Filosofie Flashcards
Benoem en beschrijf De 4 klassieke yoga stromingen
Bhakti yoga
Het aanbidden van het allerhoogste. Binnen bhakti yoga is het uitgangspunt om je tot iets goddelijks te richten.
Karma yoga
Bij karma yoga gaat het om het doen van het goede, het goede vanuit jouw hart. Het oordeel van anderen is onbelangrijk. Toewijding aan je levenstaak is van groot belang. De weg naar het doel is waar het om gaat . De basishouding is: verwachtingsloosheid.
Jnana yoga
Jnana yoga draait om inzicht en om kennis. Twijfel, aarzelen en vragen plaveien de weg naar inzicht. Binnen Jnana yoga prikkel je dat proces door continu de focus te leggen op een persoonlijk vraagstuk of dilemma. Het antwoord dient zich aan door onthechting, niet door redeneren.
Raja yoga
Raja yoga is gericht op de geest en de volledige beheersing daarvan door ‘ eenpuntige concentratie van de geest.’
Wie is de grondlegger van de moderne Hatha yoga?
Tirumalai Krishnamacharya en zijn leerlingen Pattabhi Jois. Zij bedachten samen een nieuwe yogastijl, Ashtanga Vinyasa (bewegen op het ritme van de adem: synchroniseren van adem en beweging: flow). Deze stijl kent 6 series met elk 40 houdingen. Een andere leerling van Tirumalai Krishnamacharya, B.K.S. Iyengar bedacht Iyengar yoga, een hele technische variant die veel focus legt op alignment en waarbij gebruik gemaakt wordt van probs.
Beschrijf het achtvoudige pad met zowel takken als subtakken
Yama’s
Er zijn 5 Yama’s (richtlijnen) voor een zuiver geweten. Eerlijkheid is de bottom line.
Ahimsa: geen schade aanrichten
Satya: de waarheid. Wees eerlijk, open en transparant, oprecht en trouw aan jezelf
Asteya: niet stelen
Brahmacharya: kuisheid
Aparighara: niet begeren
Niyama’s (voorschriften)
- saucha: zuiverheid. Reiniging van het lichaam
samtosa: tevredenheid
Tapas: inzet
Svadhyaya: zelfonderzoek
Ishvara pranidhana: overgave, toewijding
Asana’s
Asana betekent ‘ as’ , ‘ rechtop staan’ , ‘zitten’ en ‘ zich vestigen’. De asana’s vestigen is het fundament voor meditatie. Zolang het lichaam lang mediteren belemmert, is het belangrijk om er aandacht aan te besteden. Daarom is het helemaal niet van belang om ‘ goed’ te worden in yoga. Yoga helpt om soepel te worden, letterlijk goed in je vel zitten heeft een positief effect op de geest.
Pranayama
Prana betekent ‘levensenergie’. Bij pranayama gaat het er om dat je de levensenergie door je lichaam laat stromen en opstookt. De ademhaling is daarbij een belangrijk hulpmiddel. De ademhaling is de verbinding tussen lichaam en geest.
Pratyahara
Bij pratyahara keert men de aandacht, die doorgaans via de zintuigen naar buiten is gericht, terug naar binnen, naar de geest. ‘Ahara’ betekent voeding en tijdens pratyahara probeer je de voeding van prikkels voor je zintuigen stop te zetten.
Dharana
Concentratie op 1 lichaamsdeel of op je ademhaling. Uiteraard dwaal je af, zeker in het begin. Accepteer dit en breng je aandacht weer terug naar het lichaamsdeel of de adem.
Dhyana
Meditatie op een object, bijvoorbeeld de ademhaling, of een vlam. Terwijl in het stadium van dharana nog sprake is van een zelfbewust streven om tot concentratie te komen, heeft het proces bij dhyana zich gestabiliseerd tot een gestage spontane flow, waarin er geen spanningsveld meer is tussen jou en het object waar je je op concentreert. Er komt nu een absolute stilte in je hoofd.
Samadhi
Samadhi is de vierde bewustzijnstoestand naast wakker zijn, slapen en dromen. Een soort trance maar geheel bij. Volledig geconcentreerd. Daarbij kun je glashelder denken en doorzie je alles.
Het einddoel van de acht stappen van Patanjali is het bereiken van een verlicht bewustzijn. Een yogi maakt zich los van ‘Maya’, de zinsbegoocheling waar ons ego ons mee belast. Onze beleving is persoonlijk. We zien allemaal een ander stuk van de werkelijkheid. Niemand overziet het geheel en iedereen is het product van zijn cultuur. Het achtvoudige pad heeft als bedoeling ons van onze wordingsgeschiedenis, gewoontes en vooroordelen - maya- los te maken, ons daarvan te bevrijden.
Beschrijf de kosha’s
Het woord kosha betekent letterlijk laag, maar kan ook vertaald worden als energielichaam. Volgens de yoga traditie bestaan we als mens uit 5 verschillende kosha’s:
Annamaya kosha
Het fysieke lichaam, de buitenste laag van ons bestaan.
- Pranamaya kosha
Het energetische lichaam (prana). Prana betekent energie. Het is de vitale en sturende kracht achter alles wat we doen. De pranayama kosha heft effect op zowel de kosha er voor als de kosha’s die hierna komen; dus zowel op ons fysieke lichaam als ons mentale of emotionele lichaam. - Manomaya kosha
De derde laag van ons bestaan is de manomaya kosha. Manas betekent geest. De manomaya kosha heeft betrekking op je geest, je gedachten, emoties en je zenuwstelsel. Het gaat hierbij vooral om het verwerken van gedachten op een lager niveau. Onze ingeprogrammeerde reacties, emoties en denkpatronen. Oftewel, onze automatische piloot. - Vijnanamaya kosha
Het intellectuele lichaam. Onder de eerste 3 lagen en onze constante stroom aan gedachten, prikkels, emoties en reacties daarop, ligt een nog subtielere laag; de vijnanamaya kosha. De vijnanamaya kosha is de vierde laag. Het hogere zelf; intuïtie, bewustzijn, wijsheid en intellect. Deze laag stelt je in staat om je ego, of ahamkara, aan de kant te schuiven en te observeren wat er nu gebeurt. We ontwikkelen een dieper niveau van bewustzijn als we door kunnen dringen tot deze laag en veranderen de manier waarop we naar de wereld kijken. Deze kosha komen we vaak tegen op de yogamat. - Anandamaya kosha
Het spirituele lichaam. De laatste en meest subtiele laag is de anandamaya kosha. Deze laag is ons spirituele lichaam en is gerelateerd aan gelukzaligheid. Het is in contact met de meest pure vorm van bewustzijn. Je pure, authentieke zelf.
Benoem de vayu’s en hun energetische richtingen in het lichaam
Prana, oftewel levensenergie, stroomt door ons lichaam via het netwerk van nadi’s. Prana beweegt in 5 hoofdrichtingen die de vayu’s worden genoemd. Vayu betekent wind.
Pran-a-vayu
(Backends, activerend, uplifting, recharging, internalising)De opwaartse beweging van energie die correspondeert met de borst en de longen.
- Apana-vayu
(Forward folds, kalmerend, grounding, kalming, embodiment) De neerwaartse beweging van energie die correspondeert met het lagere gedeelte van de buik en de ontlasting. - Samana-vayu
(Twists, kalmerend en balancerend, assimilating, digestion, grounding, luminising) De energie die van buiten naar binnen beweegt en correspondeert met de romp en de spijsvertering - Vyana-vayu
(Laterals, activerend, expanding, integrating, energising) Correspondeert met de distributie van energie naar de periferie van het lichaam - Udana-vayu
(Extensions&inversions, kalmerend, expression, personal inspirations, development) Beweegt vanuit de keel omhoog en correspondeert met de spraak
ENERGIE: Benoem en beschrijf de 3 belangrijkste nadi’s
Het Sanskriet woord Nad betekent beweging of stroom. Nadi’s zijn de rivieren in ons lichaam die er voor zorgen dart subtiele energie (prana) door ons lichaam stroomt. Ze zetten prana om in verschillende soorten energie voor organen, klieren en weefsels. Zo helpen ze het fysieke lichaam te reinigen en te beheren. ‘ zoals het blad gevuld is met steeds kleiner wordende bladnerven, zo is het lichaam gevuld met een netwerk van nadi’s’.
Drie hier van zijn het meest significant: Ida, Pingala en Sushumna
Zij zijn gelegen Rondom de wervelkolom, lopen door alle chakra’s en vormen ook de voornaamste drie kanalen voor de distributie van energie door het energienetwerk. De chakra’s dienen als ontvangststations, transformatoren en verdelers van prana. Het transportnetwerk voor deze energie in het lichaam zin nadi’s. De nadi’s komen overeen met het Chinese meridianen netwerk.
Ida nadi (vrouwelijk)
De Ida nadi is het doorstroomkanaal voor Parvati, de vrouwelijke kant van de energie. Deze Ida nadi begint in de Hara (1e dantien punt) en stroomt cirkelgewijs om alle chakra’s naar boven om te eindigen in het mastoid (3e dantien punt).
Pingala nadi (mannelijk)
De Pingala nadi is het doorstroomkanaal voor Shiva, de mannelijke kant van energie. Deze Pingala nadi begint in het mastoid en stroomt cirkelgewijs om alle chakra’s naar beneden om te eindigen in de Hara.
Sushumna nadi (centrale energie)
De Sushumna nadi is het doorstroomkanaal voor prana, de neutrale energie. Deze Sushumna nadi ligt tussen het perineum (1e chakra) en de kruin (7e chakra) in een rechte lijn en is voornamelijk in de wervelkolom gelegen. De Ida en de Pingali nadi cirkelen dus om de Sushumna nadi heen.