C READING (chapter 4) Flashcards
1
Q
invloed hebben op
A
affect
2
Q
bijdragen aan
A
contribute to
3
Q
onbedwingbare trek
A
craving
4
Q
depressief
A
depressed
5
Q
verstoren
A
disrupt
6
Q
dalen
A
drop
7
Q
somber
A
gloomy
8
Q
verbeelding
A
imagination
9
Q
beïnvloeden
A
influence
10
Q
gebrek aan
A
lack of
11
Q
lengte
A
length
12
Q
controleren
A
monitor
13
Q
stemmingswisselingen
A
mood swings
14
Q
reactie
A
response
15
Q
hevig
A
severe