Anatomie en radiologie Flashcards

1
Q

In welke richting wordt een CT geschoten?

A

transversale richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het stappenplan om een thoraxfoto te beoordelen? (10)

A
  1. technische factoren
  2. skelet
  3. weke delen
  4. diafragma
  5. longgrenzen
  6. mediastinum
  7. hart
  8. hili
  9. longvaattekening
  10. longvelden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar hecht de m. serratus anterior aan?

A

scapula en de eerste 8 ribben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke structuur ligt in de sulcus pectoralis?

A

vena cephalica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar draineert de v. cephalica op?

A

v. axillaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom zit er geen kapsel om de mammae heen?

A

omdat het huidklieren zijn, liggen oppervlakkig in de fascie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welk vat vasculariseert de mammae? (2)

A

a. thoracica lateralis (uit a. axillaris) en a thoracica interna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de ductus thoracicus?

A

de verbinding tussen de parasternale lymfeknopen en de v. subclavia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kun je het sternum beoordelen op een X-thorax?

A

Nee, daar is een CT voor nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke halsspieren zijn ook hulpademhalingsspieren?

A
  • m. scalenus anterior en medius
  • m. sternocleidomastoideus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ligt de oesofagus dorsaal of ventraal van de trachea?

A

dorsaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zit de lobus pyramidalis glandula thyroidea? en heeft iedereen deze?

A

craniaal van de isthmus.
- niet bij iedereen aanwezig, kan achterblijven na embryonale ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door wat wordt de achterste scalenus poort gevormd? en wat loopt hier doorheen?

A

m. scalenus anterior en m. scalenus medius

  • plexus brachialis en de a. subclavia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontstaat het thoracic outlet syndroom?

A

Als de achterste scalenuspoort vernauwd is –> uitval en doorbloedingsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 2 venen lopen er dorsaal van de platysma en door de m. sternocleidomastoideus heen?

A

v. jugularis anterior en v. jugularis externa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke fascie omgeeft de structuren van de hals?

A

De fascia cervicalis

17
Q

Waar bevindt de danger space zich?

A

tussen de fascia prevertebralis en fascia alaris

18
Q

waar bevindt de ‘ware; retropharyngeale ruimte zich?

A

anterieur van de dangerspace –> infectie vanuit de nek kan zich via de dangerspace makkelijk verplaatsen naar de thorax

19
Q

Hoeveel niveaus lymfeklieren zijn er in de hals?

20
Q

Kun je de n. vagus zien op een Ct? en op een echo?

A

Nee is te klein, zit tussen de v. jugularis en a. carotis communis is

21
Q

Met welk onderzoek kun je lymfeklieren beoordelen?

A

echografisch onderzoek
normale klier; dunne cortex tov merg
pathologisch; irregulaire verdikking van de cortex

22
Q

Kun je met een echo diagnostiseren of een klier benigne of maligne is?

A

nee daar is een punctie voor nodig –> cytologisch of histologisch onderzoek

23
Q

Hoe maak je een punctie in een lymfeklier? en waarom is dat handig?

A

onder begeleiding van een CT –> complicaties (bloeding of pneumothorax) kunnen meteen gezien worden

24
Q

Kun je parasternale lymfeklieren zien op een CT of MRI?

A

Nee ze zijn zo klein dat ze nauwelijks zichtbaar zijn. Als je ze wel ziet, zijn klinische gegevens nodig om de oorzaak te achterhalen

25
Wat is het verschil tussen de rectus schede boven en onder de navel?
Boven; - voorblad; m obliquus abdominis externus en internus - achterblad; m. obliquus adominis internus, m. transversus abdominis en de fascia transversalis onder; - voorblad; 3 abdominale spieren - achterblad; fascia transversalis
26
welke vaten bevinden zich in de rectusschede, dorsaal van de m. rectus abdominis?
a. epigastricae superior en inferior
27
Van welk vat stamt de a. epigastrica superior af?
a. thoracica interna
28
Van welk vat stamt de a. epigastrica inferior af?
a. iliaca externa
29
Wat loopt er door het lieskanaal bij mannen? (2)
- funiculus spermaticus - m. cremaster
30
Welke onderdelen zitten er in de funiculus spermaticus?
- a. v. testicularis - ramus genitalis (van n. genitofemoralis) - ductus deferens
31
Wat loopt er bij een vrouw door het lieskanaal?
ligamentum teres uteri
32
Van wat is het ligamentum inguinale de vrije onderrand?
m. obliquus abdominis externus
33
Wat is de ingang van het lieskanaal? en wat de uitgang?
ingang: annulus inguinalis profundus uitgang: annulus inguinalis superficialis
34
Waar bevindt de annulus inguinalis superficialis zich?
in de aponeurose van de m . obliquus abdominis externus
35
Welke liesbreuk komt het vaakst voor?
een directe/mediale liesbreuk
36
Wat is een directe/mediale liesbreuk?
uitpuiling zit mediaal van de a. epigastrica inferior = verzwakte driehoek van Hesselbach en is verworven
37
Wat is een indirecte/laterale liesbreuk?
uitpuiling zit lateraal van de a. epigastrica inferior - bij mannen waarbij het lieskanaal verwijdt blijft na het indalen van de testes en is meestal congenitaal