cultuur, waarden & motivatie begrippen Flashcards

cultuur, waarden en motivatie

1
Q

waarden

A

belangrijkste maatstaven/principes die ons eigen gedrag sturen, en op basis waarvan men eigen gedrag en dat van anderen beoordeelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

enculturatie

A

impliciet leren via culturele praktijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociale categorisatietheorie (Turner)

A

we hebben de neiging om sociaal te categoriseren (wij-zij denken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

categorisatie-differentiatie-effect

A

(waarden)verschillen tussen groepen worden overschat
(waarden)verschillen binnen groepen worden onderschat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sociale identiteitstheorie (Taifel & Turner)

A

Mensen categoriseren zichzelf en anderen in sociale groepen (bijv. nationaliteit, geslacht, beroep) en ontlenen hun identiteit en eigenwaarde aan deze groepslidmaatschappen. Dit proces leidt tot in-groep (wij) en uit-groep (zij) dynamieken, waarbij individuen geneigd zijn om hun eigen groep te bevoordelen en soms andere groepen te discrimineren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in group favoritism

A

(waarden) eigen groep/cultuur positiever evalueren want we halen een deel van onze eigenwaarde uit het behoren tot een bepaalde ingroup
=> collectieve zelfwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

out group derogation

A

(waarden) andere groep negatief evalueren, want die waarden verschillen van ons en dat kan een bedreiging zijn voor onze eigenwaarden
=> deze waarden als minder gunstig gezien
=> bedreiging zelfwaardengevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

5 gevonden dimensies door Hofstede (wereldwaardenkaart)

A
  • machtsafstand
  • individualisme
  • mannelijkheid
  • onzekerheidsvermijding
  • langetermijnoriëntatie (later tgvd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

machtsafstand als waardendimensie

A

mate waarin verwacht en aanvaard wordt dat macht ongelijk verdeeld is: hiërarchie-gelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

individualisme als waardendimensie

A

mate waarin individu centraal staat of net ingebed is in relaties en groepen: individualisme-collectivisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mannelijkheid als waardendimensie

A

mate waarin prestatie, assertiviteit, materiële beloningen en succes belangrijk zijn (itt. samenwerking, bescheidenheid, zorg voor zwakken, levenskwaliteit): masculien-feminien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onzekerheidsvermijding als waardendimensie

A

mate waarin men onzekerheid kan tolereren, mate waarin men zich (on)comfortabel voelt in gestructureerde of uitdagende situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

langetermijnoriëntatie als waardendimensie

A

mate waarin samenleving net op lange termijn gericht is of meer op heden
- lange termijn: gericht op toekomst, plannen maken, sparen, doorzetten, piekeren
- korte termijn: gericht op heden, pluk de dag, morgen zien we wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

imposed etics

A

verwijst naar het toepassen van normen, waarden of methoden uit één cultuur op een andere cultuur zonder rekening te houden met de unieke context en verschillen van die andere cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

self-enchancement

A

motivatie om sterke/positieve kanten van jezelf (en net minder negatieve en zwakke) te benadrukken om zelfwaarden te beschermen en verhogen
-> leidt tot vertekeningen: better than avarage effect; self-superiority beliefs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

beschermingsmechanismen om zelfwaarden te beschermen (westen)

A
  • neerwaartse sociale vergelijking
  • compensatorische zelfverbetering
  • discounting: belang van domein omlaag houden
  • externe attributie: falen toeschrijven aan interne oorzaak
  • basking in reflected glory: positief zelfbeeld halen uit groepen waartoe je behoort, uit andere mensen die je kent en die het goed doen
17
Q

primaire controle

A

situatie shapen zoals jij het wilt
= interne locus of control, agency
- individualistische culturen

18
Q

secundaire controle

A

aanpassen aan de situatie, maar controle houden over de psychologische impact ervan
= externe locus of control, aanpassen

19
Q

derived etics

A

verwijst naar theoretische constructen, onderzoeksmethoden en meetinstrumenten die oorspronkelijk binnen een bepaalde cultuur zijn ontwikkeld, maar vervolgens worden aangepast voor gebruik bij het bestuderen van andere culturen.

20
Q

waarden (vlgsn Schwarz)

A

brede tendenzen om bepaalde uitkomsten of handelingswijze te verkiezen boven anderen

21
Q

10 individuele waardendomeinen schwarz

A
  • stimulation
  • self direction
  • hedonism
  • achievement
  • power
  • security
  • conformity
  • tradition
  • benevolence
22
Q

waardendomeinen cultureelniveau schwarz

A
  • intellectual autonomy
  • egalitarism
  • harmony
  • embeddedness
  • hierarchy
  • mastery
  • affective autonomy
23
Q

locus of control

A

de mate waarin een persoon zijn gedrag toeschrijft aan interne (‘het lag aan mij’) of externe (‘het lag buiten mij’) oorzaken.

24
Q

schwarz motivationele waardentheorie (functies van waarden)

A
  1. motivationele coördinatie: in concrete situaties worden relevante waarden tegen elkaar afgewogen
  2. waarden, attitude en gedrag: waarden motiveren of rechtvaardigen specifieke attituden en gedragskeuzen
  3. waarden, appraisals & emoties: persoonlijke waarden zijn zwakke predictoren van specifieke gedragskeuzes in concrete situaties