Engels woorden D Flashcards
1
Q
schade
A
damage
2
Q
aanpakken van
A
deal with
3
Q
uitgedroogd zijn
A
dehydrated
4
Q
kalmerende middelen
A
depressants
5
Q
luier
A
diaper
6
Q
handicap
A
disability
7
Q
ziekte
A
disease
8
Q
duizeligheid
A
dizziness
9
Q
niet reanimeren
A
do not resuscitate
10
Q
dosis
A
dosage
11
Q
sufheid
A
drowsiness
12
Q
drugs, medicijnen
A
drugs
13
Q
vanwege, veroorzaakt door
A
due to
14
Q
tijdens
A
during
15
Q
huisstofmijt
A
dust mite