Deel 2: Het begrip Staat Flashcards
Drie constitutieve bestanddelen
- een volksgemeenschap;
- de uitoefening van een gezag;
- het bestaan van een grondgebied
Hoe moet een staat erkent worden naar internationaal recht?
.
De erkenning is de eenzijdige
rechtshandeling waarbij een staat het bestaan van een andere/nieuwe staat bevestigt. Doorgaans
betreft het een expliciete rechtshandeling, maar de erkenning kan ook impliciet tot stand komen
door het aanknopen van relaties tussen staten
Bestaandeel 1: Een volksgemeenschap of permanente bevolking
Het gezag wordt uitgeoefend ten aanzien van de personen die zich op het grondgebied van de
Staat bevinden.
Het betreft een min of meer vaste groep van personen. Tussen die personen bestaat meestal een
gevoel van verbondenheid gesteund op bepaalde gemeenschappelijke kenmerken en
verworvenheden uit het verleden
Bestaandeel 1: Een volksgemeenschap of permanente bevolking: Het begrip natie
en gemeenschap van mensen die een lotsverbondenheid vertoont op grond van
gemeenschappelijke elementen zoals cultuur, taal, godsdienst of afstamming.
Die verbondenheid wordt meestal historisch verklaard en gecultiveerd om het samenhorigheidsgevoel binnen de gemeenschap te vergroten en de eigenheid ten opzichte van anderen te benadrukken.
Het belang van deze elementen kan verschillen van groep tot groep.
Het begrip “natie” impliceert het bestaan van bepaalde gemeenschappelijke kenmerken, maar
ook de wil tot samenleving en het gevoel van een historische en toekomstige lotsverbondenheid.
bestandeel 2: Het gezag
De staat oefent gezag uit binnen het kader van de politieke instellingen en ontleent daaraan zijn
legitimiteit. Elke staat heeft dus een overheid / overheden. Klassiek wordt aangenomen dat de
overheid wetten maakt, bestuurt en rechtspreekt.
Het optreden van de staat dient als doel te hebben de bevordering van het algemeen belang.
Het begrip overheidsgezag moet worden onderscheiden van het begrip macht.
Macht is slechts een middel om de behartiging van het algemeen belang te realiseren. Zonder
macht dreigt de gezagspositie van de Staat ondermijnd te worden.
Bijgevolg moet in een staat een uitgewerkt sanctiestelsel bestaan om het staatsgezag, desnoods
op repressieve manier, te doen eerbiedigen.
In België zijn er nationale/federale overheden, overheden van de gemeenschappen en de
gewesten en lokale overheden
Bestandeel 3. Grondgebied
De staat oefent gezag uit over een afgebakend territoriaal gebied. Dit betreft in beginsel een
exclusief gezag.
Het grondgebied waarop de Staat exclusieve soevereiniteitsrechten (exclusief gezag) uitoefent
omvat het landoppervlak, de ondergrond, het watergebied en het luchtruim (boven de
landoppervlakte en de territoriale zee).
De volle zee, de ruimte en de Zuidpool behoren niet tot het territorium van een staat. Het
merendeel van de oceanen en hun bodem zijn internationale wateren, zij vallen buiten de
territoriale wateren en de exclusieve economische zones (zie hierna). Hun statuut wordt
geregeld door het internationaal recht
Burgerschap en nationaliteit
Het overheidsgezag wordt in beginsel uitgeoefend op al wie zich op het Belgisch grondgebied
bevindt, ongeacht dus de nationaliteit
Naar Belgisch recht wordt daarbij gebruik gemaakt van het ius sanguinis en het ius soli.
Het ius sanguinis houdt in dat de nationaliteit wordt toegekend op basis van de afstamming.
Het ius soli houdt in dat de nationaliteit wordt toegekend op basis van de plaats van geboorte