academische woordenschat deel 3 Flashcards

1
Q

Antropoloog/ antropologie

A

een wetenschap die de mens in al zijn aspecten bestudeert, studie van mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

coöperatie

A

samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doortastend

A

Vastbesloten en standvastig, daadkrachtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Escapistisch

A

psychologische neiging om de zorgen en verplichtingen van het alledaagse leven te vergeten, willen ontsnappen aan werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

establishment

A

vestiging, oprichting, instelling, gevestigde orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

federaal

A

heeft betrekking op het samenwerkende niveau, bondgenootschappelijk (vb, regering), overkoepelende samenwerking tussen gewesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

instinctief

A

aangeboren driften om onbewust doeltreffend te handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kolonialisme

A

het bezetten en uitbuiten van gebieden door vestiging van de overheerser, ergens overheersen en alles in belang van moederland doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

metafysisch

A

denken over de niet direct waarneembare werkelijkheid, nadenken over denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

obstakel

A

iets wat vooruitgang belemmert, hindernis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ongekwalificeerd

A

Wetenschappelijke term voor jongeren die het secundair of voortgezet onderwijs (vo) verlaten zonder diploma, onbevoegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oriëntatie

A

vermogen tot plaats- of tijdsbepaling, inlichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

prioritair

A

voorrang hebben/krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

reconstrueren

A

in de oorspronkelijke vorm herstellen of opnieuw bouwen, opnieuw samenstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

relevant

A

belangrijk, ter zake dienend, van betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

schrijnend

A

gevoelig, hartverscheurend, tragisch, pijnlijk voor het gemoed

17
Q

separatisme

A

streven naar een (formele) terugtrekking uit een bestaande organisatie of staat, en het oprichten van een eigen organisatie of staat.

18
Q

stigmatiseren

A

bevooroordelen, in negatieve zin afwijkend worden gezien, brandmerken, schandvlekken

19
Q

systematisch

A

ordelijk en samenhangend volgens een systeem, voortdurend

20
Q

trotseren

A

trotseren: doorstaan, blootstellen