Fiscaal Recht - 2024 - D2 Flashcards

1
Q

Beschrijf economische dubbele belasting aan de hand van een concreet voorbeeld in de context van vennootschappen en dividenduitkeringen.

A

Economische dubbele belasting treedt op wanneer de winst van een vennootschap belast wordt in de vennootschapsbelasting en vervolgens het uitgekeerde dividend belast wordt bij de aandeelhouders, wat leidt tot belastingheffing op dezelfde winst voor de tweede keer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan economische dubbele belasting worden voorkomen bij een dividenduitkering aan natuurlijke personen in de personenbelasting?

A

Economische dubbele belasting kan worden voorkomen door natuurlijke personen die dividenden ontvangen van een vennootschap gunstig te belasten tegen een vast tarief van 30% in plaats van progressieve tarieven die kunnen oplopen tot 50%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg de DBI-aftrek uit en hoe het helpt bij het voorkomen van economische dubbele belasting bij vennootschappen.

A

De DBI-aftrek (Definitief Belaste Inkomsten) is een vrijstellingsregeling die van toepassing is op vennootschappen die beleggen in aandelen van andere vennootschappen. Het voorkomt dat winstuitkeringen nogmaals belast worden bij de moedervennootschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de aftrek voor definitief belaste inkomsten in en hoe draagt het bij aan het vermijden van economische dubbele belasting?

A

De DBI-aftrek is een vrijstellingsregeling voor vennootschappen die investeren in aandelen van andere vennootschappen. Het zorgt ervoor dat winstuitkeringen niet opnieuw belast worden bij de ontvangende vennootschap, waardoor economische dubbele belasting wordt vermeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de veranderingen in de bevoegdheden met betrekking tot de personenbelasting na de zesde staatshervorming.

A

Na de zesde staatshervorming hebben zowel gewesten als gemeenten fiscale bevoegdheden gekregen. Gewesten kunnen een aanvullende gewestbelasting heffen, terwijl gemeenten een aanvullende gemeentebelasting mogen innen. Dit betekent dat drie beleidsniveaus nu invloed hebben op het bedrag van de personenbelasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heeft de zesde staatshervorming gezorgd voor meer fiscale autonomie voor de gemeenten?

A

De zesde staatshervorming heeft een trappensysteem geïntroduceerd om gemeenten meer autonomie te geven. Dit systeem omvat stappen zoals de berekening van de federale personenbelasting, vermindering met de autonomie-factor en de mogelijkheid voor gemeenten om een aanvullende gemeentebelasting te heffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het begrip ‘Belasting Staat’ in?

A

De ‘Belasting Staat’ is de eerste stap in de berekening van de personenbelasting. Hier wordt de federale belasting berekend volgens de federale belastingregels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit wat de ‘Gereduceerde Belasting Staat’ betekent.

A

De ‘Gereduceerde Belasting Staat’ is de tweede stap in de berekening van de personenbelasting. Na de berekening van de federale belasting wordt deze verminderd met de autonomie-factor van 24,975%, zoals bepaald in artikel 5/2 BFW.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de krachtlijnen van de zesde staatshervorming met betrekking tot de personenbelasting?

A

De zesde staatshervorming verving het dotatiesysteem voor gewesten door gewestelijke fiscale autonomie. Gewesten kunnen nu een aanvullende gewestbelasting heffen en tarieven bepalen bovenop de federale belasting. Daarnaast kregen gewesten nieuwe bevoegdheden zoals huisvesting en werkgelegenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een rijksinwoner volgens de Belgische personenbelasting en hoe wordt dit bepaald?

A

Een rijksinwoner in België is een natuurlijke persoon met woonplaats of zetel van fortuin in België. Dit wordt bepaald door de feitelijke woonplaats of de plaats waar het vermogen wordt beheerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf de wettelijke vermoedens van rijksinwonerschap in België.

A

De fiscus kan rijksinwonerschap aantonen via inschrijving in bevolkingsregisters (weerlegbaar vermoeden) en plaats waar gezin is gevestigd (onweerlegbaar vermoeden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt het rijksinwonerschap uitgebreid en beperkt in België?

A

Belgische overheidsvertegenwoordigers in buitenland worden als rijksinwoner beschouwd, terwijl personen in wachtregister en ambtenaren bij internationale organisaties dat niet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg de systematiek van de personenbelasting in België uit.

A

Belgische rijksinwoners worden belast op wereldwijde inkomsten in 4 categorieën: onroerende, roerende, beroeps- en diverse inkomsten. De belastingprocedure start in het aanslagjaar na het belastbaar tijdperk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt de personenbelasting berekend in België?

A

Inkomsten worden verdeeld in 4 categorieën en omgevormd tot netto-inkomen. Dit totaal netto-inkomen wordt belast volgens progressieve tarieven, resulterend in de federale belasting Staat die vervolgens wordt verminderd met de autonomie-factor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Beschrijf de autonomiefactor in de Belgische personenbelasting en hoe deze verschilt van de vroegere dotatie aan de Gewesten.

A

De Gewesten ontvangen geen opbrengsten meer van de Personenbelasting, maar kunnen een aanvullende belasting heffen. De autonomiefactor komt overeen met het vroegere deel van de dotatie aan de Gewesten. In 2018 is deze factor 24,957%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden belastingverminderingen toegepast op de gereduceerde belasting Staat en de gewestelijke aanvullende belasting in België?

A

Zowel de federale overheid als de Gewesten kunnen belastingverminderingen toepassen op de gereduceerde belasting Staat en de gewestelijke aanvullende belasting. Dit gebeurt elk voor hun deel volgens artikel 145 WIB92.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de 4 soorten belastbare inkomsten in de Belgische personenbelasting volgens artikel 6 WIB92?

A

De 4 soorten belastbare inkomsten zijn onroerende inkomen, roerende inkomen, beroepsinkomen en diverse inkomen volgens de artikelen 7-103 WIB92.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leg uit wat onroerende inkomsten zijn volgens artikel 7-16 WIB92 in België.

A

Onroerende inkomsten zijn inkomsten uit onroerende goederen van rijksinwoners. Deze omvatten opbrengsten van privé-vermogen zoals huurinkomsten. Het genieten van een zakelijk genotsrecht op het onroerend goed is vereist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe wordt het bruto onroerend inkomen bepaald in de Belgische personenbelasting?

A

Het bruto onroerend inkomen wordt bepaald door het Kadastraal Inkomen, Reëel Netto-Inkomen of Reëel Bruto-Inkomen te gebruiken. Vervolgens worden vrijgestelde inkomsten afgetrokken en verminderingsposten toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het kadastraal inkomen en hoe wordt het berekend in België?

A

Het kadastraal inkomen is de geschatte normale netto jaarhuur van een onroerend goed. Het wordt berekend door FOD Financiën op basis van huurwaarden van 1 januari 1975. Het wordt jaarlijks geïndexeerd en is een fictief inkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe wordt het kadastraal inkomen vastgesteld voor in België gelegen onroerende goederen?

A

Het kadastraal inkomen wordt vastgesteld door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie op basis van huurwaarden van 1 januari 1975. Het moet om de 10 jaar worden herbekeken volgens artikel 487 WIB92.

22
Q

Hoe wordt het kadastraal inkomen berekend voor in het buitenland gelegen onroerende goederen?

A

Het buitenlands kadastraal inkomen wordt vastgesteld op basis van huurwaarden per 1 januari 1975 of geschat netto-inkomen dat via coëfficiënt naar marktwaarde van 1975 wordt herleid. De belastingplichtige moet binnen 4 maanden na verwerving of vervreemding aangifte doen.

23
Q

Wanneer wordt de methode van het kadastraal inkomen gebruikt om het bruto onroerend inkomen vast te stellen?

A

De methode van het kadastraal inkomen wordt gebruikt voor onroerende goederen die door de belastingplichtige zelf worden gebruikt of verhuurd in het kader van woninghuur, pachtwetgeving of sociale woninghuur. Enkel het kadastraal inkomen wordt belast.

24
Q

Bespreek de rechtspraak van het Hof van Justitie m.b.t. de Belgische belasting van buitenlands onroerend inkomen.

A

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat de ongelijke behandeling van Belgische Rijksinwoners met onroerende goederen in België en in het buitenland in strijd was met het vrij verkeer van kapitaal. Sinds 1 januari 2022 geldt ook voor buitenlandse goederen een kadastraal inkomen.

25
Q

Bespreek de herziening van het kadastraal inkomen.

A

Het kadastraal inkomen moet om de 10 jaar worden herzien, maar deze perequatie gebeurt niet meer. Jaarlijkse indexatie en in bepaalde gevallen een verhoging met 40% worden toegepast. Individuele aangifteplicht geldt bij verbouwingen.

26
Q

In welke gevallen wordt het kadastraal inkomen verhoogd bij het bepalen van het bruto onroerend inkomen?

A

Het kadastraal inkomen wordt verhoogd voor eigen woning, privé-verhuur van grond, pacht voor land- en tuinbouw, niet verhuurde goederen anders dan de eigen woning, privé-verhuur van gebouwen en sociale woninghuur. In bepaalde gevallen wordt het geïndexeerde KI verhoogd met 40%.

27
Q

Beschrijf de onroerende voorheffing en hoe deze wordt berekend in de verschillende gewesten van België.

A

De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting op inkomsten uit onroerende goederen. Het tarief varieert per gewest, met 1,25% in het Waalse en Brusselse gewest en 2,5% in het Vlaamse gewest. Deze percentages worden verhoogd met gemeentelijke en provinciale opcentiemen.

28
Q

Hoe wordt het reëel netto-inkomen berekend bij beroepsmatige huur volgens de tweede methode?

A

Het reëel netto-inkomen bij beroepsmatige huur is de werkelijk ontvangen huurinkomsten verminderd met een forfaitaire aftrek. Deze aftrek bedraagt 40% bij een gebouw en 10% bij grond. Het is beperkt tot maximaal 2/3 van het gerevaloriseerd KI.

29
Q

Wat zijn de bijzonderheden van het bepalen van het bruto onroerend inkomen bij gemengde verhuur?

A

Bij gemengde verhuur, waar een deel als privé-woning en een deel als beroepsruimte wordt verhuurd, wordt het privé-deel berekend via de KI-methode en het beroepsdeel via de RNI-methode. Een geregistreerde huurovereenkomst met duidelijke opsplitsing is vereist.

30
Q

Leg de methode van het reëel bruto-inkomen uit en wanneer deze wordt toegepast.

A

Het reëel bruto-inkomen wordt toegepast bij het vestigen van een recht van erfpacht of opstal op een onroerend goed. De ontvangen vergoeding is onmiddellijk belastbaar. Het RBI is gelijk aan de ontvangen vergoeding.

31
Q

Welke fiscale vrijstellingen bestaan er voor onroerende inkomsten volgens het Wetboek Inkomstenbelastingen?

A

Het WIB92 voorziet in verschillende vrijstellingen voor onroerend inkomen. Hoewel het bruto onroerend inkomen wordt vastgesteld, wordt het vervolgens vrijgesteld en niet belast.

32
Q

Beschrijf de vrijstellingen voor onroerende inkomsten met betrekking tot de eigen woning en pachtovereenkomsten volgens de Belgische wetgeving.

A

De Belgische wet voorziet vrijstellingen voor verhuur voor specifieke doeleinden, bepaalde pachtovereenkomsten en de eigen woning. De eigen woning geniet een volledige vrijstelling van onroerend inkomen, enkel voor de personenbelasting, niet voor onroerende voorheffing.

33
Q

Hoe kunnen kadastraal inkomen verminderd worden volgens artikel 15 van het WIB92?

A

Het kadastraal inkomen kan proportioneel verminderd worden in geval van onproductiviteit, volledige of gedeeltelijke vernieling van een onroerend goed. De improductiviteit moet onvrijwillig zijn ontstaan en er zijn specifieke voorwaarden voor elke situatie.

34
Q

Wat zijn de aftrekposten voor onroerende inkomsten volgens artikel 14 van het WIB92?

A

De twee mogelijke aftrekposten voor onroerende inkomsten zijn de aftrek van erfpacht- en opstalvergoedingen en de interesaftrek voor leningen aangegaan om onroerend goed te verkrijgen of te behouden voor andere doeleinden dan de eigen woning.

35
Q

Wat zijn roerende inkomsten volgens de Belgische wetgeving?

A

Roerende inkomsten zijn opbrengsten van roerende goederen uit het privé-vermogen van rijksinwoners. Het belastbaar inkomen omvat wereldwijd inkomen uit roerende goederen in België en in het buitenland, belast in de personenbelasting.

36
Q

Leg de soorten roerende inkomsten uit volgens artikel 17-22 van het WIB92.

A

Roerende inkomsten omvatten dividenden en intresten. Dividenden zijn financiële voordelen verbonden aan aandelen en winstbewijzen. Intresten zijn opbrengsten uit leningen of spaartegoeden. Internationale gegevensuitwisseling is geregeld via OESO en EU-richtlijnen.

37
Q

Beschrijf de verschillende soorten inkomsten die onder roerende inkomsten vallen volgens de Belgische belastingwetgeving.

A

Roerende inkomsten omvatten onder andere vergoedingen voor ontleningen, inkomsten uit verhuring van roerende goederen, inkomsten uit auteursrechten en tijdelijke renten. Deze inkomsten worden belast volgens vaste tarieven en zijn onderhevig aan bevrijdende roerende voorheffing.

38
Q

Hoe worden dubbele belastingen op roerende inkomsten opgelost volgens dubbelbelastingverdragen?

A

Dubbelbelastingverdragen bepalen dat roerende inkomsten belastbaar zijn in het land van de belastingplichtige, wat betekent dat roerend inkomen belast wordt in de woonstaat van de belastingbetaler (België) of in het land waar de roerende goederen zich bevinden.

39
Q

Wat houdt de common reporting standard in en welk doel dient het?

A

De common reporting standard is een internationale samenwerking voor de uitwisseling van bankgegevens met betrekking tot roerende inkomsten. Het doel is om informatie over financiële rekeningen van rijksinwoners uit te wisselen tussen landen.

40
Q

Leg uit wat bevrijdende roerende voorheffing inhoudt en hoe het werkt bij roerende inkomsten.

A

Bevrijdende roerende voorheffing betekent dat de schuldenaar van roerende inkomsten (zoals een bank of vennootschap) de belasting inhoudt bij uitbetaling. Dit vrijstelt de ontvanger van de inkomsten van aangifteverplichtingen in de personenbelasting.

41
Q

Wat zijn enkele vrijgestelde roerende inkomsten volgens de Belgische belastingwetgeving?

A

Vrijgestelde roerende inkomsten omvatten onder andere interesten op spaarboekjes, dividenden op aandelen, opbrengsten van Tak 21 of Tak 23 levensverzekeringen en inkomsten uit leningen aan startende ondernemingen via crowdfundingplatformen.

42
Q

Welke aftrekposten zijn er voor roerende inkomsten volgens de Belgische belastingwetgeving?

A

Aftrekposten voor roerende inkomsten omvatten werkelijke kosten verbonden aan verhuur van roerende goederen en forfaitaire aftrek voor filmrechten, gemeubileerde goederen, auteursrechten en andere roerende inkomsten volgens specifieke percentages.

43
Q

Wat is het fiscaal statuut van auteursrechten volgens de Belgische wetgeving?

A

Auteursrechten worden beschouwd als roerende inkomsten en zijn onderhevig aan een nieuw belastingstelsel sinds 1 januari 2008. Het fiscaal stelsel van auteursrechten geldt voor inkomsten uit overdracht of licentie van auteursrechten tot een bepaald grensbedrag.

44
Q

Hoe wordt het absolute grensbedrag voor inkomsten uit auteursrechten berekend volgens de Belgische belastingwetgeving?

A

Het absolute grensbedrag voor inkomsten uit auteursrechten is vastgesteld op 70.220,00 euro. Als het gemiddelde inkomen uit auteursrechten over de laatste 4 jaar hoger is dan dit bedrag, wordt het inkomen volledig belast als beroepsinkomen.

45
Q

Beschrijf de regels met betrekking tot de belasting van auteursrechten als het inkomen 220,00 euro (Aanslagjaar 2024) overschrijdt.

A

Indien het inkomen 220,00 euro (Aanslagjaar 2024) overschrijdt, worden auteursrechten van het lopend jaar niet als roerende inkomsten beschouwd maar als ‘beroepsinkomen’ belast volgens artikel 37, tweede lid WIB92.

46
Q

Hoe worden winsten gedefinieerd volgens artikel 24-26 WIB92?

A

Winsten zijn beroepsinkomsten uit een handels-, nijverheids- of landbouwonderneming. Dit omvat opbrengsten van de onderneming, voordelen van alle aard, abnormale voordelen en meerwaarden op professionele activa.

47
Q

Leg de balansmethode uit en bespreek het verschil met de methode van werkelijke ontvangsten.

A

De balansmethode bepaalt de brutowinst op basis van boekhoudkundige winst, ongeacht of facturen zijn betaald. In tegenstelling, werkelijke ontvangstenmethode belast alleen effectief ontvangen inkomsten. Bijvoorbeeld, een loodgieter wordt belast op een factuurdatum, zelfs als deze later wordt betaald.

48
Q

Wat zijn baten volgens artikel 27 WIB92?

A

Baten zijn beroepsinkomsten uit vrije beroepen, ambten en posten. Dit omvat ontvangsten van de beroepsactiviteit en meerwaarden op activa gebruikt voor het beroep, belast volgens de methode van werkelijke ontvangsten.

49
Q

Wat zijn winsten en baten uit een vroegere activiteit volgens artikel 28 WIB92?

A

Winsten of baten uit een vroegere activiteit zijn inkomsten die worden ontvangen na of ter gelegenheid van de stopzetting van een activiteit. Voorbeelden zijn achterstallige erelonen en stopzettingsmeerwaarden.

50
Q

Definieer bezoldigingen volgens artikel 31-34 WIB92.

A

Bezoldigingen zijn inkomsten van werknemers en bedrijfsleiders, inclusief wedden, lonen, voordelen van alle aard en vergoedingen bij stopzetting arbeid. Ook omvat het vervangingsinkomsten zoals werkloosheidsuitkeringen.