Fiscaal Recht - 2024 - D1 Flashcards
Beschrijf de belangrijkste oorzaken van de fiscale frustratie onder Belgen en leg uit waarom zij het fiscaal systeem als onrechtvaardig beschouwen.
Belgen ervaren fiscale frustratie door hoge belastingdruk, ongelijke verdeling van belastingen en de hoge staatsschuld. Ze betalen veel belastingen, voelen ongelijkheid door uitzonderingen en zien hun geld naar rente op staatsschuld gaan.
Wat zijn de kenmerken van een belasting?
Een belasting doet een rechtsband ontstaan tussen de overheid en de belastingplichtige, waarbij een heffing of prestatie wordt opgelegd ten behoeve van een overheid, met als doel in de openbare uitgaven te voorzien.
Leg uit wat het verschil is tussen de materiële en formele belastingschuld.
De materiële belastingschuld ontstaat bij vervulling van toepassingsvoorwaarden, terwijl de formele belastingschuld de eisbaarheid en invordering betreft. Materieel karakter is gerelateerd aan berekening, formeel karakter aan invordering en eisbaarheid.
Beschrijf het verschil tussen materiële en formele belastingschuld.
De materiële belastingschuld wordt berekend voor elke belastingplichtige, terwijl de formele belastingschuld verband houdt met opeisbaarheid en invordering door de overheid.
Hoe ontstaat de formele belastingschuld volgens de procedure?
De formele belastingschuld ontstaat door het invullen van de aangifte en het creëren van een uitvoerbare titel via inkohieren, waardoor de fiscus een titel tot invordering verkrijgt.
Leg het verschil uit tussen autonome en toegewezen belastingbevoegdheid.
Autonome belastingbevoegdheid betekent dat een bevoegdheidsniveau zelf belastingen kan invoeren, terwijl toegewezen belastingbevoegdheid impliceert dat een beleidsniveau een deel van haar bevoegdheid afstaat aan een ander niveau.
Wat beperkt de autonome belastingbevoegdheid?
De autonome belastingbevoegdheid wordt beperkt door internationale normen, nationale wetsbepalingen, EU-wetgeving, verdragen, grondwet en specifieke wetgeving voor gewesten, gemeenschappen, provincies en gemeenten.
Beschrijf de autonome belastingbevoegdheid van de federale overheid.
De federale overheid heeft een uitgebreide fiscale bevoegdheid met belastingen zoals inkomstenbelasting, BTW, douane en accijnzen. De bevoegdheid wordt echter beperkt door internationale en nationale regels.
Wat zijn de kenmerken van de autonome belastingbevoegdheid voor regionale en lokale overheden?
Voor regionale en lokale overheden geldt een autonome belastingbevoegdheid, maar deze wordt beperkt door federale wetgeving die uitzonderingen bepaalt en door algemene beperkingen uit verdragen en de grondwet.
Wat houdt de toegewezen belastingbevoegdheid in voor regionale overheden?
De toegewezen belastingbevoegdheid voor gewesten wordt geregeld door de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989, waarbij gewesten belastingbevoegdheden toegewezen krijgen van de federale overheid.
Wat regelt de Bijzondere wet 6 januari 2014 met betrekking tot belastingbevoegdheid?
Deze wet hervormt de financiering van gemeenschappen en gewesten, breidt fiscale autonomie uit en regelt de financiering van nieuwe bevoegdheden na de zesde staatshervorming.
Beschrijf de toewijzing van federale belastingbevoegdheid aan de gewesten en leg uit wat de ‘localisatiecriteria’ zijn volgens artikel 5 BFW.
De gewesten hebben bevoegdheid over belastingen zoals onroerende voorheffing en successierecht. Localisatiecriteria bepalen welk gewest bevoegd is, bijv. op basis van ligging onroerend goed of laatste woonplaats overledene.
Hoe zorgt de toewijzing van belastingbevoegdheid aan gewesten voor fiscale concurrentie en welke gedragsregels moeten de gewesten respecteren volgens artikel 1ter BFW?
De toewijzing leidt tot fiscale concurrentie tussen gewesten. Gewesten moeten federale loyauteit tonen, dubbele belasting vermijden en vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal respecteren.
Leg uit hoe de Bijzondere Financieringswet het financieringssysteem van de gewesten regelt en wat de twee technieken zijn die worden gebruikt.
De wet regelt de overdracht van belastingen naar gemeenschappen en gewesten. Het systeem omvat dotaties en oneigenlijke gewestenbelastingen, waarbij gewesten extra belastingen kunnen heffen.
Wat houdt de normatieve bevoegdheid van de gewesten in met betrekking tot oneigenlijke gewestbelastingen volgens de Bijzondere Financieringswet?
Gewesten kunnen tarieven, heffingsgrondslag en vrijstellingen regelen voor toegewezen belastingen, maar kunnen deze belastingen niet afschaffen. Het federale niveau behoudt bevoegdheid over belastbare materie en dienst van de belasting.
Beschrijf de localisatiecriteria van de oneigenlijke gewestbelastingen volgens artikel 5 van de bijzondere financieringswet.
Localisatiecriteria zijn nodig om te bepalen welk gewest bevoegd is om belastingen te heffen. Criteria verschillen per belastingstype, zoals onroerende voorheffing op basis van ligging van onroerend goed en successierechten op basis van laatste woonplaats van de overledene.
Wat is het begrip belastingplichtige en hoe verschilt dit van belastingschuldige en belastingbetaler?
Een belastingplichtige is de persoon aangeduid in de belastingwet die belasting moet betalen. Dit verschilt van belastingschuldige, waar een belastingschuld is ontstaan, en belastingbetaler, die de belasting daadwerkelijk betaalt.
Wat zijn de kenmerken van een belasting en hoe verschilt dit van verhaalbelastingen, sociale bijdragen en retributies?
Een belasting dient voor openbare uitgaven, terwijl verhaalbelastingen kosten recupereren, retributies individuele diensten vergoeden en sociale bijdragen enkel sociale zekerheid dekken.