Deutsch Flashcards

1
Q

het afval

A

der Müll

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de klimaatbescherming

A

der Klimaschutz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de klimaatverandering

A

der Klimawandel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de milieubescherming

A

der Umweltschutz

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het nadeel+

A

der Nachteil, die Nachteile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

het voordeel+

A

der Vorteil, die Vorteile

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het effect+

A

die Auswirkung, die Auswirkungen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het gevolg+

A

die Folge, die Folgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de maatregel+

A

die Maßnahme, die Maßnahmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

de milieuvervuiling

A

die Umweltverschmutzung

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het onderzoek+

A

die Untersuchung, die Untersuchungen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de ontwikkeling+

A

die Entwicklung, die Entwicklungen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de oorzaak+

A

die Ursache, die Ursachen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de productie

A

die Produktion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de statistiek+

A

die Statistik, die Statistiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de temperatuur+

A

die Temperatur, die Temperaturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de verbetering+

A

die Verbesserung, die Verbesserungen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de verpakking+

A

die Verpackung, die Verpackungen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de verspilling

A

die Verschwendung

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de windkracht

A

die Windkraft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

de zonne-energie

A

die Solarenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

het gedrag

A

das Verhalten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

het plastic

A

das Plastik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

het vervoermiddel+

A

das Verkehrsmittel, die Verkehrsmittel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de wet+
das Gesetz, die Gesetze
26
de duurzame energie
de erneuerbaren Energien
27
de kleding
die Kleidung
28
de levensmiddelen
die Lebensmittel
29
afval scheiden
Müll trennen
30
afzien van
verzichten auf
31
besparen
sparen
32
bewijzen
beweisen - bewiesen
33
eisen
fordern
34
gebruiken
benutzen
35
laten zien
zeigen
36
nagaan
bedenken - bedacht
37
overheersen
überwiegen - überwogen
38
produceren
produzieren
39
reduceren
reduzieren
40
smelten
schmelzen - geschmolzen
41
stijgen
steigen - gestiegen
42
veranderen
ändern
43
veroorzaken
verursachen
44
verspillen
verschwenden
45
voorkomen, vermijden
vermeiden - vermieden
46
weggooien
wegwerfen - weggeworfen
47
zich bezighouden met
sich auseinandersetzen mit
48
zich inzetten
sich einsetzen
49
zinken
sinken - gesunken
50
dringend
dringend
51
duurzaam
nachhaltig
52
geschikt
geeignet
53
milieubelastend
umweltschädlich
54
milieuvriendelijk
umweltfreundlich
55
(on)nodig
(un)nötig
56
schadelijk
schädlich
57
verantwoordelijk
verantwortlich
58
voldoende
ausreichend
59
vrijwillig
ehrenamtlich
60
maar (na ontkenning)
sondern
61
de bescherming
der Schutz
62
de consumptie, het gebruik
der Konsum
63
de dierenbescherming
der Tierschutz
64
het fietspad+
der Fahrradweg, die Fahrradwege
65
de gletsjer+
der Gletscher, die Gletscher
66
de luxe
der Luxus
67
de reden+
der Grund, die Gründe
68
de politicus+
der Politiker, die Politiker
69
de aarde
die Erde
70
de bewering+
die Behauptung, die Behauptungen
71
de energiebron+
die Energiequelle, die Energiequellen
72
de gewoonte+
die Gewohnheit, die Gewohnheiten
73
de hitte
die Hitze
74
de industrie
die Industrie
75
de kolenenergie
die Kohleenergie
76
de landbouw
die Landwirtschaft
77
het landschap
die Landschaft
78
het milieu
die Umwelt
79
de milieuorganisatie+
die Umweltorganisation, die Umweltorganisationen
80
het onderzoek+
die Studie, die Studien
81
de politiek
die Politik
82
de voorwaarde, de veronderstelling+
die Voraussetzung, die Voraussetzungen
83
het beschermd natuurgebied+
das Naturschutzgebiet, die Naturschutzgebiete
84
de eeuw+
das Jahrhundert, die Jahrhunderte
85
het gebergte+
das Gebirge, die Gebirge
86
het hoogwater
das Hochwasser
87
de omstandigheden, voorwaarden
die Bedingungen
88
het openbaar vervoer
die öffentlichen Verkehrsmittel
89
in tegendeel
im Gegenteil
90
in tegenstelling tot
im Gegensatz zu
91
in vergelijking met
im Vergleich zu
92
afhangen van
abhängen von
93
beschermen
schützen
94
beweren
behaupten
95
bijdragen aan
beitragen zu - beigetragen
96
concluderen
schlussfolgern
97
effect hebben, iets teweegbrengen
etwas bewirken
98
gebruiken
verwenden
99
lijden
leiden - gelitten
100
maatregelen nemen
Maßnahmen ergreifen - ergriffen
101
produceren
erzeugen
102
recyclen
recyceln
103
steunen
fördern
104
tegenspreken
widersprechen - widersprochen
105
verwoesten, vernietigen
zerstören
106
vinden
halten für
107
voorkomen, verhinderen
verhindern
108
zich beperken
sich einschränken
109
zich inzetten
sich engagieren
110
zich zorgen maken over
sich Sorgen machen um
111
gemakkelijk
bequem
112
helemaal, volledig
völlig
113
ondanks
trotz
114
op deze manier
auf diese Art und Weise