Fiscaal Recht - 2023 - D2 Flashcards
Beschrijf de maatregelen die de wetgever heeft genomen om het kadastraal inkomen te verhogen bij het bepalen van het bruto onroerend inkomen.
Het kadastraal inkomen wordt jaarlijks geïndexeerd en voor aanslagjaar 2024 bedraagt de indexatiecoëfficiënt 2,0915. Daarnaast kan het geïndexeerde KI verhoogd worden met 40% in bepaalde gevallen.
Wat is de onroerende voorheffing en hoe wordt het tarief bepaald?
De onroerende voorheffing is een gewestelijke belasting op het inkomen uit onroerende goederen. Het tarief varieert per gewest, bijvoorbeeld 1,25% van het K.I. in het Waalse en Brusselse gewest en 2,5% in het Vlaams gewest.
Hoe wordt het reëel netto inkomen berekend en wat zijn de beperkingen hierbij?
Het reëel netto inkomen is de werkelijk ontvangen huurinkomsten verminderd met een forfaitaire aftrek. Er zijn beperkingen zoals maximaal 2/3 van het gerevaloriseerd KI en een minimum belastbare grondslag voor privé verhuur.
Leg de gemengde verhuur uit en hoe wordt het onroerend inkomen bepaald in dit geval?
Gemengde verhuur betreft verhuur waarbij een deel privé-woning en een deel beroepsruimte is. Het privé-deel wordt berekend via KI-methode en het beroepsdeel via RNI-methode. Een geregistreerde huurovereenkomst is vereist.
Wat is het reëel bruto inkomen en wanneer wordt deze methode toegepast?
Het reëel bruto inkomen wordt toegepast bij vestiging van een recht van erfpacht of opstal op een onroerend goed. Het is de ontvangen vergoeding en is onmiddellijk belastbaar, bijvoorbeeld bij een eenmalige uitkering.
Welke fiscale vrijstellingen bestaan er voor onroerende inkomsten en noem er minstens twee?
Het WIB92 voorziet in vrijstellingen voor onroerend inkomen, zoals voor verhuur voor specifieke doeleinden zonder winstbejag en bepaalde pachtovereenkomsten. De belangrijkste vrijstelling is voor de eigen woning.
Wat zijn de mogelijkheden voor vermindering van het kadastraal inkomen volgens het WIB92?
Het K.I. kan proportioneel verminderd worden bij onproductiviteit of verlies van inkomsten, mits onvrijwillig ontstaan. Voorbeelden zijn niet-gebruik van een gebouw, volledige of gedeeltelijke vernieling van een onroerend goed.
Beschrijf de aftrekposten op het gebied van onroerende inkomsten en de voorwaarden voor het aftrekken van interesten van schulden die specifiek zijn aangegaan voor onroerende goederen.
De interesten van schulden voor onroerende goederen zijn aftrekbaar van het totaalbedrag van onroerende inkomsten, op voorwaarde dat het inkomen van de betreffende goederen niet vrijgesteld is. Interesten voor een enkel goed worden afgetrokken van totale inkomsten, wat belangrijk is bij buitenlandse onroerende goederen.
Hoe worden roerende inkomsten gedefinieerd en wat zijn de belastingregels voor wereldwijd inkomen uit roerende goederen voor rijksinwoners?
Roerende inkomsten zijn opbrengsten uit roerende goederen van rijksinwoners. Belastbaar is het wereldwijd inkomen uit roerende goederen in België en in het buitenland. Buitenlandse roerende inkomsten kunnen leiden tot juridische dubbele belasting, die wordt opgelost via dubbelbelastingverdragen.
Leg uit wat de common reporting standard is en hoe het helpt bij de uitwisseling van internationale bankgegevens met betrekking tot roerende inkomsten.
De common reporting standard is een initiatief van de OESO voor de uitwisseling van bankgegevens tussen landen. Het helpt bij het verzamelen van gegevens over roerende inkomsten van rijksinwoners, waardoor belastingontduiking wordt tegengegaan.
Wat zijn de bijzonderheden van roerende inkomsten met betrekking tot belastingheffing en aangifteplicht?
Roerende inkomsten worden niet progressief belast maar tegen vaste tarieven. Bevrijdende roerende voorheffing betekent vrijstelling van aangifteplicht, waarbij de schuldenaar de belasting inhoudt. Dividenden en intresten hebben meestal geen aangifteplicht, maar verhuurinkomsten en lijfrenten wel.
Wat zijn de vrijgestelde roerende inkomsten volgens artikel 21 WIB92 en welke bedragen zijn vrijgesteld van belastingheffing?
Sommige roerende inkomsten zijn vrijgesteld van belasting, zoals spaarboekjesinteresten tot 980 euro en dividenden op aandelen tot 800 euro. Dividenden van sociaal doelvennootschappen tot 200 euro zijn ook vrijgesteld van belastingheffing.
Beschrijf de aftrekposten van roerende inkomsten volgens art. 22 WIB92 en leg uit welke percentages gelden voor verschillende types roerende inkomsten zoals filmrechten, auteursrechten en andere roerende inkomsten.
Enkel werkelijke kosten verbonden aan verhuur van roerende goederen zijn aftrekbaar. Forfaitaire aftrek is mogelijk voor andere types roerende inkomsten. Bijv. 85% voor filmrechten, 50% voor gemeubileerde woningen, 50% op eerste schijf auteursrechten, 25% op volgende schijf auteursrechten, en 15% voor andere roerende inkomsten.
Hoe wordt het fiscaal statuut van auteursrechten besproken volgens art. 17, § 1, 5° WIB92?
Sinds 1 januari 2008 worden inkomsten uit cessie of concessie van auteursrechten beschouwd als roerende inkomsten. Dit geldt ook voor beroepsmatig verkregen auteursrechten tot een wettelijk grensbedrag. Het voordelig fiscaal stelsel geldt nu enkel voor overdracht of licentie van auteursrechten op originele werken.
Leg uit wat winsten zijn volgens art. 24 - 26 WIB92 en geef voorbeelden van wat onder ‘winst’ valt.
Winsten zijn beroepsinkomen uit handels-, nijverheids- of landbouwondernemingen. Dit omvat opbrengsten van de onderneming, voordelen van alle aard en meerwaarden op professionele activa. Bijv. meerwaarden op verkochte bedrijfsgebouwen.
Wat is de balansmethode en bespreek het verschil met de methode van werkelijke ontvangsten bij het bepalen van de winst van een onderneming?
De balansmethode bepaalt de brutowinst op basis van boekhoudkundige winst, niet werkelijke ontvangsten. Men kijkt naar facturaties verminderd met kosten. Het gaat om boekhouding, niet of facturen betaald zijn. Methode van werkelijke ontvangsten kijkt naar daadwerkelijke betalingen.
Wat zijn meerwaarden en hoe worden ze belastbaar gesteld volgens de wetgeving?
Meerwaarden zijn winsten uit verkoop van activa boven aankoopprijs. Bijv. meerwaarde bij verkoop van bedrijfsgebouwen. Ze zijn belastbaar als winst. De winst van een onderneming wordt bepaald via de balansmethode, niet werkelijke ontvangsten.
Wat zijn meerwaarden en hoe worden ze gemaakt?
Meerwaarden zijn winsten bij het kopen en verkopen van bezit voor meer geld dan betaald. Bijv. aandelen. Ze ontstaan bij verkoop van activa voor hogere prijs.
Leg uit wat baten zijn volgens Art. 27 WIB92.
Baten zijn inkomsten uit vrije beroepen, ambten en posten zoals advocaten, geneesheren. Het omvat ontvangsten van beroepsactiviteit en meerwaarden op activa gebruikt voor het beroep.
Wat omvat het begrip ‘bezoldigingen’ volgens Art. 31 - 34 WIB92?
Bezoldigingen zijn inkomsten van werknemers en bedrijfsleiders, inclusief loon, voordelen van alle aard en vervangingsinkomsten zoals werkloosheidsuitkeringen.
Wat zijn voordelen van alle aard en hoe worden ze belast?
Voordelen van alle aard omvatten kosten eigen aan de werknemer en voordelen in natura zoals bedrijfswagen. Ze worden belast op werkelijke waarde of forfaitair bedrag.
Leg uit wat terugbetaling van kosten eigen aan de werknemer inhoudt.
Dit zijn kosten die normaal door de werknemer gedragen worden, zoals verplaatsingskosten naar het werk. Terugbetaling hiervan is een belastbaar voordeel van alle aard.