Emotie Flashcards
Emotietheorie
emotie = explanandum
Desiderata
= kenmerken die een adequate emotietheorie zou kunnen verklaren
(irrationeel, + of -, snel ontvlammen,…)
Assen van emotionele theorieën
1ste: structurele verklaring
2de: mechanische verklaring
3de: intensionele definitie
4de: divisie-definitie
Componenten van emotionele theorieën
1) Motivationele component
2) Somatische component
3) Motorcomponent
4) Subjectieve component
Emotietheorieën
0: voorlopers: Darwin en James
1: evolutionaire theorie
2: netwerktheorie
3: appraisaltheorie
4: psychologische constructivistische theorie
5: doelgerichte theorie
Darwin
Darwin stelde dat emoties een evolutionaire functie hebben en universeel zijn. Emoties helpen ons overleven en communiceren.
Bv: angst zorgt voor vluchten, woede voor verdediging. Gezichtsuitdrukkingen van emoties zijn aangeboren en lijken op die van andere dieren.
James
James zei dat emoties voortkomen uit lichamelijke reacties. Dus eerst gebeurt er iets (stimulus), daarna reageert je lichaam (bijvoorbeeld hartslag stijgt), en pas daarna voel je de emotie. Bijvoorbeeld: je ziet een slang → je hart bonkt → je voelt angst.
Affectprogramma
bepaalt welke patroon van fysiologische rasponsen, gedrag en gevoelens er zullen optreden.
Basisemotie
elke emotie die een specifiek affectprogramma heeft
Evolutionaire theorie
emoties zijn aangeboren, universeel en adaptief; ze helpen overleving en voortplanting door gedrag te motiveren dat gevaar vermijdt en sociale relaties bevordert.
display rules
= regels die binnen een cultuur heersen over welke gelaatsexpressie je mag tonen in bepaalde situaties en welke niet
Feeling rules
= regels die binnen een cultuur heersen over welke gevoelens gepast zijn in bepaalde situaties
basisemoties
emoties die een eigen effectprogramma hebben
niet-basisemoties
= mengelingen of uitbreidingen van basisemoties
generalisatie gebaseerd op similariteit
een netwerk kan geactiveerd worden door de stimulus die gerepresenteerd was in het netwerk maar ook door de stimuli die erop lijken
Bv: Kleine Albert wordt ook bang van wollige witte voorwerpen
Modulatiehypothese
expressie beïnvloedt enkel de intensiteit van gevoelens die veroorzaakt werden door stimuli
Initiatiehypothese
expressie is voldoende om gevoelens uit te lokken
Cognitieve attributie
proces waarin arousal toegeschreven wordt aan een bepaalde oorzaak in de omgeving