F LISTENING (chapter 3) Flashcards
1
Q
verschijnen
A
appear
2
Q
vastzitten
A
be stuck
3
Q
vroeg
A
early
4
Q
passen
A
fit
5
Q
vasthouden
A
hold
6
Q
opzoeken
A
look up
7
Q
meer dan
A
over
8
Q
broekzak
A
9
Q
indrukken
A
press
10
Q
leggen, zetten
A
put
11
Q
rekenen op, afhankelijk zijn van
A
rely on
12
Q
vorn geven aan
A
shape
13
Q
onlangs, laatst
A
the other day
14
Q
keer
A
times
15
Q
onherkenbaar
A
unrecognisable