Anatomie en radiologie -6 Flashcards

1
Q

Wat is het grootste lymfevat van het lichaam?

A

ductus thoracicus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar mondt de ductus thoracicus op uit?

A

angulus venosus sinister

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Draineren de R hals, arm en thorax ook op de ductus thoracicus?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bevindt de ductus thoracicus zich halverwege de thorax?

A

ventraal van de wervelkolom, links van de v. azygos, R van de aorta en dorsaal van oesofagus en hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een chylothorax?

A

als er lymfe in de pleurale ruimte zit. Ductus thoracicus bevint zich dichtbij de long, dus dit is een veel voorkomende complicatie van thoraxchirurgie (mn oesophagusresecties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een longtumor in het craniale deel van de bovenkwab kan zorgen tot uitval van verschillende zenuwfuncties. Welk syndroom ontstaat er als de truncus sympaticus is aangedaan?

A

Syndroom van horner (ogen liggen wat dieper; miosis, ptosis en anhidrosis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een longtumor in het craniale deel van de bovenkwab kan zorgen tot uitval van verschillende zenuwfuncties. Wat ontstaat er als het caudale deel van de plexus brachialis is aangedaan?

A

pijn in het gebied van de distale ulna en ulnaire zijde van de hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een longtumor in het craniale deel van de bovenkwab kan zorgen tot uitval van verschillende zenuwfuncties. Welk beeld ontstaat er als de n. laryngeus recurrens is aangedaan?

A

Heesheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een longtumor in het craniale deel van de bovenkwab kan zorgen tot uitval van verschillende zenuwfuncties. Welk beeld ontstaat er als de n. phrenicus is aangedaan?

A

hoogstand van het diafragma met ademhalingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke veneuze structuur kan een hoge longtumor ook veroorzaken? en welk syndroom ontstaat dan?

A

v. cava superior –> het vena cava superior syndroom
- bloed kan alleen nog via de cavocavale verbindingen naar het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke venen komen er uit op de v. azygos? en waar mondt de v. azygos zelf op uit?

A

v. hemiazygos en v. azygos accessorius

  • v. cava superior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vaten komen weer uit op de v. hemiazygos en v. azygos accessorius?

A

vv. intercostales

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn cavacavale anastomosen? Geef 1 voorbeeld

A

Verbindingen tussen de v. cava superior en inferior

  • v. azygos
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe gaat het bloed als de v. cava inferior dicht is (bv zwangerschap)?

A

v. azygos –> v. lumbales –> v. cava superior –> RA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem nog 2 cavocavale anastomosen?

A
  • vv. epigastricae superficales en a. thoracica lateralis
  • vv. epigastricae inferiores+superiores en a. thoracica interna
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn 3 dingen die het colon heeft en de dunne darm niet?

A
  1. haustrae (segmenten)
  2. taenia coli (spierband over het midden)
  3. appendices epiploica (aanhangsels van die spierband)
17
Q

Hoe wordt de fexura colica dextra ook wel genoemd?

A

flexura hepatica

18
Q

Hoe wordt de flexura colica sinistra ook wel genoemd?

A

flexura lienalis

19
Q

Welke vaten zijn verantwoordelijk voor de vascularisatie van het colon?

A
  • a mesenterica superior; a. colica media, dextra, ileocolica
  • a mesenterica inferior; a. colica sinistra en a. sigmoidea
20
Q

Hoe heten de 3 lonitudinale banden die over het colon lopen? en wat is het? door welke zenuwen bestuurd?

A

taenia coli, banden van glad spierweefsel die worden gereguleerd door de sacrale zenuwen van het ruggenmerg en staan onder besturing van het parasympatische zenuwstelsel

21
Q

Hoe heet het punt waar de drie taenia samenkomen?

A

appendix

22
Q

Waarom zijn er eerst klachten in het midden van de buik bij een appendicitis?

A
  • eerst wordt het viscerale peritoneum geprikkeld, wanneer de appendicitis zich uitbreidt zal de pijn naar R onder verplaatsen –> peritoneum parietale geprikkeld
23
Q

Welke pijn geeft het parietale peritoneum?

A

lokale pijn, die scherper is

24
Q

Wat voor pijn geven divertikels?

A

eerst diffuse pijn als het viscerale peritoneum wordt geprikkeld. Als de ontsteking zich uitbreid wordt het parietale peritoneum geprikkeld en is de pijn scherper en duidelijker lokaliseerbaar

25
Q

Hoe ziet diverticulitis eruit op een echo? en op een CT

A

divertikel met lucht of een faecoliet –> slagschaduw. Als omgevende vet echorijk is, wijst dit op een ontsteking

  • op een CT kan contrast tot wel 2 weken in een divertikel blijven zitten. Normale divertikel heeft zwart vet eromheen
26
Q

Wat zijn intraperitoneale organen? + 3vb

A

organen zijn dan omgeven door peritoneum viscerale, zowel aan de voorzijde als achterzijde
- maag, jejunum en ileum

27
Q

Wat zijn retroperitoneale organen? welke 2 groepen zijn er?

A

alleen bedekt met peritoneum parietale aan de voorkant. <– ze liggen achter het peritoneum

  • primair retroperitoneale organen; ontwikkele zich tijdens de embryologische fase buiten het peritoneum parietale en blijven vervolgens daar. Vb; oesofagus, rectum en nieren
  • secundair retroperitoneaal gelegen organenen waren eerst intraperitoneaal en hingen aan hun mesenterium. mesenterium fuseerde met achterzijde buikwand waardoor de organen retroperitoneaal kwamen te liggen. Vb; colon ascenens, colon descendens, pancreas en duodenum
28
Q

Welke venen komen samen in de v. portae hepatis? en hoe noem je dit ook wel?

A

v. mesenterica superior, v. mesenterica inferior en v. lienalis

  • de portoveneuze confluens
29
Q

Waarom is de v. portae geen echte vene?

A

brengt geen bloed naar het hart maar naar de lever

30
Q

Van wat is een verhoogde bloeddruk in de v. porta een gevaarlijke complicatie?

A

Levercirrose

31
Q

Wat zijn 4 portocavale anastomoses? <– als de lever geblokkeerd is zullen deze vaten vergroten, ook handig om first-pass-effect te omzeilen

A
  1. oesofageale regio; v gastrica sinistra en v. azygos –> oesofageale varices
  2. Navel regio; vv. para-umbilicales en v. epigastrica superficialis <– caput Medusae bij navel
  3. rectale regio; v. rectalis superior en v. rectalis inferior en medialis <– anorectale varices (aambeien)
  4. retroperitoneale regio; v. colica dextra en media en v. renalis