fonologie Flashcards

1
Q

fonologie

A

studie van klanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

redunantie

A

taalkunde die wil zeggen dat bepaald talige elementen zoals klanken of de volgorde ervan overbodig zijn om de boodschap ervan te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fonemen

A

functionele spraakklank die een betekenisverschil veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

minimale woordparen

A

woorden die met 1 foneem van elkaar verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

voorbeeld minimale woordparen

A

rap en lap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn tweeklanken?

A

diftongeren, behalve /oe/ -> foneem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoeveel fonemen heeft het Nederlands?

A

40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

homoniemen

A

woord dat je hetzelfde schrijft, maar een andere betekenis heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

homofonen

A

woorden die hetzelfde klinken, maar anders geschreven worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

homografen

A

woorden die je hetzelfde schrijft maar anders uitspreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeeld homograaf

A

dolfijn en dol(-)fijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is het verband tussen dyslexie en fonologie?

A

mensen met dyslexie schrijven het fonetisch wel juist, maar bij hen zijn de spellingsregels niet geautomatiseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeeld dyslectische fout

A

googelen en goochelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom is Engels voor dyslectici extra moeilijk?

A

ze hebben het moeilijk met lezen en schrijven van klanken die op elkaar lijken (tear/key)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uitleg dt-regel op fonetisch vlak

A

we maken alle eindmedeklinkers stemloos, dus kunnen niet horen of er een d of t op einde staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verband moedertaal en fonemen

A

klanken van onze moedertaal hoor je door in een andere taal

17
Q

voorbeelden verband moedertaal en fonemen

A

duits: s wordt uitgesproken als z

18
Q

fonologisch staat het Vlaams tot het Nederlands zoals het Brits staat tot het Amerikaans

A

Vlaams is platter
-> Vlaams: kou, Nederlands: koud
-> Brits en Vlaams minder duidelijk uitgesproken

19
Q
A