Dutch List . 5 Flashcards
aankomst de
arrival the
aardig
friendly / kind / nice
afschied het
farewell the
allebei
both
altijd ( voor altijd )
always ( for ever )
baard de
beard the
bedanken
thank to
beste
dear
betekenen
mean to
bijvoorbeeld
for example / for instance
blond
blond
brengen
bring to
bril de
glasses the / the pair glasses
bruin
brown
buren de
neighbors the
cadeau het
gift the
collega de
colleague the
contact het
contact the
dik ( dik haar )
fat ( thick hair )
dun ( dun haar )
thin ( thin hair )
dus
so
eigen
own
garage de
garage the
gast de
guest the
graag
like to / love to
graag gedaan
your welcome
grappig
funny
grijs
gray
groien
grow to
haar het
her the
hardlopen
run to
hen (Ga je met hen naar de markt?)
them (Are you going to market with them?)
hoor (Ja hoor / Leuk hoor)
of course / sure (Yes of course / It’s nice)
horen
hear to