D3CH3 Flashcards

1
Q

kracht op een elektrische lading in een magnetisch veld

A

magnetische velden oefenen eenkracht uit op bewegende elektrische ladingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

rechterhandregel

A

vectoriele producten:
term 1 = wijsvinger
term 2 = middenvinger
uitkomst = duim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

massaspectrometer

A

ionen geproduceerd door temperatuursstijging of elektrische stroom
ionen beschrijven een cirkelvormige baan in een magnetisch veld

ionen gescheiden volgens massa -> specifiek massaspectrum vh staal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voorstelling magnetische velden

A

buiten magneet: N -> Z
binnen magneet Z-> N
hoe dichter veldlijnen bij elkaar, hoe sterker het veld
veldlijnen zijn altijd gesloten lussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

magnetisch veld vd aarde

A

magnetisch as valt niet samen met rotatie as

magnetische Noordpool is niet de geografische Noordpool = magnetische declinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

soorten magnetime

A

oorzaken magnetische dipoolmomenten:
- rotatie elektronen en atomen rond eigen as
- rotatie elektronen rond kern
heffen elkaar meestal op -> geen magnetisch dipoolmoment (soms NIET)

paramagnetische stoffen:
- magnetisch veld = 0: dipoolmomenten zijn willekeurig gericht: geen netto-dipoolmoment
- magnetisch veld is niet 0: atomarie dipolen richten zich volgens het veld

ferromagnetische stoffen (Fe, Co, Ni, Gd, Dy)
- speciale interactie tussen naburige elementen (koppeling)
- magnetisch veld ontstaat: alle gekoppelde Weisz-gebieden richten zich volgens het veld
- magnetisch veld verdwijnt: weisz-gebieden blijven zo gericht (remenant magnetisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe zorg je ervoor dat een ferro-magnetische stof zich herstelt?

A

temperatuur boven een bepaalde kritische waarde laten stijgen zodat de koppeling verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

elektromagnetische inductie

A

een veranderend magnetisch veld kan een stroom opwekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

magnetische flux

A

maat voor hoeveel magnetische veldlijnen door een dwarsdoorsnede van een spoel gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wet van Lenz

A

richting van de geïnduceerde stroom is zo dat ze de oorspronkelijke fluxverandering tegenwerkt

bepaalt de richting van geïnduceerde stroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wet van Lenz toepassen

A

1) stijgt of daalt de magnetische flux?
2) stijgt: zin geïnduceerd veld is tegengesteld, daalt: zin geïnduceerd veld is gelijk
3) richting en zin vd geïnduceerde stroom via rechterhand regel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe kan je een EMK opwekken in een spoel in een magnetisch veld?

A

1) verandering van het magnetisch veld
2) verandering oppervlakte door de lus in het veld
3) verandering vd oriëntatie van de lus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

niet-invasieve neuro-stimulatie

A

= pijnloze behandelingsstrategie: elektrische en magnetische velden toedienen aan zenuwweefsel

TMS: magnetische pulsen induceren een elektrische stroom in de hersenen -> stimuleren activiteit van de hersencellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zelfinductie

A

2 spoelen dicht bij elkaar
spoel 1: kring met bron -> er ontstaat stroom
ontstaan magnetische flux in spoel 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly