Computertomografie Flashcards

1
Q

Wat zijn voor- (6) en nadelen (2) van een röntgenfoto?

A

voordelen:
- snel beschikbaar
- kan op zaal gemaakt worden
- weinig belastend voor de patiënt
- kan veel kritieke bevindingen aantonen
- vaak de eerste keuze bij eerstelijns zorg
- goedkoop

nadelen:
- bevindingen zijn niet specifiek
- subtiele afwijkingen zijn niet zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor type beelden worden er gemaakt bij een röntgenfoto?

A

projectiebeeld - alle structuren worden over elkaar heen geprojecteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor type beelden worden er gemaakt bij een CT scan?

A

reconstructiebeelden, alleen axiaal ingeschoten en de rest wordt gereconstrueerd. (bij een MRI kan dit niet)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 densiteiten zijn te onderscheiden op een röntgenfoto?

A

kalk (bot), weke delen, vet en lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kan een CT scan meer denisteiten onderscheiden?

A

Nee, maar met contrast kan ook het verschil in aankleuring binnen de weke delen worden onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn voor- (4) en nadelen (5) van een CT-scan?

A

voordelen:
- snel beschikbaar (ook korte scan 15 sec)
- kan veel meer bevindingen aantonen dan een röntgenfoto
- kan veel meer diagnoses stellen
- veel hogere sensitiviteit en specificiteit

nadelen:
- hogere stralingsbelasting
- patiënt moet naar CT scan worden verplaatst
- invasief onderzoek bij contrastmiddel
- contrastmiddel kan schadelijk zijn voor de nieren
- bij gebruik contrastmiddel kan een contrastallergie optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de botsetting op een CT scan?

A

1000 tot 2500 HU, window strekt van -250 tot +2250

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de wekedelen setting op een CT scan?

A

-50 tot 400 HU, window strekt van -250 tot 150

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de longsetting op een CT scan?

A

-600 tot 1700 HU, window strekt van -1450 tot 250 HU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar zorgt een kleinere window voor bij een CT scan?

A

een groter contrast in de foto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe worden structuren afgebeeld met een lager CT getal dan de ondergrens van een window width (P1)?

A

Zwart, groter CT getal is wit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit hoeveel beelden bestaat een blanco CT-thorax? en een Ct-abdomen?

A

658 beelden, 368 beelden <– verschilt wel per pt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de coupe dikte van een blanco-CT thorax in longsetting? en in weke delen setting? en een CT adbomend?

A

1 mm
3 mm
3 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke route legt het contrastmiddel af?

A
  1. elleboogsvene
  2. vena cava inferior
  3. RA en RV
  4. truncus pulmonales
  5. aa. pulmonales
  6. vv. pulmonales
  7. LA en LV
  8. aorta
  9. arteriën van de systemische circulatie
  10. capillairen in de weefsels
  11. venen van de systemische circulatie
  12. vena cava inferior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

In welke fases kan het contrast zitten afhankelijk van de scan-delay? (6)

A

arteriële, portale, portoveneuze, corticomedullaire, nefrogene of uitscheidingsfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In welke fase is een neuro-endocriene tumor goed te zien?

A

in de arteriële fase

17
Q

Welke van deze scans heeft een langere delay?

CTA aorta vs CT-longembolie?

A

CT aorta, duurt langer voor contrast de aorta passeert

18
Q

Wat is het maximale gewicht in een CT-force? en wat is de diameter?

A

200 kilogram, 80 cm

19
Q

Wat is de diameter van een MRI scanner?

A

60 cm

20
Q

Wat is ioniserende straling?

A

ioniserende straling heeft zo veel energie dat het een elektron uit de buitenste schil van een atoomkern kan vrijmaken, waardoor dit atoom een positieve lading kan krijgen

21
Q

Hoe kan stralenbelasting worden gemeten?

A

dmv de effectieve dosis (E); geeft een risico op kanker. in mSv
- geeft geen individueel risico

22
Q

Wat is de belangrijkste bron van straling in de NL bodem? (achtergrondstraling)
en wat is de waarde? + met geneeskundige apperatuur?

A

Radon, maar ook komische straling

  • 2 mSv per jaar, met 0,6 mSv per jaar
23
Q

Wat zijn determische effecten?

A

effecten waarvan de waarschijnlijkheid en ernst afhankelijk zijn van de dosis <– rode huid en haaruitval

24
Q

Wat zijn stochastische effecten?
+ % voor volwassenen en % voor kinderen/ouderen?

A

Dit zijn kansgebonden effecten waarvan de waarschijnlijkheid lineair toeneemt met de dosis –> inductie kanker
- 5% per Sv voor fatale kanker voor een gemiddeld persoon
-10-15% bij kinderen en bij ouderen is dit minder

25
Q

Wat zijn 3 regels voor maximale stralingsbelasting per jaar?

A
  • normale bevolking; 1mSv boven de achtergrondstraling’
  • terreingrens ZH; <0.1 mSv per jaar
  • radiologisch medewerker; 20 mSv per jaar
26
Q

Welke 3 fases in de zwangerschap zijn belangrijk voor radiologisch onderzoek? + negatieve effecten

A
  1. pre-implantatiefase; eindigt 10 dagen na conceptie –> geen innesteling
  2. organogenese; 10-40 daen na conceptie –> misvormingen of abortus
  3. foetale periode; rest zwangerschap (mn ontwikkeling hersenen 8e-15e week) –> mentale retardatie
27
Q

Wat is de maximale dosis straling voor een foetus tijdens de zwangerschap?

A
  • maximaal 1 mSv
28
Q

Welk contrast middel wordt er gebruikt bij een CT scan?

A

jodiumhoudend contrastmiddel, iv toedienen

29
Q

Welke 2 complicaties kunnen er ontstaan bij gebruik van een contrast middel?

en wat moet je altijd vooraf bij het onderzoek doen?

A
  1. post contrast acute nierschade (PC-AKI); serumcreatinine stijgt met >25% of met >44,2 micromol/L in de eerste 48-72h –> nierfunctie herstelt binnen 10-14 dagen, maar schade kan ook permanent zijn
    = < nierperfusie en nefrotoxiciteit

BEPAAL DUS ALTIJD DE EGFR VOOR HET ONDERZOEK, behalve in levensbedreigende situaties

  1. contrastreaties; allergische reactie op jodiumhoudend contrast
    - vraag naar eventueel eerder opgetreden reacties op jodiumhoudende contrastmiddelen
30
Q

In welke 2 situaties is er een profylaxe nodig bij een CT met contrast middel? + behandeling?

A
  1. bij urticaria, diffuus erytheem, vasovagale reactie, bronchospasme, larynxoedeem –> 3 dagen dexamethason en 3 uur voor het onderzoek tavegil
  2. bij een hartstilstand, ernstige bronchospasmen, larynxoedeem of anaphylactische shock –> = contra-indicatie voor jodiumhoudend contrastmiddel
31
Q

Wat zijn 5 contra-indicaties voor contrasttoediening?

A
  • zwangerschap of het geven van borstvoeding, hyperthyreoïdie, feochromocytoom en pancreatitis
32
Q

Geef je contrast bij coronairangiografie bij hartfalen?

A

probeer zo veel mogelijk te beperken

33
Q

Wat doe je bij matige symptomen van een contrastreactie (zoals jeuk, niezen, huidallergie, misselijk)?

A

niets of 1 uur observeren, als er dan geen circulatiestoornis optreed mag de pt naar huis

34
Q

Wat is extravasatie?

A

contrastmiddel komt buiten de bloedbaan in het lichaam terecht. –> lokale zwelling en pijn –> plek koelen en droog houden

ernstige vorm: ulceraties en weke delen necrotiseren, risico op compartimenten syndroom –> contrast binnen 6 uur chirurgisch verwijderen