cultuur & cognitie onderzoeken Flashcards

cultuur en cognitie

1
Q

Masuda et al., 2008 westerse vs. oost-aziatische kunst

A
  1. analyse van westerse en oosterse meesterwerken
    - resultaten
    => locatie horizon: meer oppervlakte onder horizon bij oosterse kunstwerken
    => ratio gezicht/totale oppervlakte portret: groter in westerse culturen
  2. Zijn deze culturele verschillen ook terug te zien in wat mensen zelf tekenen of mooi vinden?
    => deelnemers tekening laten maken van landschap => verschil in horizon EN daarbij ook in hoeveel objecten erbij getekend worden (hogere horizon => meer opties om extra objecten een plaats te geven in de tekening)
    => Deelnemers portretfoto laten maken: Westerse portretten vaak torso, hoofd. Oosterse portretten vaak de hele persoon en groot stuk omgeving.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Masuda & Nisbett,2001 perceptiestudie met Japanse en VS studie

A

TAAK 1: wat zie je?
- stimuli van dieren tegen bepaalde achtergrond
- vrije beschrijving
-> Japan: eerst context dan centraal object - meer referenties naar context, achtergrond
->Amerika: centraal object en dan soms landschap op achtergrond - maar minder referentie naar achtergrond dan Japanners
TAAK 2: deels nieuwe en deels geziene dieren op zelfde of nieuwe achtergrond => heb je dit dier al eerder gezien?
-> Japan: lage accuraatheid als reeds geziene stimulus tegen nieuwe achtergrond staat
-> Amerikanen: accurate herkenning van reeds geziene objecten, onafhankelijk van de achtergrond
=> cultuurverschillen in hoe men de wereld ziet - Oost azië zien object en veld al geheel (veldafhankelijke, holistische bril) - Amerikanen lichten vooral het object uit (verdonafhankelijke, analytische bril)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Imada et al., 2013 contextgevoeligheod

A
  • Vraag: wordt aandacht voor context anders gesocialiseerd in Westerse en Oost-Aziatische culturen?
  • N=175 kinderen tussen 4 en 9 jaar oud in de VS en Japan
  • 3 taken: perceptie en executieve functie
    -> vrije beschrijving - perceptuele illusie - executieve functie
  • resultaten
    => contextgevoeligheid neemt toe met de leeftijd - door socialisatie van aandacht -> vanaf 6-7j significant cultuurverschil
    => meer contextgevoelige Japanse kinderen scoren slechter op visuele illusies en beter op executieve functie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kitayama et al.,2003
- framed line test

A
  • participanten krijgen stimulus te zien: vierkantje met een lijn
  • in vierkantje met andere grootte (responstimulus) moest men dit lijntje tekenen
    -> absolute lengte taak: lijntje tekenen dat exact even lang is als in origineel vierkant, ongeacht de grootte van dit nieuw vierkant
    -> relatieve taak: lengte van lijntje relatief ten opzichte van grootte responsvierkant
  • resultaten
    => westerse culturen (veldonafhankelijk) beter in absolute taak
    => oosterse culturen (veldafhankelijk) beter in relatieve taak
    (=> Hedden et al.,2008: ook evidentie in hersenen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Duffy et al.,2009 - bekeek leeftijdsverschillen in resultaten op frame line test

A
  • kinderen uit VS en Japan
  • 3 leeftijdsgroepen: 4-5j, 6-8j, 9-13j
  • Resultaten
    => 4-5j: geen cultuurverschillen in hoe goed men de taak kan oplossen
    => andere 2 groepen: gemiddelde absolute fout (in mm) conform voorspelling (cf. VS meer gefocuste aandacht, japan meer verdeelde aandacht)
    => MAAR ongeachte cultuur maak je minder foute naarmate je ouder wordt - verschillen blijven wel maar worden minder groot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Jobson & O’kearney, 2008
- herinneringen

A
  • studie bij Australische en Aziatische studenten
  • taak= self defining memories vertellen
  • codering: autonomie-gerelateerd, relatedness-gerelateerd
  • resultaten
    => Australie: meer herinneringen die met autonomie en dus met zichzelf te maken hebben
    => Azie: meer sociale herinneringen in relatie met anderen
    => men onthoudt selectief wat past in culturele repertoire
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Han et al., 1998 dagelijkse herinneringen bij Amerikaanse en Chinese kinderen van 4-6j

A
  • herinneringen van dagelijkse gebeurtenissen (wat deed je voor bedtijd, wat deed je op je verjaardag,..)
  • resultaten
    => alle kinderen meer referenties naar zichzelf dan anderen, maar VS kinderen veel meer dan Chinese
    => VS kinderen meer verwijzingen naar eigen emoties en persoonlijke voorkeuren
    => Chinese kinderen nauwkeuriger verloop van hele gebeurtenis in detail, Amerikaanse uitgebreid over paar aspecten die hen interesseren
    => toont weer meer holistisch veldafhankelijk geheugen bij Chinese kinderen en meer analytisch veldonafhankelijk en individualistisch bij Amerikaanse kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cole et al., 1971
- vanbuiten leren

A
  • vanbuiten leren van random lijst woorden, zoveel mogelijk herinneren achteraf
  • deelnemers Kpelle en VS
    => Kpelle scoort selchter op deze taak
    => verschil daalt bij geclusterde lijsten, geclusterde opvragen, hogere opleiding
    => DUS: dat was westerse manier van geheugen meten! metingen van geheugen soms cultureel gekleurd, meet niet noodzakelijk de echte capaciteit tot onthouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Rugoff & Waddel, 1982
- geheugen meten op andere manier

A
  • 30 VS en 30 Maya kinderen (8-9j)
  • scoren sterk verschillend op standaard geheugentaken (prentjes onthouden (prentjes onthouden)
  • andere meting: maquette met 20 objecten op bepaalde plaats - zo lang kijken als je wil (gem. 40s)
    -> nieuwe maquette: 80 voorwerpen di op lege maquette gezet moeten worden (60 afleiders)
  • Resultaten: even goede prestatie mayakinderen als VS-kinderen, verschil in type fouten
    => Minder omissions (laten minder objecten die er wel in horen weg)
    => meer substitutie (gelijkende maar foute objecten)
    => meer extraneous inclusions (vreemde items erin)
    => geen significant verschil in tijd om manquette te bestuderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Peng & Nisbett, 2003
- tolerantie voor contradictie

A
  • Amerikaanse en Chinese participanten
  • hoe aannemelijk zijn A en B ?
  • Condities
    -> experimentele conditie: beoordelen gepaarde argumenten op aannemelijkheid
    -> controleconditie: beoordelen afzonderlijke argumenten op aannemelijkheid
  • Wat is het effect van tegenspraak op oordeelsvorming?
    => Resultaten Amerika: normatieve redeneerstijl (bij confrontatie met contradictie wordt het sterkste argument nog meer aannemelijk)
    => Resultaten China: contra-normatieve redeneerstijl (bij contradictie wordt sterk argument minder, en zwak argument meer aannemelijk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spencer-Rodgers et al., 2004 zelfbeeld en contradictie

A
  • vrije zelfbeschrijvingen bij Oost-aziatische en Noord-Amerikaanse studenten
  • Resultaten
    => Oost-Aziatische studenten: meer tegengestelde eigenschappen in hun zelfbeschrijving - tolerantie voor contradicties - ook verklaarbaar door het meer variabele zelf afhankelijk van context in Oosterse landen
    => Amerikaanse studenten: minder contradicties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Berry & Bennett,2002
- cree-gemeenschap in Canada

A
  • Termen verzamelen die hier gerelateerd waren aan hoge of lage intelligentie
  • 20 woorden op kaart => ppn van Cree-gemeenschap moesten deze kaarten bij elkaar plaatsen volgens betekenis
  • gevolg = 2 dimensies
    -> horizontaal: mate van respect en luisteren
    -> verticaal: mentaal sterk zijn (negatief) naar nieuwe dingen begrijpen en religieus zijn
  • zowel westerse als niet-westerse aspecten
  • bij intelligente kant zit niet alleen hard denken, bedachtzaam zijn, aandachtig zijn, maar ook een meer sociale kant van respect en luisteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sternberg et al.,1981
- intelligentie in Taiwan

A
  • Abstract analytisch denken conform westers beeld van IQ
  • niet conform westers beeld: interpersoonlijk en intrapersoonlijke competentie, weten wanneer te tonen hoe slim je bent, weten wanneer niet te tonen hoe slim je bent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Luria,2014 deductie met syllogismen in Oestekistan en Kirgizië

A
  • Syllogismen: ‘in verre noorden waar sneeuw is zijn alle beren wit. Novaya Zemlya is in het verre Noorden. Welke kleuren hebben beren daar?’
  • verwacht vs reëel antwoord
    -> verwacht = wit (deductie,formeel-logisch redeneren)
    -> in werkelijkheid : ‘ben daar nog niet geweest, vraag aan iemand die daar woont’
  • resultaten
    => Oezbeken terughouden om gevolgtrekking te maken uit algemene stelling, en dit heeft te maken met hoe ze gesocialiseerd zijn om hun verstand te gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cole et al.,1971 card sort task bij Kpelle kinderen

A
  • 20 kaartjes van 4 categorieën (kookspullen, fruit, kleding, dieren) => taak: sorteren
  • Resultaten Kpelle: 10 hoopjes van 2 kaarten
    => In Westen zouden taxonomie categoriseren - maar Kpelle kinderen deden dit niet zo
  • verder interview met kinderen
    => clusteren volgens functionele verbanden = intelligent ‘zo zou een wijze man het doen
    => konden wel taxonomisch categoriseren, maar had geen praktische waarde in die cultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Grienflied et al.,1997
- conservatie test van Piaget in Senegal

A
  • conservatietest van Piaget bij Wolof kinderen in Senegal
  • Twee types vragen
    -> waarom is het evenveel water? => prima antwoord
    -> waarom denk je dat het evenveel water is? => geen antwoord
  • naar mening/denkwijze vragen is niet gebruikelijk hier
  • Wolof kinderen die meer scholing hadden konden dit wel beantwoorden
17
Q

studie Sternberg, s.d.
- intelligentie in Kenia ivm omgeving

A
  • test die aanpassing aan omgeving en kennis van dagelijkse problemen meet bij de Luo in Kenya
  • bij luo in Kenya belangrijk m kennis te hebben van kruiden die ziekte kunnen behandelen
  • vindt negatieve correlaties tssen scores op deze cultuursensitieve test en andere typische intelligentiematen
  • verklaring sternberg: schoolkennis is in Kenia niet belangrijk, het leren van een praktisch beroep is dat wel