D1H2: neurofysiologische, psycholinguïstische en psycho- akoestische factoren van articuleren Flashcards
Neurofysiologische component
Wat is het verschil tussen ‘spreken is de primaire eerst geleerde meest voorkomende verschijningsvorm van taal’ en ‘spreken/ articuleren is een secundaire functie’?
Spreken/ articuleren is een van de modaliteiten waarin taal kan voorkomen, het is de eerst geleerde en meest voorkomende vandaar primair. Taal heeft ook nog andere modaliteiten of verschijningsvormen zoals spellen en lezen.
Spreken is echter een secundaire functie omdat we moeten leren spreken/ articuleren
Neurofysiologische component
Het spraakproductiemechanisme
Supralaryngaal systeem= energiebron
- primair doel: ademhaling
- secundair doel: productie spraakklanken
Laryngaal systeem= vibrerend element
- produceren van stem obv stembandtrilling
Sublaryngaal systeem= resonantie en klankproductie
- velofaryngeale klepmechanisme: productie van nasale of orale spraakklanken
- bewegende structuren
Coördinatie van alle bewegingen gebeurt door gebied van Broca
Neurofysiologische component
Beweegbare articulatoren in sublaryngaal systeem
Wangen Amandelbogen Tongbeen/ hyoid Larynx Lippen Onderkaak/ mandibula Farynx Zacht verhemelte/ velum Huig Tong
Psycholinguïstische component
Fonetiek vs fonologie
Fonetiek = studie van spraakklanken en hun gebruik als middel om een idee uit te drukken en te begrijpen
- continuüm van spraakklanken
- fysisch
- concreet
- spraakklanken
Fonologie = bestudeert en beschrijft organisatie van spraakklanken on patronen en opeenvolgingen
- opeenvolging van onderscheidbare segmenten
- psychologisch
- abstract
- fonemen
Psycholinguïstische component
Foneem
Geen vaste entiteit maar een klasse van gelijkaardige klanken met verschillende productiewijze maar geen betekenisonderscheid
Psycholinguïstische component
Allofonen
Geen betekenisonderscheid
Enkel verschil in productie
Psycholinguïstische component
Fonologische fenomeen
Er is betekenisonderscheid door de wijze waarop spraakklank geproduceerd wordt
Het is contrastief
Psycholinguïstische component
Fonologische kennis
Weten welke klanken wel en niet tot een taal behoren
Psycholinguïstische component
Spraakklank vs foon / foneem
Spraakklank = oneindig gevarieerde spraakgeluiden Foon = algemene omschrijving voor gelijk welke klank die door een persoon geproduceerd kan worden Foneem = wanneer een foon een spraakklank wordt in een specifieke taal
Psycholinguïstische component
Malfoon
= een foutieve spraakklank of artiuclatiefout
Psycholinguïstische component
Fonologie is breder dan fonetiek
Fonologie refereert ook naar het talige component zoals fonotactische bewegingen
Psycholinguïstische component
Fonotactische beperkingen
Gaan over de omgeving of context van een bepaalde klank
Vb.: s kan noot door r gevolgd worden
Psycholinguïstische component
distinctive features
elke spraakklank berust op een unieke combinatie van features
geen 2 spraakklanken kunnen berusten op identiek dezelfde features
Psycholinguïstische component
3 groepen spraakklanken
vocalen
diftongen
consonanten
psycho- akoestische component
intensiteit
frequentie
duurtijd
intensiteit: klinkers hebben meer akoestische energie en grotere luidheid dan medeklinkers, maar hebben minder betekenisinformatie
frequentie: stemhebbende klanken hebben periodieke trillingen, stemloze niet- periodieke trillingen
duurtijd: bepalend ifv betekenisonderscheid en spreeksnelheid varieert ifv leeftijd en lengte van uiting