Engels Unit 5 Flashcards
acquire (to)
verwerven
application
aanvraag
bask in (to)
zich koesteren
burst
korte, intense gebeurtenis
crave (to)
smachten naar
defective
defect/onvolkomen
due
waarschijnlijk (gebeurtenis)
findings
bevinding/conclusie
funding
subsidie
gamble (to)
gokken
generally
in het algemeen
glow
gloed
halt (to)
stoppen
inevitably
onvermijdelijk
malignant
kwaadaardig
multiple
meerdere
pose a danger (to)
een gevaar vormen
respond to (to)
reageren
rigorous
zorgvuldig
run out of (to) - ran - run
opraken
suppress (to)
onderdrukken
surgery
operatie
survival
overleving
tan
bruine kleur (door de zon)
ultimately
uiteindelijk
alarmed
bezorgd
aside
opzij
breathe (to)
ademen
burn (to)
verbranden
cluster
groep
demonstrate (to)
laten zien/aantonen
dummy
hier: testpop
instructor
instructeur
limb
ledemaat
procedure
procedure
proud
trots
pulse
pols(slag)
qualified
bevoegd/afgesturdeerd
recover (to)
herstellen
relieved
opgelucht
swift
vlug
trace (to)
hier: ontdekken/vinden
tragedy
drama
train (to)
trainen/aanleren
turn out (to)
blijken
all fours
op handen en voeten
attain (to)
bereiken
awareness
bewustzijn
background
achtergrond
benefit (to)
voordeel halen
bottom
hier: zitvlak
chore
karwei / klusje
continually
aanhoudend
downward
naar beneden
exhale (to)
uitademen
extend (to)
uitrekken/langer maken
face (to)
ergens naar kijken
fortune
het lot
herbal
kruiden-
inhale (to)
inademen
lean back (to)
achterover leunen
lower (to)
laten zakken
master (to)
onder de knie krijgen
no matter what
maakt niet uit wat
participate (to)
deelnemen
practise (to)
oefenen
reach up (to)
reiken naar
rise up (to) - rose - risen
opstaan
slight
gering/klein
venture (to)
(aan)durven
appropriate
juist/geschikt
assertive
zelfverzekerd
cheek
wang
delicate
gevoelig
discomfort
ongemak
distract (to)
afleiden
dose
hoeveelheid
extensively
uitgebreid
gradually
geleidelijk
inflamed
ontstoken
itchy
jeukend
make a fuss (to)
(nodeloze) drukte maken
on behalf of
namens
out-of-the-ordinary
ongewoon
prescribe (to)
voorschrijven van medicijn
rash
huiduitslag
satisfactory
bevredigend
sensitivity
gevoeligheid
settle down (to)
tot rust komen
skin
huid
subside (to)
afnemen/minder worden
appliance
apparaat
aside from
afgezien van
confront with (to)
confronteren met
come across (to)
tegenkomen
contrary to
in tegenstelling tot
disappear (to)
verdwijnen
desire (to)
verlangen
harvest (to)
oogsten
in shape
in vorm
isolate (to)
isoleren, afzonderen
juicy
sappig
nap
dutje
shift (to)
verplaatsen
take into consideration (to)
in overweging nemen
weed (to)
onkruid wieden
be all set (to)
voorzien zijn
compensate (to)
compenseren
contain (to)
bevatten
cut out (to)
verwijderen, schrappen
dietician
diëtist
disorder
stoornis
in moderation
met mate
look out for (to)
bewaken, zorg dragen voor
nutrient
voedingsstof
pester (to)
lastigvallen
restrict (to)
beperken
sedentary
zittend
strenuous
inspannend
vicious circle
vicieuze cirkel
when pigs fly
nooit