D4CH1 Flashcards
hoe ontstaat straling?
verandering magnetisch veld -> veranderend elektrisch veld -> veranderend magnetisch veld -> etc.
straling = golf van elektrisch en magnetische velden die zich voortplant in een ruimte
soorten EM straling
golflengte < 0,001m : opgewekt door processen in atomen en moleculen (onafhankelijke elementaire stralers)
golflengte > 0,001m: opgewekt in uitgebreide bronnen
uitgebreide bronnen
fase 1: condensator opgeladen: geen stroom, geen magnetisch veld
fase 2: stroom loopt, condensator ontlaadt zich, i en b zijn maximaal als de condensator volledig ontladen is op T/4
fase 3: condensator opgeladen door i, i door spoel = 0, b = 0
fase 4: condensator ontlaadt zich, b max, i max maar in omgekeerde richting
cyclus herhaalt zich
bronnen op atomaire schaal
stralingsemissie duurt 10^-8s
orbitale elektronen worden geëxciteerd door een elektrische stroom op het gas
desexcitatie gaat gepaard met uitzending van EM-straling
optisch spectrum
golflengtegebied van infraroodstraling -> zichtbaar licht
zichtbaar gebied
380nm -> 750nm (gevoeligst voor 550nm)
ioniserend spectrum
golflengtegebied van X en gammastraling: voldoende energie om weefsel te ioniseren
biologische effecten van EM straling
verhouding van gereflecteerde straling en geabsorbeerde straling hangen af van de golflengte
hoe meer geabsorbeerd, hoe slechter
ioniserend spectrum (biologische effecten)
kort golflengte, hoge energie -> ioniserende werking op weefsel: chemische veranderingen in de cel
biologische effecten: breuken in DNA structuur
- enkelvoudig -> volledig herstel
- dubbele breuken -> misrepair -> genmutaties -> kanker
ioniserende straling is carcinogeen
intensieve blootstelling -> veel ionisaties -> breuken DNA -> inhibitie DNA replicatie
- toepassing: radiotherapie en radiologie: stralen gericht o pkankercellen om replicatie te vermijden
hoe ontstaan X stralen
uit X stralenmachines (radiologie)
deeltjesversnellers (radiotherapie)
hoe ontstaan gammastralen
radioactief verval van radioactieve nucleïden
optisch spectrum: UV, zichtbaar licht, IR
geringe penetratiediepte: invloed op huis, subcutane weefsels en het oog
interactie van UV straling: via fotochemische reacties: energie van straling correspondeert met bindingsenergie van chemische bindingen
UVB en beetje UVA
- erytheemvorming
- verhoogde pigmentatie op huis
- cataract bij oog
IR en zichtbaar licht op weefsel: thermisch effect
- langgolvige IR: hittebelasting
- kortgolvige IR: geen probleem
microgolven (biologische effecten
voldoende intensiteit -> opwarming weefsel
goede dieptewerking
niet carcinogeen