fysiologie 1.2 Flashcards
Wat betekent hydrofoob?
Niet in water oplosbaar.
Wat betekent hydrofiel?
Wateroplosbaar
Vetweefsel is een hormoon-actief orgaan. True/false?
True.
Tijdens de groei neemt het aantal vetcellen af. True/false?
False.
Waar wordt CCK geproduceerd?
Het duodenum.
Heeft bruin of wit vet een hoger metabolisme?
Bruin.
Waar wordt gal geproduceerd, opgeslagen en afgegeven?
Geproduceerd in de lever, opgeslagen in de galblaas en afgegeven in de dunne darm.
Welke vitaminen zijn vetoplosbaar?
A, D en E.
Wat is een gezond vetpercentage voor mannen en vrouwen?
Mannen: 15-20%
Vrouwen: 25-30%
Welke vorm van lipase heeft het grootste aandeel in de vetvertering?
Pancreatische lipase (in alvleeskliersap)
Is hydrofoob altijd hetzelfde als lipofiel?
Ja
Hoe hoger de leptinelevels in het bloed, hoe … de opslag van vet in de vetdepots. Groter/kleiner?
Groter
Wat bevatten witte vetcellen en bruine vetcellen?
Witte – grote vetdruppel en nucleus aan de zijkant
Bruine – kleine vetdruppels, nucleus en veel mitochondriën
Welk soort vetweefsel is het meest gelinkt aan gezondheidsrisico’s?
Visceraal
Wat zijn twee soorten vetweefsels?
Visceraal – rondom de buikholte
Subcutaan – onder de huid
Waar wordt gal door afgegeven (hormoon)?
CCK
Waar vindt vetvertering plaats?
Duodenum en jejunum.
Wat zijn twee soorten lipiden?
Vetten (triglyceriden) en vetachtige stoffen (fosfolipiden en sterolen en dergelijken)
Wat zijn de functies van lipiden?
- Brandstof (9 kcal)
- Regulatie van lichaamsprocessen (bijv. hormonen)
- Structuur (bijvoorbeeld fosfolipiden in celmembraan)
Wat is de functie van de vertering van vetten?
Het afbreken van triglyceriden tot monoglyceriden, vetzuren en glycerol
Waar zorgt CCK voor?
De afgifte van gal en alvleeskliersap.
Hoe worden kleine en grote vetverteringsproducten geabsorbeerd?
Kleine: door diffusie opgenomen in bloed
Grote: eerst micellen (geëmulgeerde vetdruppels) gevormd die in de darmcel worden opgenomen. Dan triglyceriden in chylomicronen, dan afgegeven aan lymfe en dan pas aan bloed.
Wat zijn kleine vetverteringsproducten?
Losse glycerolmoleculen en korteketenvetzuren
Wat zijn grote vetverteringsproducten?
Monoglyceriden en lange keten vetzuren.
Wat zijn de 3 functies van fosfolipiden?
o De structuur van het celmembraan o Lipide transport o Emulgator (hydrofiele kop en hydrofobe staart)
Wat zijn de 3 functies van sterolen?
o Ook belangrijke functie in celmembraan o Precursor (=voorloperstof die door lichaam wordt aangemaakt en daarna weer wordt gebruikt voor iets anders) voor steroïdehormonen o Galzuren (bijvoorbeeld cholesterol)
Wat is een ander woord voor vetcellen?
Adipocyten
Wat zijn adipocyten?
Vetcellen.
Wat zijn de twee hormonen die zorgen voor een hongergevoel en verzadigingsgevoel?
Hongerhormoon = ghreline Verzadigingshormoon = leptine
Waar zorgt een stijging in leptinelevels voor?
Onderdrukking van de eetlust en een stijging van energiegebruik uit vetdepots
Hebben mensen met overgewicht leptine aanmaak?
Ja, maar krijgen een soort resistentie.
Wat zijn exogene vetten?
Vetten die je binnenkrijgt uit je dieet.
Wat zijn endogene vetten?
Vetten die je in je lichaam zelf aanmaakt.
Waar worden vetten door getransporteerd?
Lipoproteïnen.
Wat zijn lipoproteïnen?
Vervoerders van vetten die bestaan uit een lipidenkern die voornamelijk bestaat uit triglyceriden en een omhulsel van fosfolipiden met daarin eiwitten en cholesterol.
Wat zijn de vier verschillende lipoproteïnen?
VLDL, LDL, HDL en chylomicronen
Waar worden lipoproteïnen aangemaakt?
In de lever.
Welke lipoproteïnen hebben een rol in de exogene route?
Chylomicronen
Welke lipoproteïnen hebben een rol in de endogene route?
VLDL, LDL en HDL
Waar worden endogene vetten gemaakt?
In de lever.
Waar start de endogene route en hoe loopt deze?
In de levercellen. In het ER worden endogene vetten verpakt in lipoproteïnen en daarna door de grote poriën van de aderen in de levercel opgenomen in het bloed. Door de lever gemaakte triglyceriden worden verpakt in VLDL en vervoert naar de weefsels waar ze worden opgenomen. VLDL verliest triglyceriden, krimpt en er ontstaat Intermideate Density Lipoprotein (IDL) en dat gaat terug naar de lever. Lever krijgt dus ook veel cholesterol en gaat dat ook verpakken in LDL. Het LDL vervoert cholesterol naar cellen die het nodig hebben maar er blijft soms over en dat wordt deels opgeruimd door HDL en teruggebracht naar de lever.
Waar start de exogene route en hoe loopt deze?
In de darmcellen. In ER worden vetten verpakt in chylomicronen. Vervolgens chylomicronen oor golgisysteem verpakt in blaasjes die dan samensmelten met het celmembraan waardoor chylomicronen worden afgegeven buiten de cel. –> te groot om in het bloed opgenomen te worden dus gaan naar de lymfe en later pas bij bovenste holle ader naar het bloed.
Als triglyceriden na de exogene route zijn afgegeven aan bloed, wat gebeurt er?
Ze gaan naar de perifere weefsels. In de wand van de capillairen (kleine haarvaatjes) van de perifere weefsels zit LPL = Lipoproteïnelipase en dit breekt de triglyceriden af tot losse vetzuren zodat ze opgenomen kunnen worden.
Hoe meer … in de lipoproteïne, hoe lager de dichtheid.
Triglyceriden
Wat is de grootte, dichtheid en functie van chylomicronen?
Omvang = grootste Dichtheid = laagste Functie = transport exogene triglyceriden naar lever en de perifere weefsels
Wat is de grootte, dichtheid en functie van VLDL?
Very Low Density Lipoprotein
Omvang = op een na grootste
Dichtheid = heel laag
Functie = transport endogene triglyceriden (in lever) naar perifere weefsels.
Wat is de grootte, dichtheid en functie van LDL?
Low Density Lipoprotein
Omvang = redelijk klein
Dichtheid = vrij laag
Functie = transport cholesterol naar perifere weefsels
Wat is de grootte, dichtheid en functie van HDL?
High Density Lipoprotein
Omvang = kleinste deeltje
Dichtheid = heel hoog
Functie = afvoer van cholesterol uit perifere weefsels naar de lever
Heb je goed en slecht cholesterol?
Nee er is maar 1 type cholesterol maar de manier waarop cholesterol is verpakt kan wel verschillen in ‘goed’ en ‘slecht’. LDL wordt geassocieerd met slecht cholesterol en HDL wordt geassocieerd met goed cholesterol
Hoe meet je een bloedlipideprofiel?
Nuchter, door 12 uur van tevoren niet te eten.
Wat zorgt er in een dieet voor hoge cholesterol levels?
Een dieet hoog in verzadigde vetzuren. Want dan wordt er meer triglyceriden afgegeven aan exogene route, verpakt in meer VLDL en dus ontstaat er meer LDL.
Waarom zijn hoge LDL-cholesterol levels slecht?
LDL kan niet allemaal worden opgenomen en gaat zich dus afzetten tegen de bloedwand en er ontstaan ook scheurtjes in de bloedwand. Er worden macrofagen op af gestuurd die de overtollige LDL opnemen en dan opzwellen en verharden waardoor er plak in het bloedvat ontstaat en het bloed niet kan doorstromen. Dit zorgt voor een hogere kans op hart- en vaatziekten en diabetes.
In welke toestand worden eiwitten door de cellen van de dunne darm geabsorbeerd?
Dipeptiden, tripeptiden en losse aminozuren.
Tussen welke groepen van aminozuren komen peptidebindingen tot stand?
Tussen de aminogroep van het ene aminozuur en de carboxylgroep van het andere.
Waarom worden de eiwitverterende enzymen als pro-enzym geproduceerd en afgegeven?
Omdat deze enzymen anders de functionele eiwitten in de cellen waar ze geproduceerd worden af zouden breken.
Hoeveel verschillende eiwitten bevinden zich ongeveer in het menselijk lichaam?
30.000
Welke stof is verantwoordelijk voor de denaturatie van eiwitten in de maag?
Waterstofchloride/zoutzuur (HCl)
Wat is de colloïd-osmotische druk?
De wateraanzuigende kracht die wordt veroorzaakt door de concentratie eiwitten in het bloed.
Waar wordt chymotrypsinogeen door geactiveerd in de dunne darm?
Trypsine
Wat is een eiwit?
Een kralenketting aan aminozuren
Uit welke groepen en welke atomen bestaan aminozuren?
Een aminegroep, een carbonzuurgroep en een restgroep; C, O, H, N en soms S
Wat moet er eerst met eiwitten gebeuren voordat de enzymen er goed bij kunnen?
Ze moeten denatureren.
In welke organen vindt de vertering van eiwitten plaats en wat gebeurt daar?
In de maag worden de eiwitten gedenatureerd door HCl en HCl zorgt er ook voor dat pepsinogeen wordt omgezet in pepsine. In de dunne darm komt gal en alvleeskliersap. Gal emulgeert de vetten en in alvleeskliersap zit trypsinogeen en chymotrypsinogeen. Die daarna actief worden en beginnen met verteren.
Wat is een pro-enzym en waarom bestaan ze?
De inactieve vorm van (eiwit verterende)enzymen. Zo worden ze geproduceerd zodat ze de cellen die ze produceren niet afbreken.
Wat is een protease?
Een eiwitverterend enzym.
Wat is het pro-enzym in maagsap? Welke protease wordt het en hoe?
Pepsinogeen; wordt pepsine door HCl.
Wat zijn de pro-enzymen in alvleeskliersap? Welke proteasen worden het en hoe?
Trypsinogeen en chymotrypsinogeen; Als trypsinogeen in de darmholte komt een enzym ‘membraangebonden enterokinase’ uit de epitheelcellen en dat kan trypsinogeen omzetten tot actief trypsine. Trypsine is dan weer het signaal om chymotrypsinogeen om te zetten in chymotrypsine.
Wat zijn de enzymen in darmcellen en wat doen ze?
Di- en tripeptidasen; ze breken di- en tri-peptiden af tot losse aminozuren. Dit gebeurt dus na de absorptie.
Op welke manier worden aminozuren opgenomen?
De meeste via actief transport en een aantal via gefaciliteerde diffusie.
Welk hormoon wordt geproduceerd als de voedselbrij in de maag komt?
Gastrine
Welke hormonen worden geproduceerd als de voedselbrij in de dunne darm komt?
GIP, secretine en CCK.
Wat is de functie van gastrine en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd door de maag als de voedselbrij daar waargenomen wordt; stimuleert de werking van de maag.
Wat is de functie van secretine en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd als de voedselbrij wordt waargenomen in de dunne darm; stimuleert de afgifte van bicarbonaat om pH te neutraliseren en remt de maag.
Wat is de functie van GIP en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd als de voedselbrij wordt waargenomen in de dunne darm;
Stimuleert de afgifte van insuline en remt de maag.
Wat is de functie van CCK en waar/wanneer wordt het geproduceerd?
Wordt geproduceerd als de voedselbrij wordt waargenomen in de dunne darm;
Stimuleert de afgifte van alvleeskliersap en gal. En remt de maag.
Noem 7 functies van eiwitten in het menselijk lichaam.
- Structuur (huidweefsel, botten, nagels en spieren)
- Enzymen
- Hormonen
- Antilichamen
- Vochtbalans in het bloed
- Zuur-base balans
- Transport
a. Transporteiwitten
b. Lipoproteinen om vetten te vervoeren
Noem de 4 levels waaruit een spierweefsel is opgebouwd.
- Een spierweefsel is opgebouwd uit spiervezels (ketens) naast elkaar
- Een spiervezel is opgebouwd uit myofibrillen (ketens) naast elkaar
- Zo’n myofibril keten bestaat uit verschillende sarcomeren (stukjes van de keten) achter elkaar.
- Die sarcomeren bestaan uit twee soorten eiwitfilamenten namelijk actine en myosine.
Hoe werkt het samentrekken en ontspannen van een spier?
Als een spier moet samentrekken is de signaalstof calcium. Calcium bindt zich aan de dunne actine filamenten waardoor de contactplekjes zichtbaar worden. De dikke myosine filamenten trekken aan de actine filamenten waardoor de twee soorten filamenten over elkaar heen schuiven waardoor de spier korter wordt. Als ze allemaal weer loslaten ontspant de spier en wordt deze langer.
Wat zijn enzymen?
Het zijn eiwitten die een reactie katalyseren. Ze zijn dus geen onderdeel van de reactie.
Wat zijn twee soorten hormonen?
Peptide (eiwit) en steroïde (vet)
Wat voor soort hormoon is leptine?
Een peptidehormoon
Wat voor soort hormoon is ghreline?
Een peptidehormoon
Hoe werkt een hormoon ook alweer? En wat is hierin het verschil tussen peptide en steroïde?
Het bindt zich aan de receptor van de cel en die receptor geeft een signaal tot actie aan de cel. Peptide receptor zit op het celmembraan en steroïde receptor in de cel.
Wat voor soort eiwitten spelen een rol bij antistoffen en hoe werkt dat kort?
Immunoglobulinen. Deze hebben een kant die aan de antistofcellen bindt en een kant die aan de lichaamsvreemde stof kan binden waardoor de antistof cel deze mee kan nemen.
Wat gebeurt er als er niet genoeg eiwitten in het bloed zitten?
Dan is er geen goede colloïd-osmotische druk en verlaagt de bloeddruk en hoopt vocht op in de weefsels.
Wat is de ideale pH-waarde van bloed?
7,35-7,45
Is een eiwit in bloed een protondonor of -acceptor?
Beide
Wat doen eiwitten in bloed als de pH-waarde van het bloed te hoog is?
Bloed is te basisch dus eiwitten geven H+ ionen af.
Wat doen eiwitten in bloed als de pH-waarde van het bloed te laag is?
Bloed is te zuur dus eiwitten nemen H+ ionen op.
Hoe heet het als bloed te basisch wordt?
Alkalose
Wat betekent alkalose?
Dat bloed te basisch is.
Hoe heet het als bloed te zuur wordt?
Acidose
Wat betekent acidose?
Dat bloed te zuur is.
Waar wordt chymotrypsinogeen door geproduceerd en wat breekt het af?
De alvleesklier; breekt polypeptiden af.
Waar staat mRNA voor en wat doet het?
Messenger RNA; het draagt genetische informatie van de celkern in het cytoplasma over.
Wat is transcriptie?
Het proces waarbij mRNA wordt gebruikt om een aminozuurketen te produceren.
Hoe heet het proces waarbij mRNA wordt gebruikt om een aminozuurketen te produceren?
Transcriptie
Wat zijn de 4 stappen in genexpressie?
DNA-splitsing – transcriptie – mRNA verlaat de celkern – translatie
Welke aminozuren kunnen via transaminering in de lever geproduceerd worden?
Niet-essentiële aminozuren
Wanneer verlaat DNA de celkern?
Nooit.
Welke celorganellen zijn verantwoordelijk voor de eiwitsynthese?
Ribosomen
Wat zijn de 4 stappen in eiwituitscheiding?
- Eiwit afgebroken tot losse aminozuren en NH2 groepen losgekoppeld
- NH2 instabiel wordt NH3 (=ammoniak, giftig)
- NH3 getransporteerd naar lever en omgezet in ureum in de ureumcyclus (niet giftig)
- Ureum in de nieren uitgescheiden in de urine.
Wat is de molecuulformule voor ammoniak?
NH3
Wat is NH3?
Ammoniak
Waarom hebben ouderen een hogere eiwitbehoefte?
Omdat ze minder efficiënt zijn in de eiwitturnover
Wat is assimilatie? En wat zijn twee manieren?
Het ombouwen van eiwitten of aminozuren;
- De-aminatie = de afbraak van eiwitten, waarbij de NH2 groep wordt losgekoppeld en er blijft dan een koolstofskelet over (de rest). Van koolstofskelet kan energie gemaakt worden
- Transaminatie = aminogroep van 1 aminozuur wordt gekoppeld aan koolstofskelet van ander aminozuur. Is voorbeeld van novo synthese en kan alleen bij non-essentiële aminozuren
Waar wordt de aminozuurpool mee gevuld?
- Verteerde en geabsorbeerde voedingseiwitten
- Gedegradeerde (afgebroken) lichaamseiwitten
- De Novo synthese van non-essentiële aminozuren.
Wat gebeurt er als er een aminozuur niet aanwezig is in de aminozuurpool?
Essentieel aminozuur –> afbraak van ander eiwit of de eiwitsynthese kan helemaal niet plaatsvinden
Wat is de eiwitbalans?
De balans tussen de eiwitsynthese en de eiwitafbraak. Gemeten in stikstof input (voeding) en output (haar, huis, nagels, feces en transpiratie) = 16% van eiwit
Hoeveel van de eiwitten in de aminozuurpool zijn gerecycled?
Ongeveer twee derden
Wat is een positieve eiwitbalans?
Inname hoger dan uitscheiding –> Netto opbouw, toename in eiwitten
Wat is een negatieve eiwitbalans?
Uitscheiding hoger dan inname –> Netto afbraak, afname in eiwitten
Welke twee typen ribosomen zijn er en waarin verschillen zij van functie?
- Losse ribosomen –> maken eiwitten voor in de cel
- Ribosomen op het ruwe ER –> maken eiwitten voor buiten de cel
Waar wordt mRNA gemaakt?
Celkern
Waar wordt tRNA gemaakt?
Celkern
Hoe worden eiwitten gemaakt door ribosomen?
mRNA koppelt aan ribosoom en in het cytoplasma zweeft ook tRNA. Ribosoom koppelt complementaire tRNA aan het mRNA en maakt daarmee een aminozuurketen in de juiste volgorde.
Waar bestaat tRNA uit?
Een anticodon bestaande uit 3 nucleotiden met complementaire basen t.o.v. mRNA. Aan dit codon hangt een specifiek aminozuur.
Wat gebeurt er met de eiwitten in het gladde ER?
Eiwitten worden verder bewerkt en vervoerd naar het golgi complex.
Wat gebeurt er met de eiwitten in het golgi complex?
Eiwitten worden verder afgewerkt, geactiveerd en verpakt voor transport in vesikels.
Welke stikstofbasen zijn complementair?
Adenine en thymine; cytosine en guanine
Waar worden de stikstofbasen mee vervangen bij de transcriptie van DNA tot RNA?
Adenine > Uracil
Thymine > Adenine
Cytosine > Guanine
Guanine > Cytosine
Wat zijn de 5 levels van DNA-opbouw?
- DNA ligt gerangschikt in 46 chromosomen (23 paren)
- Chromosomen bestaan uit gespiraliseerde chromatiden
- Chromatiden bestaan uit histonen met daaromheen een dubbele DNA-streng (helix trap)
- DNA strengen bestaan uit aan elkaar gekoppelde nucleotiden
- Nucleotiden bestaan uit 1 suikermolecuul (desoxyribose), 1 fosfaatgroep (fosforzuur) en 1 stikstofbasen (A/T/C/G).
Hoeveel chromosomen en hoeveel paren heeft een cel?
46 chromosomen, 23 paren.
Waar staat RNA voor en wat doet het?
Ribonucleïnezuur; kopieert de code voor een eiwit (gen) om het naar het cytoplasma te brengen.
Wat is een gen?
Een stukje DNA met code voor 1 eiwit. Opgebouwd uit tripletten.
Wat is een triplet?
Een stukje van het gen met de code voor 1 aminozuur; een segment van 3 nucleotiden met specifieke volgorde basen.
Wat is een codon?
Een triplet met code voor 1 aminozuur in mRNA; complementair aan triplet in DNA.
Wat is een anti-codon?
Een triplet met code voor 1 aminozuur in tRNA; complementair aan triplet in mRNA
Waarin verschilt mRNA van DNA?
1 streng, in plaats van 2; bestaat uit zelfde volgorde maar dan de complementaire stikstofbasen en thymine wordt uracil.
Hoe wordt mRNA gemaakt?
Enzym (RNA-polymerase) in de celkern houdt twee DNA-ketens tijdelijk uit elkaar en gaat daarna RNA maken met de complementaire stikstofbasen.
Wat is translatie?
Het vertalen van de codes in het mRNA tot een streng aminozuren.
Hoe heet het proces van het vertalen van de codes in het mRNA tot een streng aminozuren?
Translatie
Hoeveel moleculen NADH worden tijdens de omzetting van pyruvaat naar acetyl CoA gevormd bij de afbraak van 1 molecuul glucose?
2
Wat is de rol van zuurstof in de oxidatieve fosforylering?
Zuurstof is de uiteindelijke elektronenacceptor
Waar vindt de afbraak van pyruvaat tot CO2 en H2O plaats?
In de mitochondriën
Waar wordt pyruvaat gevormd?
In het cytosol
In welk orgaan wordt de aminogroep van de aminozuren verwijderd?
In de lever
Hoeveel koolstofatomen worden er van citraat afgekoppeld tijdens de citroencyclus?
2
Waar vindt glycolyse plaats?
Het cytosol
Waar vindt de omzetting van pyruvaat naar Acetyl CoA plaats? Wees specifiek.
Matrix mitochondrium
Waar vindt bèta-oxidatie plaats? Wees specifiek.
Matrix mitochondrium
Waar vindt de citroencyclus plaats? Wees specifiek.
Matrix mitochondrium
Waar vindt de omzetting van pyruvaat naar lactaat plaats?
Cytosol
Waar vindt de elektronentransportketen plaats?
Het binnenste membraan van het mitochondrium
Wat zijn de 3 processen in de vetzuurverbranding?
Lipolyse – bèta-oxidatie – citroenzuurcyclus
Wat is de nettowinst ATP voor elk pyruvaatmolecuul dat tijdens de glycolyse gevormd wordt?
1 ATP
Wat gebeurt er tijdens glycolyse?
Glucose wordt afgesplitst tot 2 moleculen pyruvaat
Op welke plek in de cel vindt oxidatieve fosforylering plaats? Wees specifiek.
Op het binnenste membraan van de mitochondriën
Wat gebeurt er als pyruvaat anaeroob gesplitst wordt?
Er wordt lactaat gevormd.
Waar wordt de meeste energie voor de aanmaak van ATP door geleverd?
Het aerobe systeem
Wat houdt energiemetabolisme in en wat wordt hierbij gevormd uiteindelijk?
De afbraak reacties (katabolische reacties) die nodig zijn om energie uit de macronutriënten vrij te maken voor onze lichaamscellen om te gebruiken. Hierbij wordt uiteindelijk ATP gevormd.
Waar worden koolhydraten bij de vertering uiteindelijk in omgezet?
Losse glucosemoleculen
Waar worden vetten bij de vertering uiteindelijk in omgezet?
Losse glycerolmoleculen en losse vetzuren
Waar worden eiwitten bij de vertering uiteindelijk in omgezet?
Losse aminozuren
Wat gebeurt er met de losse glucosemoleculen in het cytoplasma van de cel en wat in de mitochondriën?
Cytoplasma –> losse glucosemoleculen opgenomen en helemaal verbrand tot koolstofdioxide en water. Energie die daarbij vrijkomt wordt omgezet tot Acetyl CoA. Energie van ene molecuul naar andere molecuul gebracht door elektronentransportmoleculen.
Mitochondriën –> Acetyl CoA verbrand en uiteindelijk omgezet in ACT.
Wat zijn de elektronentransportmoleculen en waar worden ze in omgezet?
- NAD+ (wordt NADH + H+ + 2e-)
- FAD (wordt FADH2 + 2e-)
Wat zijn de 3 stappen in de omzetting van glucose tot ATP, vanaf de opname van glucose in de cel? Wat is hierbij de opbrengst van 1 glucosemolecuul.
- Glycolyse (glucose wordt omgezet in twee pyruvaat moleculen)
Netto: 2 ATP (4 gemaakt, 2 gebruikt) en 2 NADH
–> totaal: 2 + 3-5 = 5-7 ATP - Het omzetten van 2 pyruvaatmoleculen in 2 Acetyl CoA
Netto: 2NADH
–> totaal: 2 x 2,5 = 5 ATP - De citroencyclus
Netto: voor beide Acetyl CoA 1 GTP (>ATP), 1 FADH2, 3 NADH
–> totaal: 2(1 + 1,5 + 3x2,5) = 20 ATP
Hoeveel ATP ontstaat uit 1 NADH?
In principe 2,5. Bij glycolyse 1,5 of 2,5.
Hoeveel ATP ontstaat uit 1 FADH2?
1,5
Wat gebeurt er met overgebleven koolstofskeletten na deaminering?
- Sommigen kunnen gebruikt worden om pyruvaat te vormen en eventueel glucose vormen –> glucogene aminozuren
- Sommigen kunnen al Acetyl CoA opleveren en daarna ketonlichamen vormen –> ketogene aminozuren
Wat gebeurt er met overtollig glycerol?
Glycerol bestaat uit 3 C-atomen en daar kan pyruvaat van gemaakt worden
–> kan verbrand worden via Acetyl CoA OF er kan van 2 pyruvaatmoleculen een glucosemolecuul gemaakt worden.
Wat gebeurt er voordat vetzuren de citroencylus in gaan?
- Vetzuren worden van cytosol naar mitochondrium vervoerd. Daar is carnitine en ATP voor nodig.
- Vervolgens worden vetzuren opgeknipt in allemaal moleculen Acetyl CoA (bestaande uit 2 C-atomen en een co-enzym A). De elektronen die daarbij vrijkomen worden opgenomen door FAD en NAD+
Hoeveel C-Acetyl CoA en hoeveel NADH en FADH2 levert een gemiddeld vetzuur van 16 tot 18 C-atomen tijdens de bèta-oxidatie?
8 tot 9 Acetyl CoA en 8 NADH en 8 FADH2
Bij welke aandoening kan een ketogeen dieet voordelig zijn?
Epilepsie
Wat is een anabole reactie? Waar herken je het vaak aan?
Een opbouwreactie; kost energie; -genese
Wat is een katabolische reactie? Waar herken je het aan?
Een afbraakreactie; komt energie bij vrij; -lyse
Wat zijn de ketonlichamen? Welke 3 zijn er?
Een alternatieve brandstof als glucose niet beschikbaar is.
- Aceton
- Acetoacetaat
- Hydroxybutyraat
Waarom vormt de lever ketonlichamen bij een vetrijk (80%) dieet?
Hersenen gebruiken ketonlichamen als energiebron.
Wordt glycogenese gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een overschot
Wordt eiwitsynthese gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een overschot
Wordt insuline gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een overschot
Wordt oxidatie van glucose gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een overschot
Wordt lipogenese gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een overschot
Wordt glycogenolyse gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Wordt epinephrine gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Wordt lipolyse gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Wordt glucagon gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Wordt cortisol gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Wordt gluconeogenese gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Wordt ketogenese gestimuleerd bij een overschot of bij een tekort aan voedingsstoffen?
Een tekort
Kan Acetyl CoA worden omgezet in glucose?
Nee
Wat is biosynthese?
De vorming van glucose, vetzuren en aminozuren in ons lichaam.
Wat is gluconeogenese? En waar vindt het grotendeels plaats?
De vorming van glucose uit niet-koolhydraatbronnen; in de lever.
Wat is glycogenese?
De omzetting van glucose in glycogeen
Wat is glycogenolyse?
De afbraak van glycogeen om glucose vrij te maken
Wat gebeurt er als er te weinig koolhydraten binnenkomen via de voeding? Op welke drie manieren?
- Pyruvaat –> glucose (via oxaloacetaat)
- Glycerol –> glucose
- Glucogene aminozuren –> tussenproduct –> glucose
Wat zijn de twee soorten glycogeen? Wat is hun capaciteit en waar worden ze voor gebruikt?
a. De lever (max. 400 kcal) om bloedsuikerspiegel op peil te houden
b. De spieren (max. 1200 kcal) extra voorraad bij lange zware inspanning
Wat is lipogenese? Op welke twee manieren kan het voorkomen?
De vorming van vet in de vetweefsels (vetopslag);
- Vanuit triglyceriden uit de voeding
- Vanuit een overschot aan koolhydraten en eiwitten kan worden omgezet in een vetzuur via Acetyl CoA. Vindt plaats in cytosol en kost energie.
Wat is ketogenese? Waar/wanneer gebeurt het? Hoe werkt het?
De vorming van ketonlichamen door de verbranding van vet;
Gebeurt in de lever als er te weinig glucose is als brandstof;
Vetzuren in bèta-oxidatie afgebroken tot Acetyl CoA en dat gaat de citroencyclus in. Zoveel Acetyl CoA dat er niet voldoende oxaloacetaat (= namelijk een koolhydraat) is en er ontstaan dan als alternatieve brandstof: ketonlichamen.
Wat is ketose?
De aanwezigheid in lichaam van ketonlichamen. Is normaal tijdens korte tijden vasten.
Wat is ketoacidose?
Meer ketonlichamen door het lichaam geproduceerd dan we kunnen afvoeren. Ketonlichaam heel zuur dus heeft invloed op de pH-waarde van het bloed. Is gevaarlijk.
Wat is de aminozuurpool?
Voorraad aminozuren die we kunnen gebruiken om lichaamseiwitten van te maken.
Wat gebeurt er bij een tekort aan niet-essentiële aminozuren? Hoe heet dit proces?
De aminogroep van aminozuur A wordt verplaatst naar een ander koolstofskelet om een niet aminozuur B te vormen. Uit overgebleven koolstofskelet kan energie gehaald worden. –> transaminering
Wat gebeurt er bij een tekort aan eiwitten?
Synthese lichaamseiwitten remt of stopt waardoor eiwitfuncties niet meer werken.
Wat is PEM en wat zijn de twee vormen?
Protein-energy malnutrition;
a. Kwashiorkor – echt een eiwit tekort maar wel genoeg koolhydraten beschikbaar. oedeemvorming in buikholte; te weinig eiwitten in bloed waardoor terugstroom van vocht niet goed geregeld wordt en vocht hoopt zich op in buikholte in weefsels = opgezwollen buik. Kan ook acuut ontstaan
b. Maramus – energie tekort en eiwittekort ernstig energietekort en ernstig ondergewicht. En kinderen blijven klein “stunting”.
Bij welke 5 gezondheidskwalen is een verband te zien met een te eiwitrijkdieet?
(1) Hoge belasting nierfunctie (aminogroepen uitgescheiden door nieren)
(2) Obesitas
(3) Hartziekten
(4) Darmkanker
(5) Jicht (gewrichtsontstekingen, niet door eiwittotaal maar door hoge hoeveelheid bewerkt vlees en zeevruchten)