De (federale) Wet Flashcards

1
Q

Navet bicameralisme

A

tot de 6de staatshervorming waren de kamer en senaat gelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Deze hervorming van het tweekamerstelsel (bicameralisme) was gebaseerd op volgende
beginselen

A

1° de Kamer werd exclusief bevoegd voor de politieke controle op de Regering en de controle op
de openbare financiën;
2° de Senaat vervulde de rol van reflectiekamer;
3° de Senaat gaf uiting aan de gevoeligheden van de gemeenschappen en de gewesten;
4° beide wetgevende kamers bleven gezamenlijk bevoegd inzake de grondbeginselen van de Staat
en de verhouding tussen de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er blijven drie wetgevingsprocedures bestaan:

A
  • de procedure voor aangelegenheden die verplicht bicameraal zijn.
  • de procedure voor optioneel bicamerale aangelegenheden.
  • de procedure voor monocamerale aangelegenheden (het éénkamerstelsel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom zijn de residuaire bevoegdheden

A

Alles wat niet vermeld staat is van kamer en koning- eigenlijk belangrijke categorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Monocamerale aangelegenheden:ii. Adviserende functie van de Senaat:

A

De Senaat heeft voortaan een adviserende rol met betrekking tot « transversale » thema’s, waarbij
samenwerking tussen de deelstaten en de federale overheid noodzakelijk is: Zaken die ook van belangen zijn voor de deelstaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Monocamerale aangelegenheden:ii. Bemiddelende functie van de Senaat:

A

De Senaat behoudt zijn bemiddelende rol in het kader van de behandeling van belangenconflicten.
Deze bevoegdheid is ongewijzigd gebleven.
Belangenconflicten zijn conflicten tussen de verschillende entiteiten (federale staat, deelstaten)
waarbij door de uitoefening van de bevoegdheden schade kan worden toegebracht aan de belangen
van een andere entiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De rol van de Senaat inzake een aantal voordrachts- en benoemingsprocedures:

A

De Senaat is bevoegd gebleven inzake een aantal voordrachts- en benoemingsprocedures. Zo bleef
de Senaat zijn rol behouden bij de voordracht van kandidaten, respectievelijk de benoeming, van
de rechters van het Grondwettelijk Hof, de staatsraden en de assessoren van de Raad van State en de niet-magistraten van de Hoge Raad voor de Justitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De politieke controlefunctie van de senaat:

A

De politieke controlefunctie van de Senaat op de federale regering, die reeds sterk was ingeperkt
door de hervorming van 1993, werd volledig afgeschaft.

Bijgevolg verliest de Senaat het recht van onderzoek, de mogelijkheid tot het stellen van
mondelinge vragen of vragen om uitleg aan de regering.

De Senaat behield evenwel het recht om schriftelijke vragen te stellen voorzover deze vragen
betrekking hebben op aangelegenheden die binnen de bevoegdheden van de Senaat vallen.
Er werd evenwel een nieuwe bevoegdheid sinds 2014 toegekend aan de Senaat, nl. de bevoegdheid
om informatieverslagen op te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de informatieverslag: Senaat

A

Een informatieverslag betreft een transversaal onderwerp dat eveneens betrekking heeft op
aangelegenheden die gevolgen hebben voor de bevoegdheden van de gemeenschappen of de
gewesten. Een informatieverslag kan onder meer bijdragen tot een betere samenwerking tussen de
deelstaten alsook met de federale Staa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vi. De internationale functie van de Senaat:

A

Deze functie werd zeer sterk beperkt.

De Senaat zal nog een delegatie sturen naar een aantal internationale parlementaire assemblees om
de vertegenwoordiging van de deelstaten te waarborgen, maar zal niet langer bevoegd zijn voor de
procedure tot instemming met verdragen.

De Senaat behoudt wel een rol inzake het substitutierecht van de federale overheid om de naleving van internationale of supranationale verplichtingen te verzekeren. De wetgeving die de principes uittekent voor het uitoefenen van het substitutierecht blijft verplicht bicameraal, omdat deze overeenkomstig de Grondwet in een bijzondere wet geregeld worden.
De gewone wetten die deze
principes uitwerken en de wetten waardoor de federale overheid zijn substitutierecht daadwerkelijk
uitoefent, blijven optioneel bicameraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De parlementaire overlegcommissie.

A

ze bepalen monocameraal of bicameraal bij een conflict
11 kamer/ 11 senaat

In de praktijk kan er onenigheid ontstaan over de kwalificatie van een wetsvoorstel of wetsontwerp,
en dus over de vraag welke wetgevende procedure moet worden gevolgd.

Om die reden werd, naar aanleiding van de herziening van de rol van de Senaat in 1993, de
parlementaire overlegcommissie opgericht om mogelijke bevoegdheidsconflicten tussen de
wetgevende Kamers op te lossen. Deze commissie zal dus bij conflict beslissen welke wetgevende
procedure moet worden gevolgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De grondwettelijke alarmbel.

A

De Grondwet vereist voor het goedkeuren van wetten in principe een gewone meerderheid. Dit zou kunnen leiden tot situaties waarin één taalgroep een voorstel kan doordrukken zonder rekening te houden met de belangen van de andere taalgroep. Om dit te voorkomen, werd in de Eerste Staatshervorming (1970) een communautaire alarmbelprocedure in de Grondwet opgenomen. Deze procedure moet voorkomen dat de ene taalgroep de belangen van de andere taalgroep schendt door wetten aan te nemen waar die andere taalgroep tegen is.

DIT OMDAT DE FEDERALE PARLEMENT NIET PARITAIR SAMENGESTELD IS.
3/4 VAN DE TAALGROEP MOET ALARMBEL TREKKEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bedoeling van de alarmbelprocedure, wie behandelt het conflict

A

Bedoeling van de communautaire alarmbelprocedure is dus dat het “conflict” tussen de twee
taalgroepen in het federale Parlement wordt overgeheveld naar de federale Ministerraad, die wel
taalparitair is samengesteld. Wanneer binnen de Ministerraad geen compromis wordt bereikt, lijkt
een regeringscrisis onvermijdelijk.

GEEN COMPROMIS KAN LEIDEN TOT VALLEN VAN DE REGERING

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De verschillende wijzen van stemmen

A

Stemming : 3 wijzen.
- de regel: bij volstrekte meerderheid
- twee uitzonderingen:
1) dubbele tweederdemeerderheid
2) bijzondere versterkte meerderheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij volstrekte meerderheid:

A

Betekent de helft + één van de uitgebrachte stemmen.

Bij staking van stemmen (d.i. evenveel voor als tegen stemmen) is het behandelde voorstel of
ontwerp verworpen.
Geen van beide Kamers kan een besluit nemen indien niet de meerderheid van haar leden aanwezig
is.
Er is dus steeds een aanwezigheidsquorum van de helft plus één vereist:
- 76 van de 150 leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers
- 31 van 60 senatoren

Onthoudingen worden in aanmerking genomen voor de berekening van het aanwezigheidsquorum,
maar niet voor het bepalen van de meerderheid bij de stemming, zodat deze wordt berekend op de
ja- en de neen-stemmen, zonder de onthoudingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bijzondere versterkte meerderheid (versterkte gekwalificeerde meerderheid):

A

In sommige gevallen wordt een bijzondere versterkte meerderheid vereist. Het voorstel of ontwerp
van wet is goedgekeurd voor zover (zie art. 4, derde lid Gw.):

  • de meerderheid van de leden van elke taalgroep in beide Kamers aanwezig zijn;
  • de meerderheid van de leden in elke taalgroep de tekst aanneemt (helft plus één van de
    uitgebrachte stemmen in elke taalgroep);
  • het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen tweederde van de uitgebrachte stemmen
    bereikt (twee derden in beide taalgroepen samen).

Wetten aangenomen bij bijzondere versterkte meerderheid noemen bijzonder meerderheidsweten en staan lager dan de grondwet maar hoger dan de gewone wet.

Quorum van aanwezigheid:
Kamer van volksvertegenwoordigers: meerderheid (helft + één) aanwezig van beide
taalgroepen
Senaat: meerderheid (helft + één) aanwezig van beide taalgroepen

17
Q

Specifieke soorten wetten

A

Interpretatieve wetten
Wetten aangenomen met een bijzondere meerderheid
Programmawetten
Opdrachtwetten
Besluitwetten.

18
Q

Interpretatieve wetten

A

In geval van onduidelijkheid over de betekenis van wetgeving (betwisting over de interpretatie)
komt de wetgever soms zelf tussen: de wetgever zorgt dan voor een authentieke interpretatie. Hij
vaardigt interpretatieve wetten uit waarin hij bepalingen uitlegt op een wijze die voor alle
rechtssubjecten bindend is.

Een authentieke interpretatie is een interpretatie die bindend is voor alle machten, ook voor de
rechter (artikel 7 Ger.W.)

De Grondwet erkent het bestaan van de interpretatieve wet

19
Q

Programmawetten

A

De programmawet wordt omschreven als “een geheel van maatregelen ter verwezenlijking van het
algemeen en financieel beleid van de regering, dat samen met de Rijksbegroting aan de Kamers
ter goedkeuring wordt voorgelegd.”

Een programmawet heeft dus in beginsel een budgettaire doelstelling.

De programmawet behandelt zeer verscheiden onderwerpen (sociale zekerheid, justitie,
belastingen, bedrijfsleven,…). Soms worden daarin onderwerpen behandeld die er eigenlijk niet in
thuishoren.

20
Q

Opdrachtwetten

A

Traditioneel onderscheidt men 4 verschillende types opdrachtwet:
- gewone opdrachtwet
- kader- of raamwet
- bijzonderemachtenwet
- buitengewonemachtenwet

Al te kort gesteld, komt het erop neer dat deze wetten aan de Koning de bevoegdheid opdragen om
aangelegenheden te regelen bij koninklijk besluit, terwijl deze normaliter bij wet zouden moeten
worden geregeld. Al naargelang het type opdrachtwet worden daarbij verregaande of minder
verregaande instructies aan de Koning gegeven en is het kader waarin Hij kan optreden dus al dan
niet beperkt en duidelijk omschreven

21
Q

Besluitwetten

A

Tijdens de beide wereldoorlogen werd de wetgevende macht niet uitgeoefend door de drie takken
van de wetgevende macht. Het Parlement kon immers niet samenkomen door de bezetting van het
land.
Tijdens WOI werd de wetgevende macht uitgeoefend door Koning Albert I met zijn in raad
vergaderde ministers.

Tijdens WOII werd de wetgevende macht door de in raad vergaderde ministers alleen uitgeoefend
‘optredend in naam van het Belgische volk’ (Koning Leopold III was krijgsgevangen en verkeerde
derhalve in de onmogelijkheid om te regeren).
Tijdens beide wereldoorlogen werden besluitwetten uitgevaardigd.

Het betreft juridische constructies die niet in de Grondwet zijn voorzien.

Ze zijn tijdens een noodtoestand tot stand gekomen als handelingen van legale overheden die als
plaatsvervangers en vertegenwoordigers van de normaal bevoegde organen worden beschouwd.

Het Hof van Cassatie heeft de wetskracht van deze besluitwetten in verschillende arresten
bekrachtigd.168 Daardoor hebben ze dezelfde juridische waarde als de wet en staan ze in de
hiërarchie van de rechtsnormen op dezelfde hoogte, naast elkaar

22
Q

Aan de wetgever voorbehouden materie – legaliteitsbeginsel: BIJ, DOOR OF KRACHTENS DE WET?

A

Met het gebruik van de bewoordingen “bij”, “door” of “krachtens een wet” beoogde de
grondwetgever een materie voor te behouden aan de wetgevende macht. Deze aan de wet
voorbehouden bevoegdheden regelen de verhouding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht. Deze bepalingen geven aan in welke mate de wetgevende macht zelf een bevoegdheid moet
uitoefenen, dan wel deze kan delegeren aan de uitvoerende macht.
Er moet evenwel nog een onderscheid worden gemaakt tussen de bewoordingen “bij” en “door”,
enerzijds, en “krachtens een wet”, anderzijds.
Vb. art. 170, §1 Gw.: geen belasting kan worden ingevoerd dan door een wet.

23
Q

Bij of door de wet?

A

het betreft uitdrukkelijk aan de wetgevende macht voorbehouden materie; de
(formele) wetgever is uitsluitend bevoegd en kan in beginsel zijn bevoegdheid niet delegeren aan
de uitvoerende macht

24
Q

Krachtens de wet?

A

de wetgever heeft de mogelijkheid om zijn regelingsbevoegdheid op te dragen
aan de uitvoerende macht, op voorwaarde dat hij de basisregels en grondbeginselen zelf regelt.

In de praktijk wordt evenwel vaak afgeweken van het principe dat de door de Grondwet aan de
wetgever voorbehouden aangelegenheden niet aan de Koning kunnen worden opgedragen. Dit
wordt onder bepaalde voorwaarden aanvaard door het Grondwettelijk Hof

25
Q

Bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid en de deelstaten

A

check pagina 104-105