cultuur & sociale relaties onderzoeken Flashcards

1
Q

Rhodes et al., 2005 - beoordelen aantrekkelijkheid gezichten

A
  • hypothese: gemiddeld gelaat meest aantrekking
  • methode
    -> morphing: allerlei gezichten versmelten tot een gezicht
    -> gemiddeld witte gezicht, gemiddeld Aziatisch gezicht; gemiddelde overall
  • resultaten
    -> meeste personen vonden het gemiddelde overall-gezicht (Euraziatisch) het meest aantrekkelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anderson et al., 2008 - verband tussen fysieke aantrekkelijkheid en outcomes in het leven?

A
  • participanten uit VS en Ghana
  • procedure
    -> OV: fysieke aantrekkelijkheid van participant (rating door andere mensen)
    -> AV: levenstevredenheid via self-rating -> specifieke domeinen: relaties, werk - algemeen
  • RESULTATEN: fysieke aantrekkelijkheid als voorspeller voor levenstevredenheid
    -> VS: sterkste POSITIEVE correlatie voor relationele tevredenheid, ook positief (.20) voor algemene tevredenheid
    -> Ghana: geen significante correlatie met relationele tevredenheid + significant NEGATIEVE correlatie met algemene tevredenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heine et al., 2009 cross culturele veralgemeenbaarheid wat iemand sociaal aantrekkelijk maakt?

A
  • participanten: studenten Canada vs. Japan
  • procedure
    -> vragenlijst invullen omtrent PH en socio-demografische kenmerken
    -> uitleg dat je dadelijk een ander zal tegenkomen => manipulatie van valse feedback: hoge overlap met target (80%) - lage overlap met target (20%)
    -> AV: mate waarin je je aangetrokken velt tot de ander en deze graag beter zou willen leren kennen
  • RESULATEN
    -> hoofdeffect lage versus hoge similariteit, maar sterker uitgesproken in Canada (similarity attraction effect)
    -> hoofdeffect cultuur: in canada veel hogere aantrekking, zowel in lage als hoge similariteitsconditie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

FASE 1: factoranalyse (seeing beauty: an evaluation of male en female faces)

A
  • voor vrouwelijke gezichten 4 bipolaire gemeenschappelijke factoren
    aantrekkelijk - authentiek
    lief - interessant
    sterk - leuk
    anders,speciaal - klassiek
  • voor mannelijke gezichten 4 bipolaire gemeenschappelijke factoren
    charme - mooie jongen
    mooi vanbinnen - mooi vanbuiten
    romantisch - echt
    exotisch - conventioneel
    => het is hier nog niet zo dat het ene als beter wordt gezien dan het andere, ieder gezicht kan aan de hand van deze vier dimensies beoordeeld worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

FASE 2: regressieanalyse (seeing beauty: an evaluation of male en female faces)

A

doet sociaal-culturele achtergrond van deelnemers ertoe in wat ze aantrekkelijk vinden
- vrouwelijke gezichten
-> ind. ppn hoge opleiding/ verstedelijkt => men vond ‘echt’ meer aantrekkelijk
-> hoge opleiding => ook interessant significant aantrekkelijker
-> leeftijd speelt ook rol, maar niet fel
-> geslacht: vrouwen meer voorkeur voor klassieke schoonheid - mannen verwerpen klassieke schoonheden meer
-> geen significante cultuurverschillen
- mannelijke gezichten
-> geen effect van opleidingsniveau
-> verstedelijkt wonen: meer voorkeur voor mooi (<-> charme) en echt (<-> romantisch)
-> geslacht: vrouwen meer voorkeur voor aantrekkelijke mannen - mannen verwerpen schoonheidsidealen voor mannen (‘mooi innerlijk’)
-> wel sterke cultuurverschillen
=> sociale differentiatie in wat je mooi vindt, (sub)cultuur waar je toe behoort hangt samen met wat je mooi vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

FASE 3: evaluatieve repertoires (seeing beauty: an evaluation of male en female faces)

A

4 evaluatieve repertoires op basis van wat mensen in interviews als reden geven voor hun classificaties in Q-sort
- objectificerend vs. subjectificerend
- esthetische repertoires vs. niet-esthetisch: in hoeverre is het mooi, aangenaam om naar te kijken en hoe belangrijk is dit
- gender normatieve repertoires vs. niet gendernormatief
- raciale repertoires
-> grootste verschil in gebruik repertoires: vrouwelijke vs. mannelijke gezichten (relatief verschil)
=> vrouwelijke gezichten meer geobjectificeerd en geësthetiseerd over landen heen
=> mannelijke gezichten meer expliciet beoordeeld op gender- en raciale stereotypen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Chentsove-Dutton, 2008 - forums met opvoedingsvragen in VS en Rusland

A
  • onderzoekers (‘jonge ouders’) openen een discussie forum over kind
  • manipulatie: posten van probleem MET of ZONDER expliciete vraag voor advies
  • AV
    -> kwantitatief: hoeveel advies wordt er gegeven
    -> kwalitatief: types advies, hoe specifiek
  • RESULTATEN
    1. Kwantitatief
    => expliciete vraag,: in beide landen hoger dan indien geen vraag, maar hoger in Rusland dan VS
    => niet expliciete vraag: in VS weinig tot geen advies - Rusland nog redelijk veel advies
    2. kwalitatief
    => in Rusland: concreet & specifiek advies
    => in VS: meer open blijven, niet zo specifiek gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Adams s.d. - onderzoek naar vriendschap in Ghana (collectivistisch)

A
  • observatie: wantrouwen naar vrienden in Ghana
  • Waarom?
    -> survey: Ghanezen rapporteren meer vijanden dan Amerikanen, vaak waren vijandschappen verzuurde vriendschappen
    -> verklaring: relationele mobiliteit
    => ind. lage relationele mobiliteit (Ghana, interdependente culturen) vriendschappen meer bepaald door omstandigheden, weinig keuzevrijheid, je kan dus ook niet zomaar afstand nemen of uit vriendschap stappen bij een ruzie => verzuring van vriendschap, keert naar vijandsschap
    => ind. hoge relationele mobiliteit (independence culturen) vriendschappen meer autonome keuze, je kan wisselen, anderen opzoeken, verbreken,… => minder verzuring en vijandschap, geen escalatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Broude & Green, 1983 - studie in 186 samenlevingen naar wie inspraak heeft/ betrokken is bij huwelijkskeuze

A
  • heel continuüm: van ouders die alles kiezen zonder inspraak kind <-> individu dat partner kiest zonder enige goedkeuring van anderen nodig te hebben
  • het komt niet zoveel voor dat individu totaal geen keuze heeft (13% mannen, 21% vrouwen)
  • veel variatie, verschillende gradaties
  • genderongelijkheid: vrouwen over algemeen minder inspraak dan anderen, bij meisjes belangrijker dat familie akkoord is
    => vaak is het combo van keuze ouder EN kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gupta & Sing, 1982 -

A
  • variabelen: liefdeshuwelijk (mannen vs. vrouwen) of gearrangeerd (mannen vs. vrouwen, doorgaans met instemming want komt meer voor), duur van trouw, hoeveelheid liefde
  • resultaten
    -> liefdeshuwelijk: op beging meer liefde/ tevredenheid, maar vanaf 5j plots een knik -> mogelijks omwille van minder steun/appreciatie door omgeving
    -> gearrangeerd huwelijk: liefde stijgt net over de tijd -> in the end meer liefde dan liefdeshuwelijken - in lijn met idee dat liefde na huwelijk kan komen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly