Duits Flashcards
bedürftig
behoeftig
bewahren vor
behoeden voor
der Begründer
de oprichter
sich trauen
durven
freiberuflich
freelance
verzehren
eten
die Vernichtung
de vernietiging
das Regal
het schap
anspornen
aansporen, aanzetten tot
gewährleisten
waarborgen
sich trennen von
afstand doen van
etwas loswerden
van iets af willen, iets kwijt willen
am Herzen liegen
waardevol zijn
die Erleichterung
de opluchting
verfügbar
beschikbaar, ter beschikking
zusätzlich
extra
bereuen
spijt hebben van
stattdessen
in plaats daarvan
verrückt
gek, krankzinnig
ablehnen
afwijzen, afkeuren
zwangsläufig
onvermijdelijk, vanzelf
insbesondere
in het bijzonder, vooral
überlegen
overdenken, overwegen
die Miete
de huur
die Nachhaltigkeit
de duurzaamheid
die Absicht
de bedoeling, intentie
die Ausstattung
de inrichting
verringern
verminderen