cultuur & ontwikkeling onderzoeken Flashcards

1
Q

Schweder et al., 1995
- enculturatie: slapen in de praktijk

A

slaaparrangementen
- OPZET: intervieuws in india en in VS
-> hypothetische familie met hypothetisch huis met 3 kamers
-> taak: ppn verdelen over drie kamers
- RESULTATEN
=> India: 47% kiest opdeling 1 of 2 (iemand bij ouders leggen of vader en moeder apart bij kinderen)
=> VS: 88% kiest voor opdeling 3 (ouders apart, jongens en meisjes apart)
=> verklaring: culturele praktijken en impliciete normering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werker en Tees, 1984
- gevoelige periode van taalverwerving

A

-OPZET: head turn paradigma
-> condities: hindikinderen + Engelstalige kinderen - vergelijkingsgroepen 6-8, 8-10, 10-12 maanden
-> kinderen geconditioneerd om gezicht te draaien van zodra ze 2 fonemen konden discrimineren
-> deze fonemen waren te onderscheiden in Hindi; maar niet door niet-hindi volwassenen
- RESULTATEN
=> Engelstalige kindjes van 6-8 mndn zijn nog niet gespecialiseerd qua klankregisters van Engelse taal, doen het bijna even goed als Hindi-kindjes - neemt drastisch af naarmate ouder omdat ingeburgerd in Engelstalige klankregisters
=> interpretatie: we worden geboren met capaciteit om alle klanken te herkennen, maar doorheen opgroeien leren we af om klanken te differentiëren die nodig zijn in de taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

chee et al.,1999; Kim et al.,1997
- gevoelige periode bij tweetaligheid

A
  • hersenactivatie bij tweetalige bij spreken van eerste en tweede taal
    => RESULTATEN
  • tweede taal vroeger in leven geleerd: activatie in zelfde regio
  • tweede taal later in leven geleerd: activatie in verschillende regio’s
    => INTERPRETATIE
  • vroeg in leven is taalcentrum in hersenen flexibel om verschillende vormen van linguïstieke input te verwerken <-> na sensitieve periode kan er geen andere taal meer bij en moet je via andere regio taal verwerven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cheung et al., 2009
- gevoelige periode voor cultuur ivm acculturatie

A
  • vergelijkende studie van chinese migranten uit Hong Kong die op verschillende leeftijden naar Canada gekomen zijn
  • METING: identificatie met Chinese vs. Canadese cultuur
    -> acculturatie geoperationaliseerd als culturele identificatie
  • RESULTATEN
    => geen invloed van duur dat men in Canada woont op identificatie Chinese cultuur
    => zij die vroeg verhuisd zijn (0-15j): identificatie Canadese cultuur stijgt met leeftijd dat men in Canada woont
    => andere groepen ondervinden geen verhoging (voor oudere mensen zelfs daling) met identificatie Canadese cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Miller, 1984
- culturele verschillen doorheen leeftijd

A
  • OPZET
    -> participanten: Noord-Amerikaanse ne Indiase kinderen van 8,11 en 15j
    -> attributietaak: scenario waarin hoofdpersonage iets doet - hoe verklaar je zijn gedrag?
    -> AV: hoeveel interne (aan persoon) en externe (aan situatie) attributies gebeuren er?
  • RESULTATEN
    => 8 jarige geven gelijkaardige attributies
    => naarmate men ouder wordt, geven Amerikaanse steeds meer dispositionele/interne attributies => fundamentele attributiefout
    => naarmate ouder, geven indiërs meer situationele attributies => omgekeerde fundamentele attributiefout
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Yovshi, 2003
- waarom vroegkinderlijke ervaringen verschillen

A
  • Moeder-kindinteracties in Nso en Fulani families in Kameroen
  • hypothese: verschillen in opvoeding jonge kinderen is in functie van de ecologische kenmerken van het landschap en de manier waarop wordt voorzien in levensonderhoud
    -Nso-families doen aan landbouw, boerderijen
    -> zorg voor jonge kinderen wordt gezien als gedeelde verantwoordelijkheid
    -> interdependence al vroeg aangeleerd: veel contact met anderen, veel verzorgd door anderen
    -> leren al zeer jong lopen om makkelijk naar anderen te gaan => al op jonge leeftijd rijke sociale wereld en veel verbondenheid
  • Fulani families doen aan herderij
    -> leren al op jonge leeftijd om alleen met de kudde dieren op stap te gaan
    -> gesocialiseerd om onafhankelijk te zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Keller, 2007
- cultuurverschillen in baby care systems

A

cultuurvergelijkende studie van moeder-baby-interacties
- opzet
-> 20 huisbezoeken aan moeder met babys van 3 maanden
-> 15 minuten filmen van moeder-kind interacties waarbij componenten van baby care systems werden gecodeerd
-> vergelijking in 5 culturele contexten: India, Nso (Kameroen), Duitsland, Griekenland en Costa rica
- resultaten
=> PRIMAIRE ZORGSYSTEEM: voeden, verzorgen en wassen = universeel MAAR lichaamscontact en stimulatie, basisveiligheid en vertrouwen = niet universeel - Kameroen veel contact, minder in Duitsland
=> LICHAAMSCONTACTSYSTEEM: meeste lichaamscontact voor Kameroense moeders, minder bij Grieken en Duisters - over algemeen wel relatief veel
=> FACE TO FACE CONTACT SYSTEEM: overal relatief veel, maar meer frequent in Duitse en Griekse context
=> LICHAAMSSTIMULATIESYSTEEM: in Kameroen veel motorische stimulatie (opdat kinderen snel leren stappen), in Duitsland minder lichaamsstimulatie maar wel veiligere manieren van stimuleren (verlaat leeftijd van stappen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Meta et al., 2016
- universaliteit van adolescentie

A

cultuur en adolescentie - studie in 175 samenlevingen
- overal als aparte levensperiode gezien, met als doel nieuwe rollen leren
- rebellie en ongehoorzaamheid: helemaal niet zo universeel (bij jongens 45%, bij meisjes in 20% van de samenlevingen)
- gewelddadig gedrag: nog minder (10% jongens, meisjes 5%)
- risico’s nemen: meer in harde omgevingen met meer ongelijkheid (lagere levensverwachting, meer inkomensongelijkheid, lagere inkomsten) => omgevingen met weinig bronnen waar veel competitie is
=> samenlevingen waar je veel sneller na kindertijd in volwassen rollen rechtkomt, minder tumultueuze periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

güngör, 2008
- empirische evidentie voor model of family change

A

empirische evidentie voor model of family change
- participanten: Turkse adolescenten, Belgische adolescenten, Turks-Belgische adolescenten (in België)
-> resultaten gecontroleerd voor gender, leeftijd en opleiding ouders
- metingen
-> opvoedingsstijlen van moeder en vader, subschalen voor gepercipieerde warmte en restrictieve controle
-> relatietevredenheid jongeren met moeder en vader
-> welbevinden van jongeren (rosenberg’s self-esteem scale)
- resultaten
=> opvoedingsstijl: geen significante verschillen warmte dimensie (Turks-Belgische adolescenten zagen moeder als iets warmer) - Controle wel verschil: Turks-Belgisch > Turks > Belgisch; bij Turks-Belgisch sterkst voor vaderlijke controle
=> hoge controle vader bij Turks-Belgische adolescenten hing niet samen met minder warmte, ook niet met relatietevredenheid en self-esteem MAAR dit was wel zo bij Belgische en Turkse jongeren
=> restrictieve controle andere betekenis bij migrantenfamilies (Turks-Belgische adolescenten) dan bij Belgische jongeren en Turkse jongeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly