D. Antidiabetica Flashcards
normaal waardes bloedglucosegehalte
4-8 mmol/l
pathofysiologie diabetes mellitus type 1
absoluut insuline tekort door auto-immuun destructie van beta-cellen in de pancreas
behandeling DM 1
insuline
pathofysiologie DM 2
relatief insuline tekort door toegenomen insulineresistentie in lever- spier- en vetweefsel en een zekere mate van disfunctie van de betacellen
behandelingstappen DM 2
- caloriebeperking en gezonde leefstijl
- orale bloedglucose verlagende middelen
- insuline
werkingsmechanisme metformine
remt de glucoseproductie in de lever
verhoogt de perifere gevoeligheid voor insuline
voorbeelden orale bloedglucose verlagende middelen
biguaniden sulfonylureumderivaten alfa-glucosidaseremmers thiazolidinedionen (PPAR-Y-agonisten) incretine-enhancers (DPP4-remmers) SGLT2-remmers
voorwaarden voorschrijven metformine
voedingsadvies en stimulering lichaamsbeweging onvoldoende effect voldoende nierfunctie (GFR >30)
klaring metformine
renaal - concentratie in het bloed neemt toe bij nierinsufficientie
maximale dagelijkse dosering metformine bij nierfunctie
GFR 45-60 –> 2000mg
GFR 30-45 –> 1000 mg
GFR 15-30 –> 500mg
GFR <15 –> staken
gevolg stapeling metformine bij nierinsufficientie
lactaatacidose (fataal, maar zeldzaam)
bijwerkingen metformine
maagdarmstoornissen
lactaatacidose
contra-indicaties metformine
nierinsufficientie leverinsufficientie hartfalen chronische hypoxemie sepsis gebruik jodiumhoudend contrastvloeistof (kans op nierfunctiestoornissen) algelehe anesthesie
voordeel metfomine
geen kans op hypoglykemie omdat het niet de insuline uitgifte stimuleert
werkingsmechanisme sulfonyureumderivaten (SU-derivaten)
stimuleren onafhankelijk van de glucoseconcentratie de afgifte van insuline uit de beta-cellen
eerste keus SU-derivaat
gliclazide - kleinste kans hypoglykemie
indicatie SU-derivaten
onvoldoende effect van metformine therapie –> SU-derivaat icm metformine
bijwerkingen SU-derivaten
hypoglykemie
verhoogde kans op hypoglykemie SU-derivaat bij
langwerkende middelen slechte/onregelmatige voedselintake inspanning nierinsufficientie ouderen
begin symptomen hypoglykemie kunnen gemaskeerd worden door
gebruik van niet selectieve bètablokkers
behandeling hypoglykemie
eten van koolhydraten
toedienen van glucose of glucagon
reden dat glibenclamide voorschrijven wordt afgeraden
metabolieten zijn actief, waardoor bij nierfunctiestoornissen hogere kans op hypoglykemie
initiele symptomen hypoglykemie
stimulatie adrenerge systeem:
- tachycardie
- zweten
- onrust
- tremoren
symptomen ernstige hypoglykemie
energievoorziening naar hersenen schiet te kort
- dysartrie
- dubbelzien
- hoofdpijn
- concentratiestoornissen
- verwardheid
interactie SU-derivaten en bètablokker leidt tot
beginsymptomen hypoglykemie maskeren
vertraging herstel glucose na hypoglykemie
werkingsmechanisme SGLT2-remmers
blokkeren selectief en reversibel Na-gluc-cotransporter-2 in de nieren –> renale glucose resorptie remming –> uitscheiding glucose in de urine
indicatie SGLT2-remmers
DM 2 waar metformine + SU-derivaat onvoldoende effect geeft
bijwerkingen SGLT2-remmers
euglykemische diabetische ketoacidose (EDKA)
risicofactoren EDKA bij SGLT2-remmers
koolhydraatarm dieet
kenmerken EDKA
lagere glucosewaardes na bij een normale DKA (<14 mmol/l), waardoor de diagnose en behandeling vertraagd kunnen zijn
indicaties insuline injecties
DM 1
DM 2: orale bloedglucose verlagende middelen onvoldoende effect
meest voorkomende oorzaak hypoglykemie
insuline behandeling icm maaltijd overslaan of zware inspanning
typen insuline preparaten
kortwerkende insuline snelwerkende insuline analoog middel-langwerkende insuline analoog langwerkende insuline analoog mix preparaten
Aspart =
novorapid
Novorapid werking
snelwerkende insuline analoog
snelle resorptie doordat insuline als mono/dimeer subbutaan terecht komt
Novorapid piekwerking/werkingsduur
piekwerking: 45-90 min
werkingsduur: 4-5 uur
novorapid toedieningsmoment
voor, tijdens of direct na de maaltijd
insuline Glargine =
Lantus
humuline regular/actrapid =
normale kortwerkende insuline
Lantus werking
vertraagde resorptie door vorming van subcutane microneerslagen
Humuline regular werking
licht vertraagde resorptie door subcutane hexameter vorming
Lantus piekwerking/werkingsduur
geen piek
werkt 24 uur of langer
Humuline regular piekwerking/werkingsduur
piekwerking: 2-3u na toediening
werkingsduur: 6-8 uur
Lantus toedieningsmoment
tussen avondeten en net voor het slapen
Humuline regular toedieningsmoment
30 minuten voor de maaltijd
risicofactoren/oorzaken hypoglykemie bij insuline gebruik
overdosering te laat of weinig eten alcohol lichamelijke inspanning nierfunctiestoornis
voordeel Lantus
bij DM2 minder nachtelijke hypoglykemieen ivm NPH-insuline
gevolg te weinig insuline toediening
DKA
voorbeelden kortdurende SU-derivaten
tolbutamide
glicazide 80mg
voorbeelden langwerkende SU-derivaten
glibenclamine
glimepiride
voorbeeld SGLT2-remmer
dapagliflozine