deel 3 de federale macht: Wetgevende macht Flashcards

1
Q

De federale wetgevende macht:
1. De drie takken van de federale wetgevende macht.

A

De Grondwet stelt als regel dat de wetgevende macht gezamenlijk wordt uitgeoefend door de
Koning, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat (art. 36 Gw.). In afwijking van
deze bepaling wordt de wetgevende macht door de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de
Koning uitgeoefend voor de zogenaamde monocamerale aangelegenheden

Het recht van initiatief behoort aan de Koning en de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
Het initiatiefrecht van de Senaat werd in het kader van de Zesde Staatshervorming beperkt tot
de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 Gw., met name de aangelegenheden waarvoor de
Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat gelijkelijk bevoegd zijn

De Kamer en de Senaat zijn de verkozen instellingen: de leden ervan worden rechtstreeks of
onrechtstreeks door de bevolking gekozen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De federale wetgevende macht: Algemene principes inzake de verkiezingen:

A

In het kader van de Zesde Staatshervorming werd de rechtstreekse verkiezing van de senatoren
afgeschaft. Alleen de volksvertegenwoordigers worden nog rechtstreeks verkozen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De federale wetgevende macht: Algemene principes inzake de verkiezingen:samenvallende verkiezingen” wat is fzt?

A

Vanaf 2014 worden de federale verkiezingen, net als de verkiezingen voor de deelstaatparlementen, om de vijf jaar gehouden op dezelfde dag als de Europese verkiezingen (art. 65, derde lid Gw.).

Een oplossing is voorzien voor het geval van een vervroegde ontbinding van de Kamer van Volksvertegenwoordigers: in dat geval zal de nieuwe federale zittingsperiode uiterlijk duren tot de dag van de eerstvolgende verkiezingen van het Europese Parlement die op deze ontbinding volgen (art. 46, zesde lid Gw.).

Evenwel komt het aan de bijzondere wetgever toe de datum te bepalen waarop deze regeling
van gelijktijdigheid van de verkiezingen in werking zal treden (zie de overgangsbepaling bij
art. 65 Gw.).

Bovendien werd in het kader van de Zesde Staatshervorming ook de constitutieve
autonomie aan de deelstatelijke parlementen verleend om zowel de datum van hun verkiezingen
als de duur van hun zittingsperiode te bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voor de leden van het federale Parlement (dus ook voor de leden van de Senaat) Wat mogen ze niet doen of zijn indien ze een lid van de parlement zijn?

A

Dit betekent dat bepaalde functies niet kunnen worden gecumuleerd: voor parlementsleden is het v verboden bepaalde beroepsactiviteiten of politieke
functies uit te oefenen tijdens de duur van hun mandaat.

Geen lid van beide Kamers:
Geen minister
Geen bezoldigd ambt bij een federaal bestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sedert de verkiezingen van 2014 zetelen in de Senaat twee soorten senatoren

A
  • Aangewezen senatoren;
  • Gecoöpteerde senatoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aangewezen senatoren;

A

De aangewezen senatoren zijn:
- aangewezen door het Vlaams Parlement uit het Vlaams Parlement of uit de Nederlandse taalgroep van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- 10 senatoren, aangewezen door en uit het Parlement van de Franse Gemeenschap;
- 8 senatoren, aangewezen door en uit het Parlement van het Waals Gewest;

  • 2 senatoren, aangewezen door en uit de Franste taalgroep van het Parlement van het
    Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  • 1 senator, aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gecoöpteerde senatoren

A
  • 6 senatoren, gecoöpteerd door de senatoren die werden aangewezen door het Vlaams
    Parlement uit het Vlaams Parlement of uit de Nederlandse taalgroep van het Parlement
    van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  • 4 senatoren, gecoöpteerd door de senatoren die werden aangewezen door en uit het
    Parlement van de Franse Gemeenschap, door en uit het Parlement van het Waals Gewest
    of door en uit de Franse taalgroep van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk
    Gewest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bevoegdheden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers

A

Normerende of wetgevende functie.
Verdragen goedkeuren
De “Government making power”.
De uitvoerende macht controleren
Financieel-budgettaire controle
Onderzoekscommissies oprichten
Het wijzigen van de Grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Normerende of wetgevende functie

A

De voornaamste bevoegdheid van het Parlement bestaat in het tot stand brengen van wetten, op
initiatief van de Koning of op initiatief van één of meerdere leden van het Parlement.
De ingediende wetteksten noemt men, naargelang de herkomst, wetsontwerp (uitgaande van de
Regering) en wetsvoorstel (uitgaande van één of meer leden van Kamer of Senaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verdragen goedkeuren.

A

De wetgevende macht moet de verdragen goedkeuren.

Een verdrag kan in België slechts juridische waarde krijgen, als het door de wetgevende macht
is goedgekeurd.

Sinds de Zesde Staatshervorming is de goedkeuring van verdragen een monocamerale
aangelegenheid geworden (zie eerder de uitleg over de taakverdeling tussen de Kamer van
Volksvertegenwoordigers en de Senaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De “Government making power”.

A

De federale Regering moet bij haar aantreden het vertrouwen krijgen van de meerderheid van
de Kamer van Volksvertegenwoordigers (minimaal 76 van de 150 leden).
De regeringsverklaring wordt in de Kamer van Volksvertegenwoordigers voorgelezen, waarna
een vertrouwensstemming plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De uitvoerende macht controleren

A

De wetgevende macht controleert de uitvoerende macht.

De federale Regering is verantwoording verschuldigd aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers. (zie art. 101 Gw.) De leden van de federale Regering worden door de Koning benoemd, maar door de Kamer
gecontroleerd.

De Kamer oefent de controlefunctie uit door de begroting te stemmen, door het stellen van
vragen en interpellaties en door het recht van onderzoek.De Kamer kan weigeren het vertrouwen te geven aan de federale Regering of aan sommige
ministers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Financieel-budgettaire controle

A

Het is de taak van de Kamer van Volksvertegenwoordigers om elk jaar opnieuw de begroting goed te keuren.

De begroting is een raming van de staatsinkomsten en –uitgaven die ze voor het volgend jaar verwacht.

Als de Kamer de begroting niet goedkeurt, mag de federale Regering de geplande uitgaven niet
doen, en mag ze ook geen inkomsten ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat indien de kamber de begroting niet goedkeurd?

A

In een dergelijke situatie is het voor de federale Regering zeer moeilijk om een beleid te voeren.
Door de begroting niet goed te keuren, kunnen de leden van de Kamer de federale Regering
duidelijk maken dat ze niet akkoord gaan met het beleid en kunnen ze de federale Regering
verlammen, bij gebrek aan middelen. (er is evenwel in België een vangnet voorzien om de
continuïteit van de openbare dienstverlening niet in het gevaar te brengen; dit is het systeem
van de “voorlopige twaalfden”)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Onderzoekscommissies oprichten.

A

De Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft het recht van onderzoek.

Hieruit volgt de bevoegdheid om parlementaire onderzoekscommissies op te richten, om
bepaalde problemen in de maatschappij te onderzoeken en oplossingen voor te stellen, of
tekortkomingen aan te wijzen.
Een dergelijke commissie bestaat uit een beperkt aantal parlementsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het wijzigen van de Grondwet

A

De wetgevende macht heeft de bevoegdheid om de Grondwet te wijzigen

17
Q

De bevoegdheid van de Koning als tak van de wetgevende macht.

A

De Koning heeft initiatiefrecht.
De Koning heeft het recht amendementen in te dienen
De Koning bekrachtigt de wetten.

18
Q

De Koning heeft initiatiefrecht.

A

De Koning kan beslissen om een wet aan het federaal Parlement voor te leggen.

In de praktijk gaat het om initiatieven van de federale Regering die door de Koning ondertekend
worden. Vóór de ondertekening door de Koning worden die initiatieven ‘voorontwerpen’
genoemd, na de ondertekening spreekt men van ‘wetsontwerpen’

19
Q

De Koning heeft het recht amendementen in te dienen

A

De federale Regering heeft amenderingsrecht, d.w.z. dat de federale Regering voorstellen tot
wijziging kan indienen op wetten die in het Parlement in de maak zijn. In het federaal Parlement
wordt dan gestemd over deze amendementen.
In de praktijk worden de amendementen alleen door de bevoegde minister ondertekend

20
Q

De Koning bekrachtigt de wetten.

A

Als de wet is goedgekeurd in het federaal Parlement, moet de tekst nog bekrachtigd worden
door de Koning. De bekrachtiging houdt in dat de Koning zich akkoord verklaart met de tekst,
zoals die door het federaal Parlement werd aangenomen.

Omdat de Koning onverantwoordelijk is en onbekwaam om alleen te handelen, moet de
bekrachtiging mee ondertekend worden door een minister.

21
Q

De ontbinding van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.

A

De Koning kan de Kamer van Volksvertegenwoordigers ontbinden, kan de Kamer en Senaat in buitengewone zitting bijeenroepen en heeft het recht de Kamers te verdagen

De mogelijkheid voor de Koning om het federaal Parlement te ontbinden vormt het
tegengewicht voor de mogelijkheid voor het federaal Parlement om de Regering naar huis te
sturen.

Zo er een conflict bestaat tussen het federaal Parlement en de federale Regering, kan de Koning
de kiezer als scheidsrechter inroepen.

Thans bezit de Koning in drie situaties het recht om de Kamer te ontbinden (het betreft nooit
een verplichting, maar blijft altijd slechts een mogelijkheid):

22
Q
  • de situatie waarin een motie van vertrouwen in de federale Regering is verworpen zonder dat
    binnen drie dagen een opvolger voor de eerste minister door de Kamer is voorgedragen.
    , WAT IS DAT?
A

Regering neemt initiatief en vraagt aan parlement on nog eens te bevestigen dat ze vertrouwen hebben in de regering. Maar de kamer zegt nee

23
Q

De Koning heeft, overeenkomstig art. 45 Gw. ook het recht om de kamers te verdagen

A

d.w.z.
de vergaderingen van de kamers te schorsen. Deze mag, zonder instemming van de kamers, niet
langer duren dan 1 maand en mag tijdens eenzelfde zitting niet herhaald worden. (is sinds 1857
in onbruik geraakt)