A WATCHING (chapter 4) Flashcards
1
Q
bouwen
A
build
2
Q
keuze
A
choice
3
Q
dichtbij
A
close to
4
Q
verwarrend
A
confusing
5
Q
afhankelijk zijn van
A
depend on
6
Q
dromen van
A
dream of
7
Q
aanmoedigen
A
encourage
8
Q
genoeg
A
enough
9
Q
ervoor gaan
A
go for it
10
Q
volhouden
A
hang in there
11
Q
ijverig, hardwerkend
A
hard-working
12
Q
indrukwekkend
A
impressive
13
Q
kantoor
A
office
14
Q
verkoper
A
salesman
15
Q
deelnemen aan
A
to take part in