D4CH4 Flashcards

1
Q

principe ve microscoop

A

geeft grote vergrotingen door gebruik van 2 lenzen
- objectieflens: sterk convergerende lens met kleine brandpuntafstand -> dicht bij vw: reëel beeld I0
- oculair lens: dicht bij oog, zoals loep -> virtueel beels Ie uit I0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

indeling van objectieven

A

naargelang wijze van gebruik
- apo-achromaten: gecorrigeerd voor chromatische aberraties (alle kleuren)
- achromaten: gecorrigeerd voor chromatische aberraties (rood en blauw)
- alle hedendaagse zijn aplanaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

condensor

A

focust een conus v licht met uniforme intensiteit op het specimen
- uitgelijnd met as volgens optische as van de microscoop
- apertuur wordt geregeld via een irisvormig diafragma (aangepast aan NA vd objectief)

verlicht 70-90% vh specimen wordt verlicht
- diafragma te open: reflecties in het specimen -> verlies contrast
- apertuur te klein -> resolutieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oculair

A

vergroot het beeld door het objecties (meestal 10x)
voor metingen: meetplaatje schuiven ter hoogte van het beeld gevormd door het objectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

invert microscoop

A

aangepast voor observaties van celculturen in bodems (dikkere specimens)
- lichtbron en condensator boven het speciment
- objectieflens onder specimen
- spiegels verzekeren lichtweg vh objectief -> oculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fase contrast microscoop

A

lichtmicroscoop met speciale faseplaatjes tussen condensor en preparaat en in objectief
- gedetailleerde observatie van levende cellen (kleuring niet mogelijk)
- gebaseerd op faseverandering van de lichtgolf door de brekingsindex van het specimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

principe fase contrast microscoop

A

monochromatische parallelle bundel door slit: faseverschil (golflengte/4) tussen max (centraal) en max (diffractie)

als de centrale straal door een gecoate glasplaat gaat en ook faseverschil van (golflengte/4) krijgt

ne hereniging van de stralen -> destructieve interferentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

praktijk fase contrast microscoop

A

dunne spleet gevormd door fasering na de condensor -> circulaire spleet licht door
- objectief: faseplaat = glazen plaatje met donker ringetje: absorbeert 3/4 van het licht
- na doorgang plaatje: faseverschil = golflengte/2 -> destructieve interferentie

voordelen:
- transparante delen van de cel zichtbaar
- bekijken van vorm van levende cellen
- proliferatie cellen bekijken
- geen kleuring nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fluorescentiemicroscopie

A

detectie antilichamen, DNA-proben

chemische stof: fluorescerend als moleculen licht absorberen bij excitatie golflengte, licht uitzenden bij emissiegolflengte

gevoelige en specifieke detectie van anti-lichamen en DNA-proben: binden zich aan fluorochromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lichtweg fluorescentiemicroscopie

+ voor en nadelen

A

lichtbron -> excitatiefilter: enkel licht van excitatiegolflengte door -> dichroïische spiegel/prisma: emissiegolflengte door

voordeel:
- bekijken celcomponenten
- hoge specificiteit
- sterk contrast
- live cel imaging
nadeel:
- onscherpe delen
- fluorescerend enkel
- niet permanent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

confocate microscopie

A

microscopische evaluatie van dikkere weefselstukken met 3D voorstelling

objectieven met hogere waarde voor NA -> brandvlak sterk bepaald, kleine scherptediepte

waarneming via smalle parallelle lichtbundel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

praktijk confocate microscopie

A

met licht doorlatende specimens -> structuren gemerkt met fluorochroom
licht van buiten brandvlak tegengehouden

optica: fluorescentiemicroscopie
lichtbron = laserbundel
x-y scanning -> scanningsspiegels
beeld gegenereerd via software

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voor en nadelen van confocate microscopie

A

voordelen:
- levende organismen
- individuele celdelen
- sterk contrast
- 3D beelden
- niet-invasief

nadelen:
- tijdrovend
- enkel fluo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

elektronenmicroscopie

A

lenzen = magneetspoelen met ringvormige weekijzeren poolschoenen
- lokaal sterk magnetisch veld: elektronenbundel gefocust op brandpunt

lichtbron = wolframdraad: elektronen vrij -> potentiaalverschil -> elektronen treden als smalle bundel binnen
- condensorlenzen: elektronenbundel geconcentreerd -> optimale belichting

aantal lenzen vormen van het object een grote afbeelding -> geprojecteerd op fluorescerend beeldscherm
- delen vh object met hoge contraststoffen -> donker afgebeeld
- delen waar elektronen makkelijk doorgaan: licht afgebeeld

vergroting: bepaald door objectief en tussen, en projectielenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voor en nadelen elektronenmicroscopie

A

voordelen:
- betere resolutie
- bekijken oppervlakte subjects
- bekijken interne structuren
- 3D

nadelen:
- SEM lage S als TEM
- duur
- niet voor levende organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verschil licht en elektronen microscopie

A

lichtmicroscopie: beelddetails zichtbaar

elektronenmicroscopie: absorptie verwaarloosbaar -> verstrooiingspatroon elektronen bepaalt het beeld