D2H5: diagnostische procedures en instrumenten Flashcards

1
Q

indirecte procedures

A
  • interview
  • anamnese
  • vragenlijsten
  • (zelf)beoordelingsinstrumenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

directe procedures

A
  • objectieve en gestructureerde wijze
  • observatie in klas of tijdens spel
  • spontaan gesprek
  • gestandaardiseerde en genormeerde tests- of analyseprocedure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is de beoordeling van spontane spraak een belangrijk luik van het onderzoek naar een spraakklankstoornis?

A
  • algemene verstaanbaarheid
  • indicatie van ernst
  • beoordeling gebeurt in meest natuurlijke linguïstische context
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verzamel je een spraakstaal en wat kan je ermee doen?

A
  • eenvoudige vragen stellen over thuis, school
  • opname van 5min
  • fonetisch transcriberen
  • inventaris maken
  • toont globale spraakklankverwerving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

minimum- frequentie- criterium

A

frequent gebruikte en weinig gebruikte klanken worden onderscheiden van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een traditioneel, fonetisch georiënteerd articulatieonderzoek?

A

men maakt gebruik van de driepositieprocedure = beoordeling van al dan niet correcte productie van elke spraakklank of spraakklankcombinatie in een afzonderlijk woord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

traditionele foutencategorieën

A
  • omissie
  • substitutie
  • distortie
  • additie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nadelen van de traditionele fonetisch georiënteerde articulatieonderzoek

A
  • beperkte inventaris want spraakklank in beperkte context
  • beperkte representativiteit want enkel woorden
  • foutenclassificatie niet voor alle fouten geschikt
  • foutenpatroon niet duidelijk
  • geen aftoetsing met frequentie van voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke ontlokkingstechniek van een articulatieonderzoek levert het meest realistische beeld?

A

spontaal benoemen of imiteren:

  • spontaan benoemen is moeilijker en presteert slechter dan imiteren
  • spontaal benoemen = toont actuele performantiemogelijkheden
  • imitatie toont potentiele mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nadelen van klassiek articulatieonderzoek

A
  • volledige fonetische inventaris opstellen is onmogelijk
  • bijkomend materiaal is nodig
  • ook fonologische evaluatie doen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke gevallen neemt met na een klassiek articulatieonderzoek ook een fonologisch onderzoek af en hoe gaat men te werk?

A

bij kinderen met multiple spraakklankproblemen en/of hoge mate van onverstaanbaarheid
werkwijze:
- analyse van klank- en woordstructuur
- relatie tussen spraakklanken
- systematiek van de fouten
- vergelijking met normale spraakklankontwikkeling om uit te maken of het gaat om een vertraagde of afwijkende fonologische systematiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

manieren om een uitspraak te doen over de mate van de fonologische ontwikkeling en capaciteiten

A
  • analyse van segmenten
  • analyse van suprasegmenten
  • analyse van klankkenmerken
  • analyse van fonologische processen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fonemische inventaris

A
  • contrastieve functie van spraakklanken waarvan men betekenisverschil kan aanduiden
  • koppeling fonotactische analyse
  • analyseprocedure: graad van overeenkomst tussen uitspraak kind en volwassene vergelijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

homoniemen analyse: onderzoek in vlaanderen: stijgende leeftijd gaat samen met:

A
  • daling aantal homoniemen
  • daling aantal substituties
  • daling aantal gehanteerde fonologische processen
  • toenemende articulatievaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fonologische procesanalyse: instrumenten

A
  • fonologische procesanalyse (FPA)
  • fonologische analyse van het Nederlands (FAN)
  • fonologische analyse bij Hodson en Paden
  • Metaphon
  • Antwerps fonologische processen onderzoek (AFPO)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

fonologische procesanalyse (FPA)

A
  1. verzamelen van spraakstaal
  2. fonetische transcriptie
  3. eigenlijke procesanalyse: welke processen komen voor en met welke frequentie
17
Q

fonologische analyse van het Nederlands (FAN)

A
  • 1j3m- 4j
  • tijdens spontane spraak
  • contrastanalyse en procesanalyse
18
Q

fonologische analyse bij Hodson en Paden

A
  • doel: klanksystematiek ontdekken
  • spontane uitingen ontlokken adhv voorwerpen en spelmateriaal
  • beeld- en geluidsopname
  • analyse van verandering van woordstructuur en distributie van omissies en substituties over klankklassen en fonologische processen
19
Q

Wat denkt men over een combinatie van fonetische en fonologische analyse?

A

het is te tijdrovend waardoor het niet/ weinig wordt gebruikt in de dagelijkse praktijk. een oplossing zou zij om traditionele articulatietests aan te passen voor fonologische procesanalyse

20
Q

voorbeelden van aanpassingen van traditionele articulatietests

A
  • UAO: fonologische processen die bij bepaald woord niet kunnen voorkomen elimineren
  • CAI: onderzoek op verschillende niveaus met 4 onderdelen en fonetische transcriptie en akoestische analyse door computer
  • SKO: differentiaaldiagnostiek en computerondersteunend
21
Q

wat is een oplossing voor een moeilijke differentiatie tussen fonetische en fonologische problemen

A

proef voor productievariabiliteit (zie H6)