A. Pijnmedicatie Flashcards
Nociceptoren zijn
Zenuwen die pijn detecteren
Pijn wordt veroorzaakt door
weefselbeschadiging
Stoffen die nociceptoren stimuleren
histamine
serotonine
brandykinine
functie prostaglandinen
verhogen gevoeligheid van sensorische zenuweinden nociceptoren voor histamine, serotonine, bardykinine
Stappen WHO pijnladder
- Paracetamol (evt + prostaglandinesynthaseremmer)
- Zwak werkend opioid (codeïne/tramadol)
- Sterker opioid (morfine/fentanyl, evt opiodrotatie)
- Pijnstilling via parenterale toediening
Dosering paracetamol
500-1000mg 3-4x daags
Dosering ibuprofen
max 2400mg over 4-6 doses
Dosering diclofenac
50mg 2-4x per dag
Dosering naproxen
250-500mg 2x per dag
Dosering codeïne
30-60mg per keer, max 200mg per dag
dosering tramadol
50-100mg 3-4x per dag
opioidrotatie
rotatie van morfinepreparaten - wanneer pijnstilling onvoldoende werkt of wanneer bijwerkingen onacceptabel zijn.
indicatie fentanylpleister
stabiele opioidbehoefte
slikproblemen
braken
nadeel fentanylpeister
trage inwerktreding
dosering morfine retard
1-2dd 10-30mg (laagst mogelijke effectieve dosis)
WHO pijnladder 1 en 3 combineren omdat
verschillende aangrijpingspunten in pijnmechanisme
Antipyretische werken
koortsverlagend
bijwerkingen paracetamol
leverbeschadiging (150 mg/kg per dag)
leverbeschadiging paracetamol risicofactoren
pre-existente leverbeschadiging
alcoholisme
slechte voedingstoestand
leverbeschadiging paracetamol mechanisme
CYP2E1: Paracetamol —> NAPQI (schadelijk)
glutathion: NAPQI —> onschadelijk
als NAPQI > bindingscapaciteit glutathion –> leverschade
slechte voedingstoestand –> minder glutahion
NSAID
non steroidal anti-inflammatory drugs
werkingsmechanisme NSAID
remming COX enzym –> hierdoor remming prostaglandine synthese
Voorbeelden klassieke NSAID’s
klassiek = niet selectief
ibuprofen, naproxen, diclofenac
Voorbeelden COX-2 remmers
celecoxib
COX-1 functie
productie van prostaglandinen voor weefselhemostase:
- het als autoregulatie onderhouden van realen perfusie
- Gastroprotectie
- trombocytenaggregatie
COX-2 functies
autoregulatie onderhouden renale perfusie
inflammatie
ovulatie
sluiting ductus botalli
CZS-functies (koorts, pijn, cognitieve functies)
voordeel COX-2 remmers
minder gastro-intestinale bijwerkingen
nadeel COX-2 remmers
kans op cardiovasculaire bijwerkingen
Bijwerkingen NSAIDs
- ulcus pepticum (maagdarmstoornissen)
- nierfalen (nierfunctiestoornissen)
- trombocytopathie (cardiovasculaire bijwerkingen)
verergering hartfalen door water en zout retentie
Risicofactoren ontwikkelen gastro-intestinale bijwerkingen bij NSAID gebruik
eerder ulcus reumatoïde artritis/corticosteroiden gebruik SSRI gebruik anticogulantia of acetylsalicylzuur gebruik aanwezigheid H. pylori hartfalen diabetes mellitus leeftijd >60