeurt er?
Ze gaan naar de perifere weefsels. In de wand van de capillairen (kleine haarvaatjes) van de perifere weefsels zit LPL = Lipoproteïnelipase en dit breekt de triglyceriden af tot losse vetzuren zodat ze opgenomen kunnen worden.
Hoe meer … in de lipoproteïne, hoe lager de dichtheid.
Triglyceriden
Wat is de grootte, dichtheid en functie van chylomicronen?
Omvang = grootste Dichtheid = laagste Functie = transport exogene triglyceriden naar lever en de perifere weefsels
Wat is de grootte, dichtheid en functie van VLDL?
Very Low Density Lipoprotein
Omvang = op een na grootste
Dichtheid = heel laag
Functie = transport endogene triglyceriden (in lever) naar perifere weefsels.
Wat is de grootte, dichtheid en functie van LDL?
Low Density Lipoprotein
Omvang = redelijk klein
Dichtheid = vrij laag
Functie = transport cholesterol naar perifere weefsels
Wat is de grootte, dichtheid en functie van HDL?
High Density Lipoprotein
Omvang = kleinste deeltje
Dichtheid = heel hoog
Functie = afvoer van cholesterol uit perifere weefsels naar de lever
Heb je goed en slecht cholesterol?
Nee er is maar 1 type cholesterol maar de manier waarop cholesterol is verpakt kan wel verschillen in ‘goed’ en ‘slecht’. LDL wordt geassocieerd met slecht cholesterol en HDL wordt geassocieerd met goed cholesterol
Hoe meet je een bloedlipideprofiel?
Nuchter, door 12 uur van tevoren niet te eten.
Wat zorgt er in een dieet voor hoge cholesterol levels?
Een dieet hoog in verzadigde vetzuren. Want dan wordt er meer triglyceriden afgegeven aan exogene route, verpakt in meer VLDL en dus ontstaat er meer LDL.
Waarom zijn hoge LDL-cholesterol levels slecht?
LDL kan niet allemaal worden opgenomen en gaat zich dus afzetten tegen de bloedwand en er ontstaan ook scheurtjes in de bloedwand. Er worden macrofagen op af gestuurd die de overtollige LDL opnemen en dan opzwellen en verharden waardoor er plak in het bloedvat ontstaat en het bloed niet kan doorstromen. Dit zorgt voor een hogere kans op hart- en vaatziekten en diabetes.
In welke toestand worden eiwitten door de cellen van de dunne darm geabsorbeerd?
Dipeptiden, tripeptiden en losse aminozuren.
Tussen welke groepen van aminozuren komen peptidebindingen tot stand?
Tussen de aminogroep van het ene aminozuur en de carboxylgroep van het andere.
Waarom worden de eiwitverterende enzymen als pro-enzym geproduceerd en afgegeven?
Omdat deze enzymen anders de functionele eiwitten in de cellen waar ze geproduceerd worden af zouden breken.
Hoeveel verschillende eiwitten bevinden zich ongeveer in het menselijk lichaam?
30.000
Welke stof is verantwoordelijk voor de denaturatie van eiwitten in de maag?
Waterstofchloride/zoutzuur (HCl)
Wat is de colloïd-osmotische druk?
De wateraanzuigende kracht die wordt veroorzaakt door de concentratie eiwitten in het bloed.
Waar wordt chymotrypsinogeen door geactiveerd in de dunne darm?
Trypsine
Wat is een eiwit?
Een kralenketting aan aminozuren
Uit welke groepen en welke atomen bestaan aminozuren?
Een aminegroep, een carbonzuurgroep en een restgroep; C, O, H, N en soms S
Wat moet er eerst met eiwitten gebeuren voordat de enzymen er goed bij kunnen?
Ze moeten denatureren.
In welke organen vindt de vertering van eiwitten plaats en wat gebeurt daar?
In de maag worden de eiwitten gedenatureerd door HCl en HCl zorgt er ook voor dat pepsinogeen wordt omgezet in pepsine. In de dunne darm komt gal en alvleeskliersap. Gal emulgeert de vetten en in alvleeskliersap zit trypsinogeen en chymotrypsinogeen. Die daarna actief worden en beginnen met verteren.
Wat is een pro-enzym en waarom bestaan ze?
De inactieve vorm van (eiwit verterende)enzymen. Zo worden ze geproduceerd zodat ze de cellen die ze produceren niet afbreken.
Wat is een protease?
Een eiwitverterend enzym.
Wat is het pro-enzym in maagsap? Welke protease wordt het en hoe?
Pepsinogeen; wordt pepsine door HCl.
Wat zijn de pro-enzymen in alvleeskliersap? Welke proteasen worden het en hoe?
Trypsinogeen en chymotrypsinogeen; Als trypsinogeen in de darmholte komt een enzym ‘membraangebonden enterokinase’ uit de epitheelcellen en dat kan trypsinogeen omzetten tot actief trypsine. Trypsine is dan weer het signaal om chymotrypsinogeen om te zetten in chymotrypsine.
Wat zijn de enzymen in darmcellen en wat doen ze?
Di- en tripeptidasen; ze breken di- en tri-peptiden af tot losse aminozuren. Dit gebeurt dus na de absorptie.
Op welke manier worden aminozuren opgenomen?
De meeste via actief transport en een aantal via gefaciliteerde diffusie.
Welk hormoon wordt geproduceerd als de voedselbrij in de maag komt?
Gastrine
Welke hormonen worden geproduceerd als de voedselbrij in de dunne darm komt?
GIP, secretine en CCK.
Wat is de functie van gastrine en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd door de maag als de voedselbrij daar waargenomen wordt; stimuleert de werking van de maag.
Wat is de functie van secretine en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd als de voedselbrij wordt waargenomen in de dunne darm; stimuleert de afgifte van bicarbonaat om pH te neutraliseren en remt de maag.
Wat is de functie van GIP en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd als de voedselbrij wordt waargenomen in de dunne darm;
Stimuleert de afgifte van insuline en remt de maag.
Wat is de functie van CCK en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd als de voedselbrij wordt waargenomen in de dunne darm;
Stimuleert de afgifte van alvleeskliersap en gal. En remt de maag.
Noem 7 functies van eiwitten in het menselijk lichaam.
- Structuur (huidweefsel, botten, nagels en spieren)
- Enzymen
- Hormonen
- Antilichamen
- Vochtbalans in het bloed
- Zuur-base balans
- Transport
a. Transporteiwitten
b. Lipoproteinen om vetten te vervoeren
Noem de 4 levels waaruit een spierweefsel is opgebouwd.
- Een spierweefsel is opgebouwd uit spiervezels (ketens) naast elkaar
- Een spiervezel is opgebouwd uit myofibrillen (ketens) naast elkaar
- Zo’n myofibril keten bestaat uit verschillende sarcomeren (stukjes van de keten) achter elkaar.
- Die sarcomeren bestaan uit twee soorten eiwitfilamenten namelijk actine en myosine.
Hoe werkt het samentrekken en ontspannen van een spier?
Als een spier moet samentrekken is de signaalstof calcium. Calcium bindt zich aan de dunne actine filamenten waardoor de contactplekjes zichtbaar worden. De dikke myosine filamenten trekken aan de actine filamenten waardoor de twee soorten filamenten over elkaar heen schuiven waardoor de spier korter wordt. Als ze allemaal weer loslaten ontspant de spier en wordt deze langer.